De voorzitter antwoordt dat indien is toegezegd dat dit later bekeken zou
worden, dit ook gedaan is en dat dit heeft geresulteerd in dit antwoord.
Ook heeft het college nooit gezegd dat de vragen niet correct gesteld waren.
Het college vond de vragen wel degelijk correct, anders was zij er beslist
niet op ingegaan.
Het lid Roosenboom merkt betreffende zijn betoog over de inspraak op dat er
momenteel zakien aan de orde zijn, zoals bijvoorbeeld de belastingverhoging,
waarbij de bevolking nauw is betrokken. De financiële consequenties zijn
voor rekening van de bevolking en mogelijk willen ze zelfs de voorzieningen
niet die de raad zich nu voorstelt.
De voorzitter antwoordt dat er op dit gebied momenteel wel iets gebeurt. Hij
persoonlijk heeft diverse lezingen gegeven, onder andere voor de K.A.V., de
Boerenbond van Halsteren en Lepelstraat en de Sociëteit. Ook is er in Lepel
straat een dorpscomité, dat mogelijk niet voor honderd procent representa
tief is voor de bevolking, maar dat toch intensief contact heeft met de ge
meente. Nog niet lang geleden is er een wereldstedebouwdag geweest, op welke
dag de inwoners kennis konden nemen van de bestemmingsplannen van Halsteren.
Hieraan is grote bekendheid gegeven door middel van het gemeenteblad. Mis
schien is de inspraak niet zo spectaculair, maar het was er wel.
Het lid Roosenboom zag de inspraak graag geaccentueerd op het college. Het
beleid van Halsteren wordt voor 80% of meer uitgevoerd door het college. Hij
heeft de suggestie gedaan om een seniorenconvent in te stellen. Hij kan zich
voorstellen dat er momenten zijn dat het college zich afvraagt of men een be
paald iets wel of niet zal doen. Op zo'n moment zou men dit seniorenconvent
kunnen raadplegen. Dit seniorenconvent vertegenwoordigt een behoorlijke ach
terban en dit zou al een behoorlijke inspraak bij het college zijn. Het is
gewoon een kwestie van een beetje mee doen aan het beleid, al is het slechts
adviseren: hij wil dus niet op de stoel van de wethouder gaan zitten, maar
gewoon meedoen.
De voorzitter dacht wel dat het college open stond vo<?r nieuwe vormen van in
spraak, maar in feite is er een hoop inspraak aanwezig. Als een bouwvergunning
wordt geweigerd dan kan men volgens de wet in beroep gaan bij de raad. De hin
derwet kent openbare zittingen waartoe de belanghebbenden zelfs schriftelijk
worden uitgenodigd. De bijstandswet kent een soortgelijke beroepsmogelijkheid
en recentelijk is nog besloten om ook bij aankoopzaken de mogelijkheid te ope
nen van een gesprek. De onteigeningswet kent ook hearings. Een groot aantal mo
gelijkheden zijn dus nu al aanwezig.
Het lid Roosenboom merkt op dat er in de praktijk weinig van terecht komt.
De voorzitter kent geen grotere openheid dah een schriftelijke uitnodiging
waarbij men in de gelegenheid wordt gesteld zijn belangen of bezwaren naar vo
ren te brengen.
Het lid Storm-Bosch is van mening dat de inwoners moeilijk met een wethouder
gaan praten.
Wethouder van de Watering merkt op dat het lid Storm-Bosch hiermee wel te ken
nen geeft dat zij van de praktijk niet op de hoogte is.
Wethouder van Wezel heeft die indruk helemaal niet. Vrijdagavond heeft hij
spreekuur, maar dikwijls tot zijn ongenoegen komen ze bij hem thuis en meerdere
malen wordt hij zelfs op zijn land voor een gesprek aangehouden.
De voorzitter dacht dat ook de raadsleden wel open staan voor een gesprek.
Het lid Storm—Bosch wijst er op dat een uitnodiging tot een gesprek zo offici
eel is en dat het voor een leek ten opzichte van deskundigen moeilijk is om zijn
belang naar voren te brengen.
De voorzitter zegt dat ook de raadsleden geen leken zijn, maar in diverse zaken
deskundig.
Het lid Somers dacht dat de halsterse bevolking geen drempelvrees had om met ie
mand van het college afzonderlijk te praten, maar wel met het college als geheel.
De voorzitter antwoordt dat het betrokkene vrij staat om vooraf met ieder
afzonderlijk een gesprek te voeren.
Het lid Roosenboom leest in het antwoord van het college dat wijkraden niet
noodzakelijk worden geacht. Waarom, zo vraagt hij zich af, hebben diverse
gemeenten deze wijkraden in het leven geroepen en maakt er bijvoorbeeld Rot
terdam een dankbaar gebruik van.
Het lid Sinke merkt op dat Halsteren wel enig verschil maakt met Rotterdam.
Het lid Roosenboom is van mening dat Halsteren dan ook wijkraden moet vormen
op kleinere schaal.
De voorzitter licht toe dat er in het land al 25 tot 30 jaar* met dit soort
raden wordt gewerkt en dat de ervaring over het algemeen slecht is. De raden
hebben geen bevoegdheid of enige officiële status. Een unicum in Nederland
is Noordijk dat bij Groningen is gekomen en waar men toen besloten heeft
om de raad van Noordijk te laten zitten met een aparte secretarie.
Het lid Roosenboom zegt dat ook nu weer wordt toegezegd dat nog dit jaar met
de uitvoering van het plan Rode Schouw wordt begonnen. Hij hoopt dat het de
ze keer werkelijk bewaarheid zal worden. Hoewel Halsteren is aangewezen als
stimuleringsgemeente vindt hij dat er bijzonder weinig van de grond komt in
zake jeugd- en bejaardenwerk.
De voorzitter licht toe dat dit werk voornamelijk ligt in het sociale en cul
turele vlak en waarop de gemeente pas als laatste opereert.
Het lid Roosenboom is van mening dat er een potje van 30.000,bestaat
hetwelk bestemd is om de onrendabele gaagebieden te subsidiëren. Die pot was
er toen het gemeentelijke gasbedrijf nog bestond. Als Bergen op Zoom nu zegt
dat de aansluiting van de Port Pinsenweg nog te duur is dan zou de gemeente
toch via deze pot de aansluiting mogelijk kunnen maken.
De voorzitter zegt dat er nu een gemeenschappelijke gasvoorziening is waarbij
het normaal is dat er uniforme normen zijn.
Het lid Roosenboom zegt alleen maar te willen wijzen op de mogelijkheid van
deze pot.
Wethouder van Wezel licht toe dat er a.s. dinsdag in Bergen op Zoom overleg
zal plaatsvinden waarbij doorgenomen zal worden hoe de onrendabele gebieden
zullen worden aangepakt. Waar het maar enigszins rendabel is ligt er al gas.
Momenteel kan men er nog geen wijs woord van zeggen, maar hij hoopt dat het
overleg tot resultaat zal leiden. Ongetwijfeld zal in overleg met Bergen op
Zoom het aansluiten van de andere gebieden zoveel mogelijk worden bevorderd.
Het lid Roosenboom wil tot slot een lans breken voor de straten die verstoken
zijn van riolering. Hij kent bijvoorbeeld een schrijven van 19 december 1970
van een inwoner van de Kannewielseweg die verzoekt om riolering. Aangezien het
voorste gedeelte van de Kannewielseweg een tamelijk aaneengesloten bebouwing
heeft lijkt hem daar de aanleg van een riolering wel verantwoord.
De voorzitter zegt zich dit schrijven momenteel niet direkt te kunnen herinne
ren, maar zegt toe de zaak te zullen laten bekijken.
Het lid Mens is het college dankbaar voor het uitvoerige antwoord. Na rijp be
raad zijnerzijds is hij akkoord kunnen gaan met het urgentieschema. Graag zag
hij echter deze restrictie gemaakt. Mocht het aankopen van het parochiehuis bij
Gedeputeerde Staten geen genade kunnen vinden dan zag hij graag dat op de twee
de plaats kwam de jeugdvoorziening en op de derde plaats de bibliotheek, tenzij
voorlopige voorzieningen worden aangebracht. Betreffende het plan Rode Schouw
wil hij met klem verzoeken om de flats niet te handhaven maar er eengezinswonin
gen voor in de plaats te stellen.
De voorzitter licht toe dat het terrein een bijzondere omstandigheid biedt. In
de betreffende hoek is de grond namelijk ongeveer vijf meter lager en het is nu
niet de bedoeling om de grond daar ook; gelijk te schaven, maar zal de mogelijk
heid van het terrein worden uitgebuit door het bouwen van meergezinshuizen, die
men heus niet moet zien als grote flats. Hij dacht dat er ook duidelijk behoefte