iqï3. -18- hij een perceel toegewezendat geen nummer heeft. Gemakshalve wordt dat j la genoemd. Later "bleek dat achter in de tuin "bij Snepvangers te zijn. Het verhuizen naar een ander perceel kost ook tijd. Bijbal die mensen merkt hij wel dat de gemeente zeer terughoudend was. De commissie ruimtelijke ordening was het zes maanden geleden al be kend dat., er enorme tekorten waren en dat was dus ook zonder meer bekend op de afdeling financiën. Vandaar natuurlijk dat er niet graag een prijs zwart op wit genoemd werd. Dat vindt hij een jammer lijke aak. uoor hem zijn drxe mensen genoemd, waarvan in twee ge vallen het verzoek is gehonoreerd en terecht. Wel verwondert het hem nog dat de prijs is gebracht op f 59,50. Hij dacht dat in de raad een prijs van 56,50 was afgesproken. De voorzitter licht toe dat in diezelfde vergadering de raad er zelf nog vijf procent bijgedaan heeft. Hei lid Roosenboom zegt dat het hem ontgaan is dat dit in het alge meen goldo Hij vindt dat overigens ook niet zo belangrijk. Het gaat hem nu om de zaak' Ridderhof. En hij stelt voor om ook voor hem een bedrag van 47,50 te rekenen wegens vertragende werkzaamheden. Het lid KLaassen vraagt of het juist is dat het eerste perceel van Ridderhof inderdaad geen bouwperceel was. De voorzitter antwoordt dat daar inderdaad een misverstand over was. Het college dacht dat die grond wél uitgegeven kon worden in tegenstelling tot de stedebouwkundige. Het 1 KIaassen informeert of het inderdaad juist is dat het overgaan van Ridderhof naar een ander bouwperceel niets te maken had met het feit hef betreffende stukje grond geen bouwperceel was. De voorzitter antwoordt dat Ridderhof van een dubbel naar een enkel bouwperceel is gegaan om reden dat zijn bouwmaat het af liet weten. Het rid Roosenboom merkt op dat Ridderhof daar nooit had kunnen bouwen. De voorziuter zegt dat hij dat wel had gekund als hij had doorgezet. Er is hem nooit gezegd dat dat niet zou kunnen. Het lid Roosenboom vindt dat men niet moet vergeten dat deze mensen een uitgekookte exploitatie-opzet hebben gemaakt. Het lid Mens vindt dat de raad duidelijk gesteld heeft de nieuwe prijs te laten gelden vanaf 28 juni 1973. Alleen in zeer bijzonder gevallen kon daar van worden afgeweken. Het college heeft daarop de zaak door gelicht en is met enkele uitzonderingen gekomen. Hij neemt aan dat het college zoiets doet naar eer en geweten en omdat het college Ridderhof er toen niet heeft bijgenoemd ziet hij daar nu ook geen aan leiding voor. Het li(3- Roosenboom concludeert uit de woorden van het lid Mens dat alles waarmee het college komt zaligmakend is en de raadsvergaderingen daarmee overbodig worden. Hij dacht dat het de bedoeling was dat de raad tegenspel gaf aan het college. Hij kan zich niet voorstellen dat het college er een halszaak van maakt om in dit geval een "prijs te rekenen van 47,50. Wethouder van de Watering is wel bereid dit punt alsnog terug te nemen om nog eens overleg te plegen. Hij vindt het wel absoluut noodzakelijk dat er vastgehouden wordt aan een bepaalde grens. Het lid Roosenboom ziet geen moeilijkheden omdat er na Ridderhof geen verdere soortgelijke gevallen meer kunnen komen. De voorzitter zegt dit laatste punt terug te nemen. -19- Hierna wordt, behoudens voor wat betreft punt 35, omtrent de overige punten van de ingekomen stukken en mededelingen, zonder hoofdelijke stemming conform de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. Niets meer aan de orde zijnde en geen der raadsleden meer het woord verlangende sluit de voorzitter de vergadering om 22.45 uur met het gebruikelijke gebed. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Halsteren, gehouden op De'voorzitter,

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1973 | | pagina 110