-40-
De voorzitter licht toe dat er in een instructiebad geen recreatief- of wedstrijd
element zit. Inderdaad heeft de gemeente wel 1.400 kinderen, maar die zwemmen niet
altijd en als ze kunnen zwemmen zullen ze dat beslist in de openlucht gaan doen.
Naast de kleine groep van leerlingen zal er door anderen weinig gebruik van ge
maakt worden. Als men een openluchtbad heeft en men zou het tevens verwarmen, dan
zou er geruime tijd tevens instructie in gegeven kunnen worden en naast het recrea
tief zwemmen is dit dan extra meegenomen.
Het lid Jansen vindt het zwemonderricht ook belangrijk als de kinderen de zwemkunst
al machtig zijn. Zij kunnen nog meerdere diploma's halen. De Melanen zou open kun
nen zijn van ongeveer mei tot september. Dit is vijf maanden. Voor de school gaat
er dan nog anderhalve maand af wegens vakantie, er blijft dan }§- maand over, dat er
door de schooljeugd instructie ontvangen kan worden. Daar moeten dan ook nog de da
gen af dat het slecht weer is.
Het lid Mouws vindt het zwemonderricht een belangrijk onderdeel van de opvoeding.
Als de kinderen echter naar de Melanen gaan lukt dat niet omdat het niet past in
het lesrooster vanwege de tijd die nodig is om naar het bad te gaan.
De voorzitter merkt op dat dit in Bergen op Zoom blijkbaar wel lukt, hoewel hij er
van overtuigd is dat het altijd roosterproblemen zal opleveren. Dit zou ook het
geval zijn als de kinderen van Lepelstraat in Halsteren gingen zwemmen.
Het lid Storm-Bosch informeert hoe de subsidiëring gezien moet worden welke een
gevolg is van het afsluiten van de zeearmen en het aanleggen van het kanaal.
De voorzitter licht toe dat dit geen subsidiëring is, maar een schadevergoeding die
mogelijk pas in 1978 gaat spelen als de zeearm geheel is afgesloten.
Het lid Roosenboom zegt dat men nu uitgaat van een schadevergoeding in 1978- Als
er dan echtér reeds een bad is kan men dan nog spreken van schade?
De voorzitter antwoordt dat reeds nu is medegedeeld dat om die genoemde reden thans
tot de bouw van een bad moet worden overgegaan.
Het lid Roosenboom vraagt zich af of het niet beter is om dit werk uit te voeren
in A.C.W.-verband. Die1 werken worden toch ook uitgevoerd, zonder dat er een diepte
punt in de economie behoeft te zijn. Men moet dan wel langer wachten, maar de
kosten zullen aanmerkelijk lager liggen. Hij is bang van de enorme kosten. De ka
pitaalsla sten worden zelfs niet gedek^ door het opvoeren van de belastingen tot het
maximum. Daar komt dan ook nog een naar zijn mening dure exploitatie bij.
De voorzitter wijst er op dat in het bedrag van I98.OOO,— geen subsidie is be
grepen. 100.000,Subsidie zit er altijd wel in. Bovendien is er momenteel een
reserve van ongeveer twee ton. Als er dan ook nog twee ton wordt gespaard door mid
del van de extra belastingen dan is er al een heel bedrag.
Het lid Roosenboom voelt er niet veel voor om iets wat boven aan het urgentieschema
staat pas over een jaar of drie te realiseren. Wat bovenaanstaat zou in het lopende
jaar verwezenlijkt moeten worden. Het bad staat al drie jaar bovenaan. Hij voelt
er niets voor om die schema's in de ijskast te leggen. Als de belastingen verhoogd
worden dan moet men de mensen ook iets kunnen bieden.
De voorzitter rekent er niet op dat reeds dit jaar met het bad kan worden begonnen.
Wel over een jaar of twee. Inmiddels heeft men dan ook een behoorlijk bedrag kunnen
sparen.
Het lid de Knijf-Klaassen merkt op dat indien men overgaat tot de bouw van een in
structiebad er nooit meer een openluchtbad zal komen. Zij is het eens met het lid
Roosenboom dat men de verwezenlijking niet op de lange baan moet schuiven. Vooral
uit het oogpunt van recreatie is het bad broodnodig. Het is totaal onmogelijk dat
1.400 kinderen in een instructiebad kunnen recreëren, wel in een openluchtbad.
Daarom wil zij aan het plan Melanen vasthouden.
Het lid Jansen vraagt zich af waarom Halsteren een openluchtbad gaat bouwen voor
de inwoners van Bergen op Zoom. Voor een gemeente als Halsteren is een investering
van twee miljoen gulden niet passend. Waarom is het voorstel van het college van
29 december 1969 ingetrokken en waarom is de enquête naast zich neergelegd. Boven
dien vraagt hij zich af of het college bereid is de inspraak van de bevolking naar
voren te laten komen.
'Sb
-41-
De voorzitter antwoordt dat de enquête bijzonder eenzijdig van opzet was. Een we
tenschappelijk verantwoorde enquête zou veel geld kosten. Wat de inspraak betreft
merkt hij op, dat de raad de achterban vertegenwoordigt en de raad het dus ook
moet kunnen zeggen.
Het lid Jansen dacht dat de mening van de bevolking wel de doorslag moest geven.
De voorzitter antwoordt dat de raad de inwoners vertegenwoordigt.
Het lid Jansen zegt dat de ene geleding in de gemeenteraad beter is vertegenwoor
digd dan de andere. Daarnaast zijn er ook andere dingen van belang, onder andere
of je kinderen hebt of niet. Zulke argumehten hebben bij het kiezen van de raads
leden niet meegespeeld.
De voorzitter zegt dat globaal genomen ieder zijn eigen achterban heeft. Ook het
lid Jansen spreekt waarschijnlijk namens zijn achterban.
Het lid Jansen merkt op dat de raad eerst voor een instructiebad was en daarna
voor een openluchtbad. Hij betwijfelt of de mening van de bevolking nu ook zo is
gewijzigd.
De voorzitter acht dit zeer wel mogelijk omdat ook bij de bevolking meer inzicht
is verkregen.
Het lid Mens wijst er op dat hij een raadslid kent die vroeger voor een openlucht
bad was en nu voor een instructiebad. Hij zou graag het antwoord van het college
afwachten.
Het lid Klaassen gelooft, in tegenstelling tot hetgeen het lid Roosenboom stelt,
dat tengevolge van de werkzaamheden aan het kanaal er nu reeds niet meer in het
zwembad gezwommen zal kunnen worden.
De voorzitter licht toe dat het college dit eigenlijk heeft gehoopt en ook heeft
gevraagd. Zij heeft echter de verzekering gekregen dat de werkzaamheden geen ver
vuiling voor het zwembad zullen opleveren.
Wethouder van Wezel twijfelt daarover wel. In 1975 wil men het kanaal al gaan open
stellen en aan zal er zoals overal sprake zijn van olievervuiling.
Het lid Mens vindt het erg dat het lid Jansen na het antwoord van burgemeester en
wethouders er niet meer bij zal zijn. Hij hoopt dat zijn opvolger een even ferven
te voorstander van een instructiebad zal zijn als hij was en op een even goede ma
nier deze zaak zal verdedigen. Overigens wil hij nu graag het antwoord van het col
lege afwachten.
Wethouder van Wezel is eveneens van mening dat het oeter is het antwoord van het
college af te wachten en er nu nog niet zo diep in te duiken.
Het lid Jansen licht toe dat hij alleen de bedoeling heeft gehad om wat motieven
naar voor te brengen, en dankt het lid Mens voor zijn sympathieke woorden.
De voorzitter zag graag dat de raad zich uitspraak over de te volgen wijze van be
handeling.
Het lid Jansen wil graag verder discussieren.
Wethouder van Wezel gelooft dat het beter is om op 4 maart opnieuw te vergaderen
nadat de raad kennis heeft genomen van het antwoord van het college.
Het lid Sinke wil ook graag eerst kennis nemen van de mening van het college.
Het lid Mouws wil nu een voorstel lanceren of er een enquête gehouden gaat worden
of niet.
Het lid Somers zag de uiteindelijke beslissing ook graag uitgemaakt door de bevol
king.
De voorzitter voelt er veel voor om ook dat op 4 maart te bespreken. Overigens merkt
hij wel op dat de raad dit zelf uitmaakt.
Het lid Clarijs vindt een enquête niet altijd betrouwbaar. Wil men het goed doen,
dan is het bijzonder kostbaar. Men moet daarbij nog de moeite nemen om een formu
lier in te vullen. De een doet dit wel en de andere niet. Anderen zijn bijzonder
geïnteresseerd en sommigen helemaal niet. Dat trekt al direkt scheve verhoudingen.
Het lid Jansen wijst er op dat van de 2.000 gezinnen in Halsteren zich er toch
1.600 hebben uitgesproken.
Wethouder van Wezel merkt op dat die enquêteformulieren voor hem niet die waarde