Het lid Sinke is er van overtuigd dat men allemaal graag eerst het zwembad had
gezien, maar dat laat, - zonder dat iemand tiaar wat aan kan doen - nog op zich
wachten. Nu plotseling heeft men dit en men moet blij zijn dat deze kans aange
grepen kan worden. Wel wil hij er nu reeds voor waarschuwen zowel kwantitatief
als kwalitatief de zaak naar wens te maken en niet te veel toestanden in de hal
onder te brengen. Op de sporthal zelf moet men niet beknibbelen. Dit is voor ja
ren een goede aanwinst en hij is blij met dit voorstel, te meer omdat het zwem
bad niet hoeft te wathten. Natuurlijk heeft zoiets wel bepaalde consequenties
en is het niet te loochenen dat bepaalde zaken die onderaan op de lijst staan
worden verdrongen, maar zoiets gebeurt in de praktijk altijd. Grijpt men deze
kans niet, dan zal men met een sporthal moeten wachten tot de Schans.
De voorzitter merkt op dat alles draait om de garantie, zowel voor de raad als
de bevolking. Hij wil daarom nogmaals stellen dat men niet bevreesd hoeft te
zijn dat er voor het bad geen voldoende dekkingsmiddelen aanwezig zouden zijn.
Het lid Storm-Bosch vindt dat dat voor de mensen juist niet duidelijk is.
Het lid Somers vindt dat je zoiets de mensen duidelijk kunt maken door te ga
randeren dat er ook een bad komt.
Wethouder van Wezel vraagt zich af of er een raadslid zou sijn die op het mo
ment van het afkomen van de ACW-subsidie een bepaald beschikbaar bedrag niet voor
het zwembad zou bestemmen. Die gevraagde garantie van de raad is naar zijn me
ning reeds aanwezig.
Het lid van Elzakker weet dat het zwembadplan klaar ligt en hij dacht dat het
ten gevolge van de heersende werkeloosheid wel is te verwachten dat het zwembad
reeds volgend jaar als subsidie-object uit de bus zal komen. We moeten de sport
hal pakken en het bad niet uit het oog verliezen.
Het lid Storm-Bosch herhaalt dat zij geen inzicht van zaken heeft. Zij kan wel
zonder meer zeggen het voorstel aan te nemen, maar het is toch de taak van het
college haar de gevraagde duidelijkheid te verschaffen. Zij wil ook graag weten
als er iets aan schort.
De voorzitter wijst er op dat duidelijk is gezegd dat er voor het bad nog iets
gevonden moet worden. De subsidie kan 75^ bedragen, maar het zou ook 50kun
nen zijn.
Het lid van Elzakker dacht dat er genoeg was gepraat en men maar tot stemming
moet overgaan.
De voorzitter wijst er op dat dit voor de buitenwacht niet prettig aandoet.
Wethouder van Wezel kan zich wel voorstellen als men geen vertrouwen zou hebben
in het ë,o 1 lege, maar moeilijk als men dat niet in de raad zelf heeft.
Het lid Storm-Bosch zegt alleen een beter inzicht te willen. Op basis van deze
gegevens is het moeilijk een goed besluit te nemen.
De voorzitter zegt het belangrijk te vinden dat de bevolking weet dat de raad
achter het bad staat.
Het lid Glarijs vindt dat er voor de mensen niets meer in de weg kan staan als
uit de notulen en de pers blijkt dat de bouw van een sporthal de realisering
van het bad niet in de weg hoeft te staan.
De voorzitter wil resumerend vastleggen dat iedereen er zich voor uitspreekt
dat het bad voor wat betreft de financierings- en dekkingsmiddelen niet in de
knel zal komen en als het na de subsidieverlening als AGW-object opnieuw be
handeld wordt, de raad alle mogelijke posten zal uittrekken om tot realisering
te geraken.
Het lid Storm-Bosch vraagt zich af wat de raad zal doen als er tussentijds een
ander project komt wat nog urgenter blijkt te zijn.
De voorzitter antwoordt dat men zoiets altijd blijft houden.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten.
10. VOORSTEL TOT SUBSIDIEVERLENING AAN DE ZWEM- EN POLOVERENIGING "DE KRAB
BEN" BERGEN OP ZOOM.
Het lil Roosenboom heeft gezien dat men bij Olympus om advies heeft gevraagd.
Hij vindt het wel verwonderlijk dat m«n op het eerste schrijven niet heeft ge
reageerd en op het tweede verzoek een nietszeggend antwoord werd ontvangen.
De gemeente heeft voor Olympus vrij veel gedaan en hij vindt deze gang van za
ken dan ook niet elegant. Het verlenen van subsidie vindt hij wel juist, omdat
men deze sport in Halsteren zelf niet kent en er voor wegvloeien van leden dus
geen gevaar bestaat. Wel vraagt hij zich af hoe men aan het bedr-ag van f 7j
komt
3 voorzitter zegt dat dat een slag in de lucht is.
Het lid Roosenboom vraagt of de verstrekking van deze subsidie geen consequen
ties ge-ft voor de halsterse verenigingen.
De ro'Arrli.tnv merkt op dat de halsterse sportverenigingen ook. al indirekt wor
den gesubsidieerd door middel van de accomodatie»
Het lid Mens heeft zich er over verbaasd dat van de zeven gevraagde gemeenten
er sic -hts één subsidie verleent en dat op grond daarvan ook een voorstel wordt
gedaan. Hij is het daar niet mee eens. In 1968 heeft de raad een besluit geno
men om. geen subsidie te verlenen aan vreemde verenigingen en daar blijft hij
bij. Zou men wel subsidie verlenen en komt er straks een ander ook. om vragen
dan kan dat moeilijk geweigerd worden.
De voer-zit:-er wijst er op dat men in Lepelstraat voortdurend heeft te maken
met e: "vereniging in de ene gemeente en leden in de andere. Zoals ook in Le-
pels^:rae,t e<--n soepele houding wordt aangenomen, is dat ook hier op zijn plaats.
Hetzelfde geldt in zekere zin obk voor de muziekschool.
Het lid MenB_ informeert of de subsidie gebonden is aan een leeftijd.
ue voorzit ter antwoordt dat het jeugdleden zijn.
Het lid Mens vraagt of leden hoven de 16 jaar ook voor subsidie in aanmerking
komen.
De voorzitter licht toe dat men gebonden is aan de leeftijden, conform onze
eigen jtwsgdsubsidieregeling.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten.
12. VOORSTEL TOT HET AANVRAGEN VAN VOORZIENING OM ALSNOG GOEDKEURING TE VERLE
NEN AAN DE RAADSBESLUITEN VAN 29 JUNI 1972 TOT AANKOOP VAN ONROEREND GOED
VAN A.VAN DORST VOOR EEN PRIJS VAN 124.936.— EN TOT 31E WIJZIGING VAN DE
BEGROTING 1972 WAARIN EEN KREDIET TOT HETZELFDE BEDRAG VOOR DIE AANKOOP IS
GERAAMD.
De voorzitter licht toe dat deze zaak door het college nogal hoog wordt opgeno
men en dat daarom voorgesteld wordt in beroep te gaan.
Het lid Roosenboom merkt op dat toen het destijds in de raad werd besproken men
uitging van de veronderstelling dat Bloemendaal er wel zou komen, maar nu ga je
daar toch wel aan twijfelen. Mocht het bestemmingsplan inderdaad niet doorgaan,
dan zijn de daar gedane aankopen, - en dat zijn er nogal wat -, helemaal voor
niets gedaan.
De voorzitter zegt dat het college vindt dat het plan ter plaatse door moet gaan
en dat men daarvoor op 5 januari 1973 naar de griffie gaat voor een gesprek over
deze kwestie.
Het lid Sinke informeert hoe lang het kan duren aleer er een uitspraak van de
Kroon is
De voorzitter antwoordt dat dat wel twee jaar kan duren en voor (it bouwplan de
beslissing dan geen zin meer heeft. Er wordt echter gehoopt dat men in een ge
sprek een vergelijkingsbasis kan vinden.
Het lid Sinke vraagt of het argument van de toekomstige luchthaven al is aan-