_2- 11. BEHANDELING SUBSIDIES» De voorzitter meent dat men het "beste de punten stuk voor stuk kan doornemen, ten zij iemand speciaal nog algemene beschouwingen wenst te houden. Het lid Storm-Bosoh wenst te herhalen hetgeen zij reeds vorig jaar gezegd heeft. Zij vindt het onredelijk om de aanvragen van bijvoorbeeld de Hartstichting, Astma- fonds en nierstichting af te wijzen. Deze stichtingen doen bijzonder veel goed en de gemeente staat er echt niet zo slecht voor dat ook aan hen subsidie geweigerd moet werden. De voorzitter licht toe dat dit een principieel punt is. De provincie heeft des tijds gezegd niet datgene te subsidiëren wat speciaal een rijkszaak is. Een aan tal gemeenten hebben zich daar op deze gedachte eigen gemaakt en besloten niet meer te subsidiëren wat als taak van rijk of provincie kan worden aangemerkt. In West-Brabant is min of meer afgesproken dat datgene wat niet specifiek een gemeen- tetaate is niet te subsidiëren. Die afspraak is gemaakt met pijn in het hart, maar men zal moeite moeten doen om hierin te volharden. Er is altijd wel het een of ander waarvoor iemand sympathie kan opbrengen. Tot op heden heeft men de regel echter betrekkelijk consequent toegepast. Het lid van Eekelen merkt op dat de bijdragen inzake het muziekonderwijs niet bij de subsidies zijn vermeld. De voorzitter antwoordt dat er beslist meer posten zijn aan te wijzen dia met eni ge fantasie in de subsidielijst gestopt kunnen worden, maar daar toch niet in zijn opgenomen. Het zijn grensgevallen, maar als men het nodig vindt mag men ze gerust uit de begroting halen en hier hij, dit punt hespreken. Het lid Roosenboom heeft bij de bestudering van. de map kunnen constateren dat er veel mensen zijn die wel graag geld hebben, maar daar niets voor willen doen. Een raadslid wil graag cijfers van een rekening en begroting zien. Daar kan hij veel uit opmaken. Er zou bijvoorbeeld in kunnen staan dat de ene gesubsidieerde vere niging aan de andere gesubsidieerde moet betalen voor de huur van een lokaliteit. De uitgaven van de een zou men zo hij de andere weer als inkomsten ontdekken. De voorzitter zegt dat zoiets alleen duidelijk zou kunnen werken als allen dezelf de methodiek zouden volgen. Bovendien zijn er verenigingen die ongeacht de begroting of rekening een bepaald bedrag per inwoner krijgen. Dit is een vast bedrag en een begroting of rekening heeft dan ook weinig zin. Het kan natuurlijk wel voorkomen dat een bepaalde vereniging meent niet voldoende te krijgen en ter staving van j^ijn verzoek een rekening en begroting overlegt. Het lid Klaassen informeert hoe het staat met de seniorensubsidie. De voorzitter licht toe dat de adviesraad voor de sport een rapport heeft opgesteld dat echter te democratisch en rigoreus was opgesteld. Het college heeft verzocht dat rapport terug te nemen en heeft nu de eigen mensen opdracht gegeven aan dit probleem te sleutelen. De verenigingen zijn allen verschillend en onvergelijkbaar. Bij het bepalen van de subsidie moet daar rekening mee gehouden worden. Het lid Klaassen had wel graag gezien dat de verordening er hij had gelegen. De voorzitter wijst er op dat dit punt dan nog moeilijker was geworden. Later zal deze verordening apart in de vergadering worden gebracht. Het lid Klaassen is van mening dat hij heter nu aan de orde had kunnen zijn. De voorzitter zegt dat dat niet kan, omdat hij niet klaar is. Het lid Roosenboom wijst er op dat de kantine voor de voethal toch wel een lukra— tief zaakje is. De voorzitter antwoordt dat het over veel schijven loopt, naast de verenigingen ko men ook de beheerder en de stichting sportpark om hun deel. Het lid Klaassen vraagt of de verordening, ook als hij later wordt vastgesteld, toch nog voor dit jaar kan gelden. De voorzitter zegt dat de raad dat zelf in de hand heeft. Zij kan de verordening terugwerkende kracht geven. Het lid Klaassen wil graag weten hoe lang men nog op deze verordening denkt te wachten. De voorzitter antwoordt dat gezocht wordt naar een verfijningsregeling. Het lid Klaassen vindt dat men deze regeling moet terugspelen naar de sport raad. jjl YPr.: 'r wijst op dat hij daar juist vandaan kwam, en. nu in studie is gegeven aan financiën. Het lid Klaassen vraagt zich af of het geen tijd wordt een commissie sportza ken te benoem n. Het lid Roogei boom da. L' van w -l. De voorziet<-:r licht toe dat -ie stichting sportpark op dit gebied gezien moet worden ais een adviserand lichaam ten behoeve van het college. Het lid 1sassen vindt dat daar momenteel weinig uitkomt. De v .T-,-yr acht het goed mogelijk dat door het instellen van de sportraad de afctivit-.ilen zijn verschoven en het accent nu is verlegd naar de accommo datie. Z5S T|>'~ dacht dat de verminderde activiteiten een gevolg waren van recente l-st ..viswisselingen. 7SÏLIk- Kj'vlijtig vindt he t instel Xen van zo'n commissie op dit moment ongewenstoHaj vreest dat ze in plaats van regelend en verhelderend te werken, teger..- i.ng~' v.. -r's ak dij raadt het instellen van deze commissie met kiem af. -J311 jj'h.ü:..-zag graag dat men het nodige vertrouwen had in. de sportraad en in de commissie sportpark. Het lid Regenboom wil er de raadsleden graag bij betrekken. He„ lid Klaassen verzoekt de instelling van deze commissie toch nader te bezien. De vo-f er zegt dat h. vraagt of de adviescommissie jeugdzaken zich al over de jeugd. i'. ».g i.ng hi g-bogen. Wethoud-de Warrreig antwoordt dat dat i.n bewerking is. 176.00 Hei; lid van Tillo verbaast het dat de subsidie aan het Comité Zonnebloem Steen- hergen is afgewezen. Dit comité werkt parochieel en hoewel het onder Steenbergen hoort valt er ook een gedeelte van Lepelstraat bij. Lepelstraat zelf heeft geen afzonderlijk comité. Een dergelijk samengaan kent men bijvoorbeeld ook op het ge bied van de bejaarden. De voorzitter zegt toe dit te zullen bekijken. 188.00 Het lid Mouws is ter ore gekomen dat de kinderen die op de lagere school gebruik hebben gemaakt van de schooltandverzorging hij het vervolgonderwijs geen particu liere tandarts kunnen vinden. Wiemand van de tandartsen neemt ze nog aan. Ze ko men zo in het luchtledige, waardoor alle moeite, die op de lagere school aan het gebit is gespendeerd in korte tijd verloren gaat. De voorzitter weet dat dit een urgent probleem is. Twee jaar geleden heeft hij er reeds voor gewaarschuwd dat de plaatselijke tandarts een stop zou moeten invoeren. Nu is alles al dicht en moet men trachten in een van de omliggende plaatsen, zoals Wouw of Etten, een tandarts te vinden. Het lid Mens weet uit hoofde van zijn beroep dat er in Zuid-West-Brabant sprake is van een noodsituatie. Dit is ook bekend bij de Koninklijke Maatschappij ter Bevor- dering van de Tandheelkunde» De afgestudeerden "blijken voor deze streek geen "be- langstelling te hebben en blijven meestal hangen in de universiteitssteden. De ziekenfondsen hebben er zelfs op aangedrongen om hier meer tandartsen te doen vestigen. De mensen zelf die nog geen tandarts hebben worden slechts met kunst en vliegwerk geholpen. Het ziekenfonds heeft volledig begrip voor de situatie en komt de gedupeerden zoveel mogelijk tegemoet door hun saneringskaart te ver lengen® Daar zijn ze echter niet mee geholpen en het gebeurt dat ze hij hun

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1972 | | pagina 114