HALSTEREN
GEMEENTE
w-
Notulen_Yan_de_huitengewone_02enbare=raadsvergadering=d|r=gemeente=H|l|tereni
S§houden_OE=zaterdag=20=januari=12ï|=om=l4?;20=uur=in=het=Vereni|in^gebouWi
ter gelegenheid_van_het_40-jarig_ambtsjubileum_van_de_gemeentesecretaris»
Aanwezig: Voorzitter: Drs. A.L.Heldens, burgemeester
Secretaris: C.J.H.Geers, waarnemend
Leden P.van de Watering en J.M.P.van
Wezel, wethouders
W.A.Clarijs, J.P.van Eekelen,
D.Jansen, J.Klaassen,
Mevr. P.de Knijf-Klaassen,
J.Mens, F.A.C.Mouws,
A.P.P.Roosenboom, J.Sinke,
MevrJ.Storm-Bosch
Afwezig: M.van Elzakker, wegens uitstedigheid
P.van Tillo, wegens familieomstandigheden
J.Somers, wegens ziekte.
De voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijke gebed en spreekt hierna
de volgende rede uit
Dames en Heren leden van de Raad, Geachte genodigden, mag ik U van harte welkom
heten op deze raadsvergadering, in het bijzonder U - gemeentesecretaris en Uw fa
milie.
Wij zijn hier vanmiddag bijeengekomen om het feit te herdenken dat het 40 jaar ge
leden is dat U, gemeentesecretaris, in dienst bent getreden der gemeente Halsteren.'
Het is begrijpelijk dat naar aanleiding daarvan menigeen probeert deze tijd te overat
zien, zich een voorstelling probeert te maken van de typerende tijdebeelden, welke
door die 40 jaren worden omsloten. Maar het zal slechts weinigen gegeven zijn om
zoals U- dat kunt - deze ontwikkelingstijd van Halsteren werkelijk te overzien aan
de hand van eigen ervaring. Met behulp van de mondelinge overlevering, kranten- en
andere berichten kunnen wij slechts trachten daarvan een globaal beeld te schetsen.
In grote lijnen zou men deze spanne tijds kunnen verdelen in de crisisjaren, de oor
logsjaren, de na/-oorlogse opbouw en wederopbouw jaren, de tijd na de watersnood en
het jongste verleden.
Ik zou me zo kunnen voorstellen dat in die crisisjaren het gehele personeel - dat
wil zeggen met inbegrip van de gemeentesecretaris een man of drie was gehuisvest
in één vertrek, dat verwarmd werd door een ouderwetse potkachel en verlicht door
een bolletje van een bekende fabriek uit het zuiden des lands, waarboven een groen
of wit-ge'émailleerd metalen kapje was aangebracht en ik kan me voorts voorstellen
dat de werkzaamheden door de lagere ambtenaren nog werden verricht staande aan een
houten lessenaar, 20ala ik me ook voorts kan vooretellen dat de "net-»erkzaamheden"