-44- De voorzitter licht toe dat er op het sportpark voor ongeveer twee ton voorzie ningen getroffen moeten worden. Dit bedrag is nu gesplitst in kantine en kleed lokalen. Het bedrag is nu van zodanige omvang dat het wel ineens meegenomen kan worden. Het lid Roosenboom vraagt of de urgentie van de kantine blijft bestaan. De voorzitter bevestigt dat. Het lid Mens merkt op dat juist de kleedlokalen zeer urgent waren. Het is wel fijn dat er een cantine komt, maar juist dit was noodzakelijk. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 3i11e wijziging van de begroting 1971 (kleedlokaal tennisbanen) Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten. 3j. 1 ge wijziging van de begroting 1971 (inrichtingskosten school Lepelstraat) Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten. 3k. 13e wijziging van de begroting 197(inrichtingskosten kleuterschool "De Bos kabouters" Het lid Roosenboom vindt het een vreemde zaak dat dit achterop komt en niet ge lijk is behandeld met de oprichting. De voorzitter licht toe dat men eerst probeert zoiets rond te krijgen bij Gede puteerde Staten. Heeft men dat voor elkaar dan gaat men verder werken en komt o.a. de inrichting ook ter sprake. Het is een volkomen gezonde zaak. Het lid Roosenboom zegt dat hij bij punt 3e hetzelfde bedoelde. Namelijk dat al les behoort tot de stichtingskosten. De voorzitter zegt dat ook het terrein rondom de Boskabouters tot de stichtings kosten behoort en maakt zijn excuses aangaande punt 3e. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 31. 14e wijziging van de begroting 1971 (noodlokaal "De Wildebras") Het lid Mens is ergens teleurgesteld. In een vorige vergadering is door het lid Roosenboom gepleit voor een stenen lokaal om reden dat dat economisch veel voor deliger in de exploitatie is. Ergens had hij dan ook gehoopt dat de beide school besturen samen tot de bouw van een schooltje zouden besluiten. Nu zit men weer in hetzelfde schuitje en het spijt hem dat de uitwerking die hij voor ogen had niet waar is kunnen worden. Hij vraagt het college om alle invloed aan te wenden om te voorkomen dat zoiets straks in Rode Schouw zal gebeuren. Hij zag graag één school met één schoolbestuur voor alle kinderen. De voorzitter zegt dat er een gesprek is geweest met de beide onderwijsstichtingen Voor de Beek ligt de zaak nogal moeilijk maar voor Rode Schouw zal dit bekenen worden. Er is dus niet gezegd dat ze daar wel samen zullen werken, maar het wordt bekeken. De schoolbesturen zijn dus van de gedachte van de raad op de hoogte ge bracht Het lid Jansen wil dit graag ondersteunen. Hij vindt het een irreëele zaak als in de Rode Schouw een protestante éénrnansschool zou zijn, naast een katholieke drie- mansschoolZoiets werkt het onderwijs alleen maar tegen. Het lid Roosenboom merkt op dat de houten gebouwen toch wel hun nut blijven heb ben. Dat behoeft dus geen probleem te zijn om straks toch te besluiten om een ste nen lokaal te bouwen. De voorzitter zegt dat de procedure voor een stenen gebouw ook normaal doorgaat. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 4. VOORSTEL TOT INVOERING VAN EEN NIEUWE VERORDENING OP DE HEFFING VAN OPCENTEN OP DE HOOFDSOM DER PERSONELE BELASTING. Het lid Somers zegt dat ook hier de jongerengroep '74 zich zodanig opstelt dat eerst het urgentieschema gevolgd dient te worden en wenst aantekening in de no tulen dat de groepering tegen het voorstel is. Het lid de Knijf-Klaassen vraagt hoe lang het geleden is dat deze belasting is verhoogd. De voorzitter meent dat dat ongeveer tien jaar is. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. AFSCHEID RAADSLID JANSEN De voorzitter merkt op dat het einde van de agenda tevens betekent het laatste optreden van het raadslid Jansen. Hij zegt dat het optreden van het lid Jansen slechts van korte duur is geweest, maar dat dit optreden toch wel gezorgd heeft voor een stroomversnelling in het politieke denken en vooral in het politieke meedenken van de burgers. Ook heeft hij nooit de weg van de minste weerstand ge nomen, heeft andere meningen niet zonder meer overgenomen, maar ze eerst kritisch bekeken en nam daarbij geen blad voor de mond. De intrede in de raad is niet ge makkelijk geweest en de wijze waarop hij zijn werk verrichtte getuigt van de no dige moed. Alle de te behandelen zaken werden van te voren bestudeerd en geanali- seerd en ongetwijfeld was hij een goed raadslid geworden. Spreker dankt het lid Jansen voor zijn inzet voor de halsterse belangen en wenst hem een beste toekomst. Als kleine attentie biedt hij het lid Jansen een email van de gemeente Halsteren aan. Het lid Jansen zegt hierna het volgende: Geacht college en dames en heren van de raad. Zoals U weet heb. ik met ingang van 20 februari a.s. mijn raadslidmaatschap van de gemeente Halsteren moeten opzeggen, in verband met mijn vertrek naar Maarn. Toen xk mij in juni bij de verkiezingen kandidaat stelde, had ik niet vermoed, dat mijn raadslidmaatschap zo kortstondig zou zijn. Mijn vrouw en ik hebben de af gelopen &§- jaren een bijzonder prettige tijd in Halsteren doorgebracht. Vooral mijn werk hier in deze gemeente heeft mij veel voldoening gegeven. Dit was mede dank zij de goede verstandhouding die er onderling in deze gemeente bestond. Door te trachten positief de gedachten van de onderwijsvernieuwing zo mogelijk in al zijn facetten in deze gemeente uit te dragen, hoop ik dat ik op deze wijze een kleine bijdrage heb geleverd. Welbewust heb ik mij kandidaat gesteld voor Uw raad. Op deze wijze hoopte ik als vertegenwoordiger van een bepaalde groep van onze ge meente, duidelijk mee te werken aan een zo juist mogelijk beleid ten aanzien van allerlei zaken, die U behartigt.Al is de periode van mijn raadslidmaatschap maar kort geweest, hetgeen ik uitermate betreur, toch zij het mij vergund op te merken dat juist mede door de groep waar ik me achter gesteld heb, de openheid, de dui delijkheid en de discussies in publieke belangstelling sterk zijn verlevendigd. Ondanks de vele weerstanden die ik bij mijn kandidaatstelling heb ondervonden, geloof ik, dat het vanuit mijn gedachtengang, het welk inhoudt een Christelijk- sociaal denken geënt op theologèn als Barth, Bonhoeffer en Sölle, een juiste, al hoewel niet de gemakkelijkste, beslissing is geweest, mij op te stellen zoals ik hier in deze gemeente gedaan heb. Via deze raad dank ik al die mensen in onze gemeente die dit begrepen of aanvoelden en mij steunden.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1971 | | pagina 35