=8= BEHANDELING OVERIGE PUNTEN INGEKOMEN STUKKEN EM MEDEDELINGEN Punt 6, 10 en 11 Het lid Roosenboom wil de punten 6 en 11 graag combineren. In punt 6 leest hij dat goedkeuring is onthouden aan het besluit tot aankoop van het paro chiehuis en in punt 11 dat het besluit is goedgekeurd. Hij vraagt of dit ge scheiden gezien moet worden in financiering en principe-aankoop. De voorzitter antwoordt dat dit inderdaad het geval is. Voor wat betreft de financiering tal er een burgerzinlening worden afgesloten. Het lid Roosenboom vraagt of het punt 10 hetzelfde is. De voorzitter beaamt dat en deelt mede dat ook in dit geval een burgerzinle— ning wordt afgesloten. Punt 12 Het lid Mouws heeft begrepen dat de provincie het spel van Halsteren door heeft hetwelk er vanuit ging dat indien de aankopen ook goedgekeurd werden dit straks een reden zou zijn om de uitbreiding in zuidelijke richting goed te keu ren. Nu ze dit door hebben ziet hij geen reden meer om tot aankoop over te gaan. De' voorzitter zegt dat dit niet de reden was om tot aankoop over te gaan, maar één van de redenen. Het lid Roosenboom wijst er op dat de prijs alleen betrekking heeft op de naakte grond, maar dat daar straks ook nog eens twee tot vier gulden per m2 pachtschade bij komt. De voorzitter antwoordt dat normaal 2,voor naakte grond wordt betaald. Het lid Roosenboom leest in de brief dat Gedeputeerde Staten voorshands niet van plan zijn om het uitbouwen van Lepelstraat in zuidelijke richting toe te staan. Als je de brief goed leest komt het er op neer dat we dat plan rustig kunnen ver geten. Voor ruilobject vindt hij de prijs wel redelijk, maar als men de pachtver- goeding er bij gaat rekenen komt men op een heel ander en hoger bedrag en hij vraagt zich af of Gedeputeerde Staten dit besluit ook goedgekeurd zouden hebben indien zij van de pachtvergoeding op de hoogte geweest waren. Du voorzitter blijft er bij dat de aankoop voor Halsteren beslist niet duur is. Het lid Roosenboom vindt het een sprong in het duister en voor ruilobject vindt hij het een misleidende prijs. Het lid Mouws merkt op dat er opvallend wordt gesproken over het niet uitbreide! in zuidelijke richting; houdt dit dan in dat uitbreiding naar noordelijke rich ting wel is toegestaan. De voorzitter antwoordt dat dit inderdaad zo is, maar dat het naar de mening van het college beter kan uitbreiden naar zuidelijke richting en die mening wil ze nog niet loslaten. Het lid Sinke dacht dat de regio ook dacht aan een uitbreiding in zuidelijke rich ting. De voorzitter licht toe dat dit inderdaad zo is en dat de mening van de diverse stedebouwkundigen van de regio straks mogelijk meer gewicht in de schaal zullen leggen bij de provincie. Punt 13 Het lid Roosenboom heeft zich er over verwonderd dat Snoeijers onderaan de ur- gentielijst staat terwijl men die eigendommen nodig heeft voor de bouw van een zwembad dat nummer een staat op de prioriteitenlijst. Wil men het bad snel rea liseren dan zal dit object naar boven gehaald moeten worden. De voorzitter wijst er op dat er nog andere zaken zijn die urgenter zijn, zoals bijvoorbeeld de kantine. Daar komt nog bij dat men voorlopig nog niet in staat is om het bad te bouwen. Punt 23 Het lid Roosenboom vindt het. afschriftje dat ter inzage heeft gelegen wel wat weinig. Waarom heeft men bij de ingekomen stukken niet iets meer ter in zage gelegd. De voorzitter antwoordt dat de brief van 27 mei 1970 in de raad is geweest. Overigens is hij het er wel mee eens dat het verduidelijkend zou werken indien de overige correspondentie ook ter inzage werd gelegd, maar dat zou wel wat veel kunnen worden. Het lid Roosenboom wijst er op dat hij al eens eerder heeft gesproken over het onderbrengen van de grondzaken bij openbare werken. Hoewel de afstand tussen het gemeentehuis en de dienst gemeentewerken niet groot is, acht hij het beter, om communicatiestoornissen te voorkomen, dat alles onder één dak wordt behan deld. De voorzitter antwoordt dat bij de begrotingsbehandeling is toegezegd om dit uit te zoeken. Dit is ook gedaan en bij diverse gemeenten is naar de gang van zaken geïnformeerd. Het bleek dat de meeste gemeenten handelden zoals in Halsteren gebeurt en het college vindt dan ook geen aanleiding om hierin verandering te brengen. Punt 23 Het lid Roosenboom zegt reeds voldoende geïnformeerd te zijn bij de behandeling van punt 13. Punt 26 Het lid Clari.is meent uit de brief gelezen te hebben dat het hier gaat om de zorg voor gehandicapte kinderen in internaten. De voorzitter antwoordt dat dit niet het geval is. Het gaat om vorming en bezin- ningswerk met overnachting, waaraan geheel op vrijwillige basis kan worden deel genomen. Punt 28 Het lid Mouws vindt het wel fijn dat er adhaesie wordt betuigd, maar men moet ook de nodige aandacht schenken aan de eigen gemeente. De MAVO-school verkeert in een zeer beroerde positie. Hoewel hij weet dat deze school niet rechtstreeks onder de gemeente valt zag hij toch graag dat het gemeentebestuur contact met de MAVO opnamw De voorzitter antwoordt dat er geregeld hierover besprekingen zijn geweest. Het college is bereid om met toepassing van artikel 72 cfe oude procedure te volgen. De financiële kwestie blijkt echter een moeilijke klip te zijn. Met de inspek- teur wordt er nu aan gewerkt om een tussenweg te vinden. Het lid Roosenboom merkt op dat die noodlokalen waardeloos worden genoemd. Het college geeft dat nu dus toe. De voorzitter antwoordt dat het college ook nooit heeft gezegd dat houten loka len waardevol zouden zijn, maar het was de enige mogelijkheid om iets te krij gen. In principe moet men inderdaad proberen goede voorzieningen te treffen. Punt 29 Het lid Somers zegt het navolgende: "Meneer de voorzitter. De uitlating van mijn geacht collega-raadslid de heer W. Clarijs in de brief aan het college kan niet collegiaal en prettig genoemd wor den. Ik dacht ook niet dat dergelijke brieven bevorderlijk zijn voor een goede sfeer in de raadsvergaderingen. En de heer Clarijs zal het zo waarschijnlijk ook

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1971 | | pagina 78