-8- teken werd geplaatst. Het lid Verbogt weet dat het college dit een mooie prijs vindt, maar men kan onmo gelijk de garantie geven dat voor dit bedrag een kleinere woning met kleiner "be drijf en kleinere "bedrijfsruimte kan worden aangeschaft. De voorzitter antwoordt dat het de bestendige gedragslijn is geen inzage van het rapport te verstrekken. De posten die men te laag geschat vindt pakt men er uit, maar de posten die men te hoog vindt, praat men niet meer over. Het lid Verbogt brengt onder de aandacht dat de mensen niet meer willen dan een kleine woning in de buurt. Als de gemeente die niet kan bouwen, geef ze dan het geld. De voorzitter zegt dat men niet alles kan geven wat maar gevraagd wordt. Het lid Verbogt is er van overtuigd dat hier onderbetaald wordt. Waar blijft het recht van het individu, zo vraagt hij zich af en waarom moet men onteigenen. De voorzitter is van mening dat als men dit standpunt inneemt er geen woning meer gebouwd kan worden. In de Rode Schouw zijn er vele gevallen geweest die zonde van de centen voor de advokaat waren omdat men toch nog bijtijds tot overeenstemming V kwam. Had de raad echter niet tot onteigening besloten dan was daar mogelijk nog geen akkoord geweest. Het lid Mens vestigt er de aandacht op dat deze mensen toch geen onrecht wordt aan gedaan. De voorzitter licht toe dat deze mensen hebben ingestemd met het bestemmingsplan. Het lid Verbogt zegt dat het bestemmingsplan als zodanig bij deze mensen door de vingers is gegaan. Door ondeskundigheid is daar geen notitie van genomen. Men ziet de dreiging van een bestemmingsplan' niet De voorzitter wijst er op dat dit de enige manier is om door te gaan. Het lid Verbogt vraagt of de voorzitter meent voldoende gedaan te hebben om tot minnelijke overeenstemming te komen. De voorzitter beaamt dat. Het lid Verbogt zegt dat deze mensen altijd de indruk hebben gehad dat de gemeente voor hen naast krank en een ander huis zou bouwen. De voorzitter antwoordt dat een adviseur van de gemeente hoogstens gezegd kan heb ben "ik zal bevorderen dat", omdat het college immers iets dergelijks moet goed vinden. Het lid van Elzakker merkt op dat er toch een taxatierapport is. De voorzitter antwoordt dat er inderdaad een taxatierapport is dat uitkomt op eer bedrag van 66.000,Het college is na onderhandelingen echter zo vrijmoedig geweest om een bod te doen van 75«OOOj Het lid Sirike gaat er van uit dat de taxateurs beëdigd zijn en door hun ervaring op de hoogte van de prijzen. Hun rapport moet daarom aannemelijk zijn. Het lid Verbogt dacht dat het college uiteindelijk het bedrag bepaalde. De voorzitter licht toe dat de prijs redelijk is en dat hij dat nog steeds vindt. Komt men tot een hogere overeenkomst dan het taxatiebedrag aangeeft dan is het nog de vraag of Gedeputeerde Staten dat wel zullen goedkeuren. Het lid Verbogt haalt aan dat er in het verleden genoeg prijzen zijn aangepast, zo dat men elders kon kopen. De voorzitter bevestigt dat maar wijst er tevens op dat de prijs niet aangepast wordt aan elk willekeurig bedrag. Het college heeft in dit geval niet alleen gepraat, maar is ook tot daden overgegaan door er 15bij te doen. Het lid Somers wil enkele vergelijkbare gevallen aanhalen. De voorzitter interrumpeert dat men twee gevallen nooit kan vergelijken omdat er teveel verschillende factoren in het geding zijn. Was het zo gemakkelijk dan zou men het schatten niet opdragen aan een aparte commissie, maar deed men het zelf. Het lid Verbogt verlangt stemming. Voor het voorstel stemmen de leden Clarijs, van Elzakker, Mens, de Knijf-Klaassen, van Tillo, van Eekelen, Klaassen, Sirike, wethouder van Wezel en wethouder van de Watering. Tegen het voorstel stemmen de leden Mouws, Roosenboom, Verbogt en Somerszodat het voorstel met 10 stemmen voor en 4 stemmen tegen is aangenomen. -9- 10. VOORSTEL TOT WHZIGIITG VAIT TE WINKELSLUITING. Het lid Klaassen heeft nog wel een kanttekening bij het voorstel. Er zijn 21 voor- en 21 tegenstanders. Hoe komt men er bij om de dertig onthoudingen ook bij de voor stemmers te rekenen. De voorzitter zegt dat het moeilijk is om zoiets aan te tonen, maar hij dacht dat de Kamer van Koophandel ook van dit standpunt uitging. Het lid Klaassen vraagt of het ook bekend is hoeveel klanten voor de wijziging zijn. De voorzitter antwoordt dat men de uitslag van de klantenenquête niet heeft ont vangen. Het lid Klaassen wijst er op dat de enquête van de winkeliers is gehouden onder de klanten. Het lid Mouv:b is van mening dat in dat geval het hele voorstel niet klopt. De voorzitter zegt de indruk te hebben dat de winkeliers liever een koopavond heb ben ondanks dat zaterdag om 4 uur niet officieel gesloten kan worden. Het lid Klaassen heeft het tegendeel gehoord. De voorzitter -wijst op het voordeel van de gewijzigde winkelsluiting, waardoor men kan optornen tegen de andere gemeenten die al een koopavond hebben. Het lid. Klaassen zegt dat dit slechts voor enkele zaken geldt. Het lid Verbogt gelooft dat men verplicht is deze service aan de inwoners te verle nen. Velen gaan nu met de auto op vrijdagavond in een andere gemeente winkelen. Het lid Clarijs wijst er op dat het niet alleen gaat om een keer boodschappen doen, maar men spaart de boodschappen op en doet die dan elders op vrijdagavond allemaal ineens. Hierdoor worden de winkeliers hier benadeeld voor een hele week boodschappen. Het lid Klaassen merkt op dat het advies van de Kamer van Koophandel ook negatief is. De voorzitter gelooft niet dat men daarom moet nalaten dit besluit te nemen. Het lid Klaassen voelt er veel voor om het voorstel terug te nemen nu het niet blijkt te kloppen. De voorzitter zegt dat men het woord "winkeliers" in de tweede en derde zin zou kun nen vervangen door "inwoners", maar dan nog blijft de vraag hoeveel het er waren. Wethouder van de Watering gelooft niet dat de enquête veel zegt. Hijzelf heeft bij voorbeeld geen formulier gehad. Wel is hij van mening dat ook Halsteren mee moet gaan met de veranderde koopgewoonten. Wel zag hij ook graag een compensatie op de zaterdag, maar helaas is dat niet mogelijk. Het lid Klaassen zegt dat men bij de middenstand wel van die compensatie is uitge gaan. Wethouder van de Watering duidt er op dat er momenteel in Halsteren ook nog een zon dagsregeling is, maai' welke zaken zijn nu nog open, zo vraagt hij zich af. Het be treft hier een wijziging in de koopgewoonten en het voorbeeld van de omliggende ge meenten zal men moeten volgen. Daarbij kan men slechts hopen dat de vervroegde slui ting op zaterdag op basis van vrijxwilligheid tot stand komt. Zijn mening is dat men hiermee zowel kopers als verkopers een dienst bewijst. Wethouder var VJezel zou het betreuren als dit voorstel niet werd aangenomen. Dikwijls is er gepraat over het afzuigen van de koopkracht, maar als de winkeliers niet mee werken dan zijn ook zij daaraan schuldig. Het lid Klaassen voorziet wel personeelsmoeilijkheden bij de middenstanders. Wethouder van de Watering herhaalt dat hij ook hoopt op een regeling voor de zater dagmiddag. Het lid Klaassen weet ook dat men in Bergen op Zoom niet onverdeeld gelukkig is met de regeling. Het lid VerboPi: wijst er op dat de horeca ook op zondag moet werken en men daar toch geen problemen kent. Ook hier dacht hij, zal er nauwelijks bezwaar zijn van het per soneel. Men moet dit vooral zien als een service aan de kopers. De voorzitter merkt op dat momenteel enige opleving in de middenstand te zien is en het college meent dat dit duwtje nodig is. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1972 | | pagina 90