Het lid KI aassen wijst op het gevaar dat niets zo definitief is als het
tijdelijke.
De voorzitter geeft toe dat het gevaarlijk is, maar ziet dit gevaar meer
voor het gebouw dan voor deze functie.
Het lid Klaassen is er voor om het voorstel van het college te volgen
voor wat betreft de punten onder a en b, en c af te wachten tot er een
urgentieschema is opgesteld.
Het lid Storm—Bosch acht het niet uitgesloten dat er dan weer andere din
gen op het urgentieschema staan en dat de bibliotheek hiermee op de lange
baan wordt geschoven.
Het lid Klaassen acht dit zeer goed mogelijk. Als men nu zou besluiten
tot het oprichten van een bibliotheek zou men daar later bij het opstel
len van een urgentieprogramma wel eens spijt van kunnen hebben omdat andere
zaken urgenter zouden zijn. Hij denkt hierbij bijvoorbeeld aan de kleedlo
kalen op het sportveld.
Het lid Storm-Bosch wil het daar ook zo goedkoop en eenvoudig mogelijk.
Het lid Mens wil ook eerst een urgentieprogramma. Als daaruit blijkt dat
er eerst een bibliotheek moet komen, dan komt die er ook eerst. Maar het
is ook mogelijk dat men eerst zal komen met een zwembad en een instructie-
bad en dan zal men daar ook het eerst naar toe moeten werken. Men kan niet
alles tegelijk hebben.
De voorzitter zegt dat het moeilijk is om alles in het urgentieschema op
te nemen. Men kan er grote projecten in opnemen, waartoe bijvoorbeeld een
niéuw bibliotheekgebouw behoort; maar hij gelooft niet dat men een tussen
oplossing ook in het schema op zou moeten nemen.
Het lid Mens kan zich indenken dat men een bedrag van 10 a 20.000 gulden
even tussendoor neemt, maar niet een bedrag van meer dan twee ton.
De voorzitter licht toe dat die twee ton in verschillende kredieten zijn
te splitsen.
Het lid Mens merkt op dat dat weinig verschil maakt. Alles zal toch betaald
moeten worden.
Het lid Somers oppert het idee om, als men bezwaar heeft tegen het pand Se-
bregts, alvast maar met 6.000 boeken in Lepelstraat te starten. Daar is in
Lepelstraat wel ruimte voor.
De voorzitter vindt dit een verrassende oplossing. Hij gelooft dat men moet
doorgaan met de zaken te bestuderen en zich opnieuw te beraden.
Het lid Jansen is van mening dat dit nu zou inhouden dat het pand Sebregts
wordt afgesloten en dat vindt hij een jammerlijke zaak. De gehele raad is
het er over eens dat er een bibliotheek moet komen. Persoonlijk is hij er
ook van overtuigd dat een zwembad de eerste prioriteit geniet en hij zou een
optimale bibliotheek dan ook niet wensen omdat dit ten koste - van het zwem
bad zou gaan. Voor ongeveer twee ton kan men het pand Sebregts geschikt ma
ken voor vestiging van een bibliotheek, die toch wel een jaar of acht zou
meekunnen. In deze acht jaar had men kunnen nagaan in hoeverre er belangstel
ling was voor een bibliotheek en behoefte aan nieuwbouw. Na realisering van
de nieuwbouw had het pand van Sebregts dienst kunnen doen als een deel van
het cultureel centrum.
De voorzitter zegt dat hij nog nooit heeft meegemaakt dat de raad spijt had
van een gedane aankoop. De oplossing zou misschien kunnen liggen in het star
ten met een jeugdafdeling. Dit is iets nieuws wat nog bescheidener is, maar
men zou kunnen starten.
Het lid Jansen zou graag de mening van de raad willen weten en dient daarom
namens vijf raadsleden een amendement in om het pand Sebregts toch aan te ko
pen.
De voorzitter wijst er op dat dit het tegendeel is van het voorstel van het
college.
-9-
Het lid Jansen zegt dat men hiermee wil accentueren de noodzaak van aankoop
van het pand Sebregts.
Het lid van Elzakker wil het voorstel van het college in stemming brengen
zoals nader is toegelicht door de leden Klaassen en Mens, dus voor a en b,
maar tegen het bepaalde onder c. Hij meent dat de voorzitter er debet aan
is, dat dit allemaal zo lang moet duren. Nu wordt nieuwbouw zo duur' mogelijk
afgeschilderd en verbouw zo goedkoop mogelijk.
De voorzitter vraagt of het lid van Elzakker twijfelt aan de deugdelijkheid
van de cijfers en daarmee aan de deskundigheid van Muys.
Het lid van El zakker- zegt dat men hiermede voorwent geen vertrouwen te heb
ben in de ambtenaren. Straks wordt de begroting nog in twijfel getrokken. Hij
zou graag willen dat de voorstellen van het college eerst na grondige voor
bereiding de raad bereiken en anders niet. Hij vindt het absurd dat de vori
ge keer staande de vergadering een toelichting op het voorstel werd gegeven
die een heel andere visie op de cijfers gaf en dat nu weer een dag voor de
raadsvergadering een kanttekening aan de leden wordt toegestuurd. Als later
blijkt, dat een voorstel niet juist is, dan moet dat worden teruggenomen en
moet men de ambtenaren niet voor onbekwaam wegzetten.
D--_vo'-rzi'ter wijst er op dat hij geen enkele ambtenaar onbekwaam heeft ge
noemd, maar dat anderen die er juist bij hebben gehaald.
Het lid var- El zakker merkt op dat de voorzitter in de vorige vergadering
heeft gezegd dat de cijfers niet klopten.
De voorzitter antwoordt dat hij daarvoor ook zijn excuses heeft aangeboden.
Hij wij"4 er voorts op dat het zijn plicht is om de raad. daarop te wijzen en
hij dacht dat dat op de meest discrete wijze is gebeurd.
Het lid van El zakker vraagt waarom vlak voor de vergadering deze kanttekening
verstuurd moet worden.
De voorzitter zegt dat hij mede verantwoordelijk is voor de inhoud van de
stukken die naar de raadsleden gaan en hij een kanttekening nodig achtte om
dat er onjuistheden in het voorstel zaten, zoals bijvoorbeeld de vloeropper
vlakte en het inwonertal en hij voelt zich verplicht de raad op deze onvolko
menheden te wijzen.
Het lid van Eekelen vindt deze gang van zaken niet juist. Hij vindt dat de
voorzitter niet zonder meer kan zeggen dat er in een bepaald voorstel enige on
volkomenheden zijn geslopen. Indien dat het geval, is past er maar een oplos
sing en dat is dat het voorstel wordt teruggenomen ter nadere bestudering van
het college en de ambtenaren en dat het college pas dan opnieuw met het voor
stel komt ind.ien ze het daarmee eens is.
De voorzitter is van mening dat, indien er correcties nodig zijn, daarop ge
wezen moet worden. Hij dacht dat men wel toe was aan het sluiten van de be
raadslagingen.
Het lid Jansen stelt voor het verst strekkende amendement in stemming te bren
gen en dat is aankoop van het pand Sebregts.
Het lid Roosenboom licht nader toe dat hiermee bedoeld wordt het aankopen
van het bedoelde pand en het met de meest geringe kosten verbouwen. Mocht men
straks op het urgentieschema het zwembad eerst plaatsen dan heeft men jaren
lang geen bibliotheek. In afwachting daarvan dacht hij dat dit wel een geschik
te tijdelijke gelegenheid was.
De voorzitter concludeert dat men stemming wenst voor de punten a, b en c. Be
treffende punt a is de formulering dan zodanig dat, indien aankoop uit de bus
komt, zo bescheiden mogelijk verbouwd zal worden.
Wethouder van de Watering is niet gelukkig met de gang van zaken. Het college
heeft een voorstel gelanceerd dat gebaseerd is op cijfers die zijn opgesteld
in overleg met deskundigen. Deze cijfers moet men zien als ramingen en begro
tingen, meer waarde kan men daar niet aan hechten. Het pakket is nu onover
zichtelijk geworden en hij vindt het jammer dat de kanttekening van de voor
zitter ook onvolkomenheden bevat, want dit maakt de verwarring alleen maar
groter. Ook hij is er van overtuigd, dat er een bibliotheek moet komen, maar
overigens blijft hij b@ het voorstel van het college.