De voorzitter zegt dat het in de praktijk altijd zo geweest is dat alleen diegene die er om gevraagd heeft het nodige kan zeggen of inlichtingen kan vragen; dit om de behandeling van de ingekomen stukken en mededelingen zo sober mogelijk te hou den. Houdt men vast aan het reglement van orde dan is het inderdaad een agenda punt en kan iedereen aan het debat deelnemen. Als de raad deze wijziging in de behandeling dus wenst is er niets op tegen. De soberheid van de behandeling wordt daarmee echter wel achterhaald. Het lid Mens voelt er niets voor om zo weer een soort rondvraag terug te krijgen. De voorzitter zegt dat er altijd wel uitvoerig op dergelijke punten wordt inge gaan, maar zag liever geen debatten daarover. Het lid KI.aassen blijft er bij dat het toch normaal een agendapunt is en zo ook afgehandeld kan worden. De voorzitter vraagt zich af hoe men dit dan kan voorkomen. Het lid van Eekelen vindt dat dit heel eenvoudig kan, door het lid Roosenboom het eerst het woord te geven. Als regel heeft hij het laatste woord en hij vindt die manier uitgekookt en slim. De voorzitter antwoordt dat volgens het reglement van orde de volgorde wordt be paald door de volgorde waarin het woord gewaagd is. Hij wijst er op dat de behan deling vah ingekomen stukken en mededelingen niet meer bedoeling had dan nadere in lichtingen te verstrekken. Mogelijk heeft het college zelf aan een behoefte tot d bat meegewerkt doordat er wel eens zaken onder dit punt werden geschoven waarvoor mogelijk een aparte behandeling beter was geweest. Hij zou het graag alsnog op de oude manier willen proberen. Het lid KIaassen zegt dat artikel 15 toch een normale behandeling toestaat. De voorzitter bevestigt dat, maar wijst er op dat dit altijd wel zeer beperkt is gedaan. Het lid Mens vindt dat de voorzitter vroeger coulanter was in de manier van behande ling dan nu. De voorzitter zegt het graag op de gewone manier nog eens te proberen en mocht het niet bevallen dan verwacht hij van de leden dat ze er wel mee terug zullen komen. De raadsleden kunnen zich daarmee verenigen. Omtrent de overige punten van de ingekomen stukken en mededelingen wordt conform de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. 3. VOORSTEL TOT INVOERING VAN EEN NIEUWE UITKERINGS- EN PENSIOENVERORDENING. Het lid Roosenboom zegt dat het een lijvig boekwerkje is. Toch heeft hij onder an dere gelezen dat het nu mogelijk is dat de raad aan een wethouder-de uitkering kan weigeren. Dat vindt hij een griezelige zaak. In de politiek is het zo dat men op het ene moment voor iemand "hosanna" roept en even later "kruisig hem". Hij is er dan ook bang voor dat een goede wethouder die lange tijd zijn beste krachten aan de gemeente heeft gewijd en op de valreep een slippertje maakt in ongenade bij de raad valt en dientengevolge daarvan geen uitkering zal krijgen. Men kan altijd wel een motief vinden om zoiets te weigeren. Hij vindt het daarom ook een moeilijke bepa ling. De voorzitter zegt dat dit in Nederland algemeen wenselijk wordt geacht en daarom in de regels is opgenomen. Het komt pas ter sprake bij wangedrag en grove verwaar lozing. Deze normen zijn niet zo rekbaar. Hij kan zich bijvoorbeeld indenken (fat een wethouder weigert de gevraagde inlichtingen aan de raad te verstrekken. In dat geval heeft de raad een stok achter de deur door niet alleen de mogelijkheid van ontslag, maar ook de inhouding van een uitkering. Het lid Clari.is meent dat het opnemen van deze bepaling juist een prikkel voor de wethouder zal zijn om het goed te doen en zijn funktie waardig uit te oefenen. =3= Het lid Roosenboom wil dit slechts onder de aandacht van de raad brengen en wij zen op eventuele consequenties. De raad kan bijvoorbeeld een wethouder, die twin tig jaar lang zijn best heeft gedaan, afstemmen en hem dan bovendien nog zijn uit kering onthouden uit rancune. De voorzitter licht toe dat men dan toch waar moet maken wat de grote verwaarlo zing precies is en als de betrokken wethouder het er niet mee eens is dan heeft hij altijd nog de mogelijkheid van beroep op Gedeputeerde Staten. Het lid Somers wijst er op dat in punt 2 van de toelichting op artikel 28 staat dat men later de hele zaak weer ongedaan kan maken. Hij zit nog niet lang in de politiek, maar hij dacht wel dat men zich hier niet druk om hoefde te maken. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming, conform het voorstel van, burgemeester en wethouders, besloten. 4„ VOORSTEL TOT TOEKENNING VAN EEN SUBSIDIE AAN HET COMITÉ WIELERRONDE VAN HAL STEREN. Het lid Mouws vindt dat het comité zichzelf wel tegenspreekt. Er was zelfs een ba tig saldo en nu zou het wegvallen van 10$ van de inkomsten plotseling een ondrage lijke last kunnen worden. Dat is nogal bar gesteld. Met het afschaffen van de ver makelijkheidsbelasting bedoelt men daar dan alle vermakelijkheden mee? De voorzitter licht toe dat de vermakelijkheidsbelasting niet veel voorstelt. Twee maal per jaar heeft iedere vereniging van Halsteren recht op een belastingvrije uitvoering. Vermakelijkheidsbelasting wordt wel geheven voor commerciële bijeen komsten. Voor het wielercomité zijn de entrees de belangrijkste bron van inkomsten en een kleine tegenvaller kan zo'n comité al gauw als een last voelen. Het lid Mens wijst er op dat twee jaar geleden toen de ronde op een bijzonder warme middag werd verreden er\ nauwelijks bezoek was en er daarom dik geld bij moest. Het lid Clari.is dacht dat een batig saldo ook de hogere kwaliteit van het renners- veld in de hand zou werken. Het lid Roosenboom vraagt of het college ook tegemoet komt aan het gevraagde onder b. De voorzitter zegt dat dit nog doop het college bekeken moet worden. Dit zit niet in dit stuk verwerkt omdat dit ter competentie is van het college. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 5... VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN VERKEERSMAATREGELEN IN DE DORPSSTRAAT, FABRIEKS- STRAAT EN BURGEMEESTER ELKHUIZENLAAN Het lid KIaassen vindt het jammer dat de voetgangersoversteekplaats bij het Mast boomplein niet wordt aangelegd. Daar steken de kleutertjes over die naar de St.Maar tenschool gaan en hij dacht dat hij daar harder nodig was. De voorzitter antwoordt dat een teveel aan v.o.p.'s eerder schadelijk werko. Daarbij gelooft hij niet dat er veel kleutertjes uit Zuid—West zullen zijn die zelfstandig naar de kleuterschool gaan. Wethouder van 'Wezel licht toe dat uit een onderhoud met de politie is gebleken dat bij een teveel aan v.o.p.'s het verkeer zich niet aan de maatregelen houdt. Dit werkt dan eerder averrechts. Voor deze plaats is juist gekozen omdat de meeste kinde- rènvan Zuid-West via het Koffiebos daar uitkomen en bovendien voelde de politie hele maal niets voor een v.o.p. bij het pand Dorpsstraat 118Het is overigens frappant dat van de v.o.p. in de Elkhuizenlaan bijzonder weinig gebruik wordt gemaakt. Men neemt meestal gemakshalve de kortste weg. Hij wil met klem ontraden om ueveel v.o.p. s in te stellen. Het lid Storm-Bosch zegt dat men dan toch met het probleem van de kleutertjes blijft zitten. 2 63

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1971 | | pagina 45