W 12= Het lid van Eekelen bevestigt, dat. Hij zag graag strengere maatregelen bij het verstrekken van sloopvergunningen Hij vindt het college op dit punt niet za kelijk genoeg. Men zal sterkere clausules op moeten nemen. De. voorzitter zegt dat het lid van Eekelen overschot van gelijk heeft. De ge meente wordt hier bij de neus genomen, terwijl toch wel alle moeite is gedaan om de sloper in beweging te krijgen. Hij is het ten volle met de bezorgdheid van het lid van Eekelen eens. Het lid Verbogt dacht dat het misschien beter was om bij de inschrijving reeds tien procent te laten betalen. De voorzitter deelt mee dat het college reeds- dikwijls treurige ervaringen heeft opgedaan met de slopers en dat men om die reden dan ook op deze sloper was overgestapt met als gevolg dit resultaat. Het lid KIaassen dacht dat de eigen dienst toch ook wel zo'n gebouw zou kunnen slopen. De voorzitter antwoordt dat dit uitgesloten moet worden geacht, daar heeft men niet het groffe materiaal voor. Het lid van Tillo vindt het wenselijk dat deze ervaring wordt medegedeeld, aan de andere gemeenten, zodat die niet hetzelfde met rifeze persoon hoeven mee te maken. punt 25 Het lid Mouws leest in dit punt "tenzij daartegen van hogere instanties bezwaren zijn". Hij vraagt wat dit kan zijn. Do voorzitter licht toe dat er op dit moment 51 woningen voor het plan Rode Schouw en 'j>0 woningen voor het plan Bloemendaal zijn ingediend, los van hetgeen er nu gebouwd wordt. De raad weet dat de provinciale planologsche commissie bezwaar heeft tegen de uitbouw van lepelstraat. Ondanks dat heeft het college toch het plan bij Gedeputeerde Staten ingediend en men kan nu alleen maar hopen dat er een kruisje over gemaakt wordt. lid Mouws dacht dat er bezwaren waren tegen een uitbreiding met 400 woningen, maar dit zijn er toch maar 50» De voorzitter antwoordt dat het college daarom ook hoopvolle vervrachtingen heeft. Het lid Roosenboom vraagt of, mocht dit plan in Bloemendaal niet doorgaan, deze woningen dan in het plan Rode Schouw komen te staan. De voorzitter zegt dat daar nog geen. uitspraak over is gedaan. punt 26 Het lid Storm-Bosch zegt dat men geschrokken is van de vervuiling incfe sloten. In 1965 is er nog een onderzoek geweest en daarop heeft het college een brief doen uitgaan waarbij werd toegezegd dat er maatregelen genomen zouden worden. Dat nemen van die maatregelen is echter nooit gebeurd. De voorzitter antwoordt dat het verzoek te laat is binnen gekomen om daar uit voerig én in zijn totaliteit op in te gaan. Bij het college bestaat wel zeker be grip voor hetgeen in het schrijven wordt aangehaald. Het college alleen kan niet zeggen wat hier moot gebeuren. De waterlossing is eigendom van het Haterschap Westland en in overleg met het waterschap zal er paal en perk aan de vervuiling gesteld moeten worden. Het lid Storm-Bósch vraagt of de voorzitter mogelijkheden ziet om aan de vervuiling een einde te maken. 13= De voorzitter antwoordt dat naar middelen gezocht moet worden. Het lid Stcrm-Bosch dringt wel aan op spoed. De voorzivger licht toe dat dit schrijven eerst nog in de vergadering van het college komt. Het is nu reeds in de raad gebracht omdat voor augstus geen ver gadering meer gehouden wordt. Er zal contact opgenomen moeten worden met het water schap en met de vervuiler zelf. Ook is er nog een aanvraag om een hinderwetsver— gunning lopende en hij weet niet in hoeverre deze materie daarbij is betrokken. Hij kan geen termijn beloven "wanneer aan de- vervuiling een einde zal komen. Het lid Storm—Bosch hoopt wel dat dit dan geen jaren gaat duren» De voorzitter antwoordt op zo kort mogelijke tijd datgene er aan te doen wat eventueel mogelijk is. Het lid Cl ar ijs merkt cp ebt cit slechts een van de vele vervuilers is. Denkt bijvoorbeeld maar eens aan de varkensmesterijen. Het lid Roosenboom wijst er op dat ook de gemeente een lozing heeft in dfe Melanen. Het lid Cl ar ijs vindt het dan ook wel nodig om te wijzen op de vervuiling van de verkorting en de Pais, als gevolg van de te geringe capaciteit van de rioolzui— veringsins tallat ie ^.9, ,XPPFer zeë'k öat alle kwaad en onreinheid in de natuur niet in één hand omdraai is op de lossen. Wel leeft momenteel bij vele de gedachte orn orde op zaken t stellen en hij doet een beroep op iedereen die leeft en wil blijven leven om hier aan zijn volle medewerking te verlenen. Hierna wordt omtrent de overige punten van de ingekomen stukken en mededelingen conform de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. Mets meer aan de orde zijnde en geen der raadsleden meer het woord verlangende sluit de voorzitter om 22.45 uur de vergadering met het gebruikelijke gebed. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raarder gemeente Halsteren gehouden op 'f De voorzitter,'

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1972 | | pagina 73