-6-
Het lid van Eekelen wil in het kort nog iets opmerken. Er zijn vele
avonden aan deze zaak "besteed en men is naar eer en geweten tot een
"beslissing gekomen. Aan de verlangens van de bewoner van de Buurt
weg is meerdere malen tegemoet gekomen en steeds zijn de bedragen
maar opgeschroefd en werd de zaak maar onduidelijker. Hij vindt het
jammer dat ook dit perceel niet van meet af aan in de onteigenings
procedure is opgenomen. Hij blijft bij zijn eerder gedane voorstel
en voelt er niets voor om de woning Parallelweg 16 te verkopen.
Het lid Clarijs wil deze zaak graag loskoppelen van de andere woning
zo het op stemmen aankomt.
Het lid Storm-Bosch vindt het alternatief van het lid Roosenboom om
een stuk van zijn grond te mogen houden voor de genoemde prijs een
reëel voorstel. Waarom zou de raad hiertoe niet besluiten?
De voorzitter zegt dat nu aan de orde is deiverkoop van het pand in
de Parallelweg.
Het lid Verbogt wijst er op dat op de agenda het voorstel anders
luidt.
De voorzitter antwoordt dat aan de hand van het verzoek van het lid
Roosenboom het college een voorstel heeft gedaan hetgeen nu aan de
orde is en dat inhoudt het verkopen van het pand Parallelweg 16.
Het lid Storm-Bosch vraagt waarom het niet mogelijk is op het alter
natief in te gaan.
De voorzitter zegt dat dat wel kan, maar hij gelooft niet dat dat tot
een snelle oplossing zal leiden. Ook de goedkeuring van Gedeputeerde
Staten is vereist en gelet op de geldende grondprijs zijn complicaties
niet onmogelijk.
Het lid Mens wil terugvallen op het taxatierapport van 23 augustus 197
Daarbij is toen alleen de toen benodigde 640 m2 grond getaxeerd. Als
het lid Roosenboom genegen is die grond aan de gemeente te verkopen,
mag hij het overige ,voor wat hem betreft, behouden.
De voorzitter merkt op dat ook dat niet aan de orde is.
Het lid Verbogt zegt dat aan de orde is de brief van het lid Roosen
boom met de alternatieven. Dat houdt in aankoop van het pex°ceel Pa-
rallelweg 16 voor de prijs van 42.000, Het college maakt daar
plotseling weer 46.000,van. Een snelle oplossing ziet hij nog
niet zitten. Punt 6 van de agenda gaat over de brief van Roosenboom
en daarin is niets veranderd.
De voorzitter licht toe dat het college nu adviseert het bedrag op
46.000,te brengen.
Het lid Verbogt vindt dat er dan geen sprake meer is van het oude
punt 17a van de agenda van 30 maart 1973»
De voorzitter zegt dat men dit moet zien als een soort amendement van
het college.
Het lid Somers recapituleert dat het een feit is dat in het plan Rode
Schouw straten e.d. zijn gepland op gronden van Roosenboom en dat daar
de bouw van woningen zo ver is gevorderd dat men snel. gronden van het
lid Roosenboom nodig heeft. Om tot een oplossing te komen bestaat de
mogelijkheid het pand Parallelweg 16 te verkopen aan .het lid Roosenboo-
Ook bestaat er een alternatieve oplossing door het lid Roosenboom 640
grond van zijn perceel te laten behouden voor de geboden prijs van
8.604,en de rest van het perceel aan te' kopen voor de prijs van
65.000,min die 8.604, Besluit men dit laatste dan is de
zaak opgelost. In feite houdt dit hetzelfde in als het voorstel van
het lid van Eekelen met alleen dit verschil dat -de prijs van de te be
houden grond wordt gesteld op 8.604,en niet op 25.000,Een
dergelijk bedrag te vragen om een stukje van je eigen grond te mogen
houden vindt hij belachelijk. Hij vindt dat men niet verder moet klet
sen over verkoop van het pand Parallelweg 16. Als het lid Roosenboom
slim is dan pleegt hij even overleg met zijn vrouw over het huren van
het pand Parallelweg 16 alvorens later tot aankoop te besluiten. Hij
vindt het een normele gang van zaken dat het lid Roosenboom in de ge
legenheid wordt gesteld op zijn eigen grond te bouwen. Hoe het colle
ge het oplost om een bouwvergunning te verlenen kan hem niet schelen.
Dit is een probleem voor het college die er ook de schuld van is dat
heel deze affaire zo is gegroeid. Hij stelt voor eerst in stemming
te brengen de mogelijkheid tot het behouden van een stukje grond door
Roosenboom om daarop te kunnen bouwen. Gaat de raad daarmee niet ak
koord dan moet Roosenboom het pand Parallelweg 16 maar huren. Het
lid Roosenboom kan wel zeggen waar bemoeit hij zich mee, maar men kan
niet eeuwig hierover blijven debatteren.
De voorzitter merkt op dat het verhuren tot de competentie van het
college behoort; overigens wenst Roosenboom niet meer te huren.
Het lid Mouws betwijfelt of de voorzitter een nieuw voorstel kan doen.
In artikel 22 van het reglement van orde wordt die bevoegdheid toege
kend aan elk lid van de raad, hetgeen de voorzitter niet is.
De voorzitter licht toe dat men kan uitgaan van twee mogelijkheden.
De eerste mogelijkheid, - waarvan ook is uitgegaan--, is dat het
schrijven door Rocsenboom is gericht aan het college van burgemeester
en wethouders. De tweede mogelijkheid is dat het schrijven tevens is
gericht aan de raad. In de adressering aan het college staat namelijk
tussen haakjes "Raad". Hij persoonlijk gaat er vanuit dat het schrij
ven is gericht aan het college. Daarom heeft hij o.a. ook aan het lid
van Eekelen gezegd dat hetgeen hij voorstelt iets heel anders is dan
het college voorstelt.
Het lid Verbogt merkt op dat de voorzitter toch ook wijzigingen brengt
in het voorstel van het college en deze nu bij de raad op tafel brengt.
De voorzitter antwoordt dat dat het resultaat is van het nadenken,
waartoe in de vorige vergadering was besloten.
Het lid Verbogt vindt dat men dan wel wat laat komt met dat resultaat;
het is zojuist in deze raad gelanceerd.
De voorzitter zet uiteen dat het tot de taak van het college .behoort
orn voorstellen aan de raad te doen. In de vorige vergadering is toege
zegd over het betreffende punt te zullen nadenken en daarop is men met
dit voorstel gekomen dat iets anders luidt dan het oorspronkelijke.
Het doen van voorstellen door het college is niet geregeld in het re
glement van orde, maar in de gemeentewet en de vraag blijft of in dit
geval het lid van Eekelen of Storm-Bosch een amendement in kunnen die
nen van de door hen gewenste strekking.
Het lid Storm-Bosch vindt dat dat wel kan omdat in het voorstel de
brief van het lid Roosenboom wordt genoemd.
De voorzitter antwoordt dat die brief voor het college is, tenzij de
raad anders besluit in welk geval men wel een voorstel kan doen.
Het lid Verbogt wenst een amendement in te dienen waarbij de verkoop
prijs wordt gehandhaafd op f 42.000,
Het lid Claris informeert of men dan akkoord is over de aankoop
voor 65.000,
De voorzitter licht toe dat dit akkoord is bij de gemeente en Gedepu
teerde Staten, maar nog niet met de belanghebbende. Als men het met
de belanghebbende overigens wel eens wordt dan hoeft de totale aankoop
van het perceel Buurtweg geen bezwaar meer op te leveren.
Het lid Clarijs informeert wat dat "overigens" inhoudt.
De voorzitter zegt dat dat de huisvesting van belanghebbende betreft.
Hij wil nog even doorgaan op de vraag of het schrijven aan de raad is
fcericht