11. VOORSTEL TOT HET NEMEN VAN VERKEERSMAATREGELEN IN DE KERKSTRAAT EN LEPELSTRAATSEWEG. Het lid Mouws heeft met verbazing van dit punt kennis genomen. Men spreekt zichzelf hier toch wel enorm tegen. De Eikhuizenlaan werd destijds geen voorrangsweg, omdat dit bij nader inzien de veilig heid niet verhoogde. De funktie van de Kerkstraat is in zekere zin dezelfde als die van de Elkhuizenlaan en die zou wel als voorrangs weg moeten dienen. Dit gekoppeld aan het feit dat er aan de zuidzijde van de Kerkstraat een parkeerverbod wordt voorgesteld, kan alleen maar tot gevolg hebben dat de Kerkstraat wordt schoongeveegd en daar mee dan te verwachten is dat alleen de snelheid in de Kerkstraat zal worden verhoogd. Daar komt nog bij dat de Kerkstraat meerdere onover zichtelijke kruispunten heeft die voor een vreemdeling nauwelijks waarneembaar zijn. Hij denkt hierbij bijvoorbeeld aan de Pierazenberg. Een vreemdeling is er al voorbij eer hij in de gaten heeft dat er een zijweg op de Kerkstraat uitkwam. Hij voelt dan ook meer voor een voor rangskruising dan voor een voorrangsweg. Bij een voorrangskruising wordt door middel van een vliegende bom alle verkeer er duidelijk op gewezen dat er een zijweg nadert waar iets uit zou kunnen komen. Hoe wel hij voorrang heeft, weet hij toch dat er een zijweg is en zal hij daar meer attent zijn dan indien hij van het bestaan van een zijweg niet op de hoogte was. Waarom moet het parkeerverbod ook ophouden bij het pand 68. Hij is voor alles of niets. Men zou de hele straat kun nen nemen en dan de parkeerplaats bij het gemeenschapshuis uitbreiden. Het parkeerverbod zag hij dan graag uitgebreid met de brommers die dik wijls het trottoir versperren, hetwelk hem een doorn in het oog is. Het lid Somers zegt dat de reden tot het instellen van een parkeerver bod aan de zuidzijde is geweest het toenemen van het parkeren doordat aan de noordzijde een parkeerverbod gold. Het parkeerverbod stopt nu bij het pand Kerkstraat 68, juist waar de Kerkstraat smaller wordt en een bushalte is geplaatst. Hij meent bij nader inzien te moeten plei ten voor een parkeerverbod tot aan de Kruisweg. Hij dacht dat deze wijziging niet eerst in de commissie behandeld diende te worden. Overigens merkt hij op dat hij deze kwestie heeft doorgesproken met wachtmeester de Wilde en ook die begrijpt niet waarom het parkeerver bod niet is doorgetrokken. Wethouder van Wezel wil wel graag een schriftelijke bevestiging van de politie alvorens een besluit te nemen. De voorzitter vraagt of de leden er mee akkoord kunnen gaan, onder voorwaarde dat de politie en commissie alsnog blijken met de wijziging in te stemmen. Het lid Mouws blijft er bij dat hij tegen een voorrangsweg is. Wel kan hij zich indenken dat er voorrangskruisingen komen. Hij snapt het ver schil met de Elkhuizenlaan niet. De mensen in het verkeer kan men niet voldoende informeren en dat zou hier ook beter kunnen door middel van de vliegende bom. Dit scheelt hoogstens een paar borden, maar komt de ver keersveiligheid ten goede. Wethouder van V/ezel licht toe dat ook de politie heeft geadviseerd tot het instellen van een voorrangsweg. Het lid Mouws wijst er op dat ondanks de adviezen van de politie de Elk huizenlaan dan weer wel en dan weer niet tot voorrangsweg werd verklaard. Waarom zou het college dan ook schermen met het advies van de politie? Wethouder van Wezel antwoordt dat het advies van de politie altijd bij verkeersmaatregelen wordt gevraagd omdat die de zaak beter verkeerstech nisch kunnen bekijken. Het lid Mens kan ook niet helemaal met het advies meegaan. Wel voor wat betreft het punt onder a en hij zou er zelfs geen bezwaar tegen hebben indien dit verbod met een veertigtal meters werd uitgebreid. Tegen de

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1971 | | pagina 54