=4= 5. VOORSTEL TOT ONTBINDING VAN DE PACHT VAN EEN PERCEEL IN DE MALANEN EN VASTSTELLING 46e WIJZIGING BEGROTING 1972. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burge meester en wethouders besloten. 6. VOORSTEL TOT ONTBINDING VAN DE PACHT VAN EEN PERCEELSGEDEELTE IN HET BESTEMMINGSPLAN "RODE. SCHOUW" EN VASTSTELLING VAN DE 47e WIJZIGING VAN DE BEGROTING 1972. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 7. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN AANKOOPBES LUI TEN. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 8. VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN "RODE SCHOUW 1^2".. Het lid Roosenboom heeft niet alleen bezwaren tegen de gevolgde proce dure, waarvan hij wel aanneemt dat het volgens de voorschriften is ge beurd, maar ook tegen de; inhoud van het voorstel. Er wordt de indruk gewekt dat het plan in de raadsvergadering van 25 mei 1972 zou zijn be handeld, je kunt hier toch moeilijk van een officiële raadsvergadering spreken. Dit was een informatieve bespreking voorafgaande aan een raads vergadering. De voorzitber zegt dat dit inderdaad geen officiële raadsvergadering ge noemd kan worden; het was slechts een vergadering van raadsleden. Het lid Roosenboom wijst er op dat dit de eerste maal is dat dit plan Vin een officiële raadsvergadering wordt behandeld Voor wat betreft de procedure zit dat wel in orde, maar vroeger was het dë gewoonte dat de bestemmingsplannen al in een veel eerder stadium in de raad werden ge bracht. 1 De voorzitter licht toe dat dit inderdaad zo is, maar niet als een offi cieel punt. Het lid Roosenboom vindt dat je een bestemmingsplan moeilijk ter visie^ kunt leggen als je niet weet hoe de raad er ever denkt. De vo o rz i t fa e r wijst er op dat men wel weet hoe de raad er over denkt, ten— gevolge vari de informele vergaderingen waar deze plannen zijn besproken. Het lid Roosenboom gelooft niet dat de raadsleden in een informele verga dering het achterste van hun tong laten zien. De voorzitter is van mening dat, om de zaak zelf te dienen, de leden daar mee niet hoeven te wachten tot een officiële behandeling, maar wel in geval men uit is op publiek effect. Het lid Roosenboom kan. niet zeggen dat hij bezwaar heeft tegen een be paald vlek, omdat alles zo globaal is aangegeven. Op de oude manier kon je dat wel, dan zag je hoe alles in de toekomst gerealiseerd zou worden, zelfs tot de blokjes woningen toe. Ook gelooft hij dat alleen grote aan nemers in staat zijn om mee te werken aan de realisering van het plan en niet de kleintjes die zo'n tien tot vijftien woningen willen bouwen. Hieraan moet de overheid niet meewerken. De voorzitter zegt dat het heel goed denkbaar is dat een aannemer 15 wo ningen per jaar bij fasering bouwt. Het lid Roosenboom wijst er op dat in de praktijk toch alleen maar grote aannemers meedoen. De voorzitter zegt dat alle plaatselijke en overige bekende aannemers zjjn aangeschreven, ook de kleintjes en dat allen een hap konden kiezen. Van die gelegenheid hebben de kleintjes weinig gebruik gemaakt. Er was niemand bij die er bijvoorbeeld maar 5 per jaar wilde bouwen, hoewel op dat moment alles nog mogelijk was. Het college dacht wel dat men voor iedereen iets in de zak had, van de grote aannemer tot de parti culiere bouwer. Het 1U Roosenboom.voelt niets voor de flats. Was het geen vlekkenplan, mahr een ouderwets uitbreidingsplan in onderdelen, dan zou hij daartegen bezwaar maken omdat het verleden bewezen heeft dat men daar niet gelukkig mee is. De "voorzitter licht toe dat destijds uitvoerig is uiteengezet waarom op deze plaatsen geen eengezinswoningen gebouwd konden worden op dit moei lijke punt en welke overwegingen er toe hebben geleid om voor deze bouw vorm te kiezen. Hij dacht ook wel dat er een toenemende belangstelling bestond voor dit soort flats. Het lid Roosenboom vraagt of er al een bouwer is. De voorzitter antwoordt dat er inderdaad een candidaat is die in over leg met onze stedebouwkundige een plan voor twee flats opstelt. Het lid Roo senboom informeert waarom het zo lang geduurd heeft alvorens -it plan de raad bereikte. De voorzitter licht toe dat dat niet eerder kan dan nacht de provinciale, plamlogische commissie het plan heeft behandeld en haar bevindingen heeft kenbaar ge maakt. Omdat het niet alleen voor de ontwerpers, maar ook voor de goed keurende instanties nog vreemd is om met een vlekkenplan te werken heeft dit mogelijk wat langer geduurd. Alvorens het plan in de raad te brengen zijn deze bemerkingen alsnog in het ontwerp verwerkt en bestudeerd door de commissie van de ruimtelijke orde ning. Het lid Roo senboom vindt dat er voor hem een groot bezwaar wordt weggeno men indien wordt bevestigd dat er ook mogelijkheden zijn voor de middelgro te bouwer van meer dan 4 woningen per jaar, omdat hij van mening was dat dit vlekkenplan juist voor de grote aannemer was opgezet. De voorzitter herhaalt dat ook alle kleine plaatselijke aannemers zijn uit genodigd om in eerste instantie te komen praten alvorens te kunnen kièzen voor een stuk grond. Het lid Sinke heeft een bouwplan gezien met niets dan platte daken. Hij dacht dat een plat dak minder in zijn omgeving past en waarschuwt voor te el herhaling. Een normaal dak zal het naar zijn mening beter doen en L^eciaal bij veroudering kan een dak enige rijkdom aan het gebouw geven. De voorzitter is ook die mening toegedaan. In bijzondere gevallen is een plat dak op zijn plaats en hij wijst hierbij op de woningen aan het begin van de Halsterseweg. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burge- meester en wethouders besloten. 9. VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN "DE BEEK 1972". Het lid Roo senboom leest in het voorstel dat van de gelegenheid gebruik is, gemaakt om de_ ^bestaande toestand tengevolge van de bouw van de be jaardenflat ,op_ de hoek Beekl aan-Eikhui zenlaan aan te passen. Hij was van mening dat de bouw destijds was gebeurd conform de geldende voorschrif ten van het plan. Dit blijkt nu niet zo te zijn en hij vraagt zich af of hier d-an- gebouwd is met toepassing van artikel 20 van de Wederopbouwwet. De voorzitter zegt toe dit te zullen nakijken en alsnog mede te delen. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemees ter en wethouders besloten.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1972 | | pagina 81