-20- 2. BEHANDELING GEMEENTEBEGROTINGEN a. Algemene beschouwingen Het lid Roosenboom zegt het navolgende: Mijnheer de voorzitter. Allereerst dank ik U voor de gelegenheid die mij geboden wordt, tot het doen houden van een algemene beschouwing in het kader van de be groting 1971j welke U onze raad ter vaststelling hebt aangeboden. In tegenstelling met de voorgaande jaren kan ik nu niet mijn beschouwing beginnen met dank uit te brengen aan alle raadsleden voor de prettige manier van samenwer king in het afgelopen jaar, maar wel hopen dat deze samenwerking er alsnog zal komen op zijn minst met de meerderheid ervan, om op die manier te komen tot het nemen van gezonde en constructieve besluiten, mijnheer de voorzitter. Willen deze beschouwingen voor zijn' volle honderd procent tot zijn recht komen was het beter de ene avond de raad beschouwingen te laten houden waarna het col lege de daarop volgende avond van repliek zou dienen en de raadsleden op het ant woord van Uw college van dupliek, hierdoor zou men tot een levende en meest demo cratische discussie kunnen komen. Alvorens ik mij ga verdiepen in het beleid dat B.&.W. in dit jaar denken te gaan voeren, wilde ik een terugblik werpen op het afgelopen jaar. Vele wensen zijn er tijdens het begrotingsdebat 1970 kenbaar gemaakt. Eén groot gedeelte zijn er door Uw college ingewilligd, toch blijven er voor mij nog vraagtekens, nadat Uw zeer positieve toezeggingen hebt gedaan, ik denk bijvoor beeld aan: a. Subsidies aan sportverenigingen. Hoewel een subsidiewijziging is toegezegd, is er niets veranderd. b. Toezenden voornaamste subsidie-aanvragen gelijktijdig met de ontwerp-begroting. c. U zond ons een uitgewerkt voorstel bouw instructiebad. Om een of andere reden werd dit voorstel terug genomen, met de mededeling er mee. terug te komen in de januari-vergadering 1970 of zou ik me toch vergissen in het jaartal en was het misschien 1980 of daaromtrent. Maar U, mijnheer de voorzitter, kan mij dat wel precies vertellen. d. Het al of niet handhaven van open brandputten. Uw college had reeds opdracht verstrekt een onderzoek in te stellen bij gemeen tewerken. Er is in de commissie een klacht besproken over deze putten, dat die een bron van ongedierte zouden zijn. Hoewel ik ze niet allemaal zie verdwijnen, zou ik hieromtrent toch graag nader geïnformeerd willen worden. e. Uw college zou trachten de verschillende Sint Nicolaascomité's tot een vorm van samenwerking te laten komen. Wat hebt U eraan gedaan. f. De wens om verkeerslichten nabij de Wouwseweg te plaatsen, wuifde U goedkoop w met de mededeling dat dit deel uit zal moeten maken van de bespreking van de toen nog bestaande wegencommissie, maar er gebeurt niets en de zeer ernstige on gevallen gebeuren al maar door ter plaatse. g. U zei ook nog in deze vergadering dat Uw college voor een instructiebad had ge kozen, geen woorden maar daden. h. U, mijnheer de voorzitter, beloofde ook iets te doen voor het inrichten vaneen vergaderruimte en leeszaal voor de raadsleden. Er is zelfs een krediet voor uit getrokken en het zou zinvol zijn als de vergaderruimte er zou komen. Dit waren zo enkele punten die ik nu nog eens extra bij U onder de aandacht wil brengen Dan, mijnheer de voorzitter, zou ik wat mijzelf oetreft nog een paar kwesties willen bespreken uit het afgelopen dienstjaar. Namelijk de opmerking die ik maakte bij het verwezenlijken van het plan Vogelenzang dat niet door de gemeente zelf maar door een plaatselijke bouwondernemer bouwrijp wordt gemaakt. a. De kosten van de stedebouwkundige en zijn adviseurs. b. De kosten die door onze teohnisohe dienst worden gemaakt. 0. De normale 10$ toeslag op de uit te geven bouwgrond. Deze kosten worden normaal altijd verrekend in de m2 grondprijs. Toen ik deze vra gen stelde, werd mij verweten: Men moet niet op alle slakken zout leggen en de zaak niet zo ver uitdiepen. Men dacht dat ik hier de zaken niet van de personen geschei den kon houden en dat ik spijkers op laag water aan het zoeken was. Desondanks ben ik er nog van overtuigd dat ik deze vragen correct heb gesteld. Verder wil ik mijn beschouwing houden namens mijn fraktie en in de meervouds vorm uitspreken. Mijnheer de voorzitter, wij willen inspraak van de bevolking bij belastingverho gingen, want de financiële consequentie komt voor rekening van de totale bevol king. Het gemeenteblad kan daar zeer goed voor dienen om de Halsterse bevolking een goede voorlichting te geven. In dit blad zou men ook bijvoorbeeld geregelde praktijk- informatie over de toe— passings- mogelijkheden van de algemene bijstandswet kunnen geven. Openheid tegenover de kiezer, mijnheer de voorzitter, dithoudt in: Alle mogelijle en tijdige voorlichting door het gemeentelijk apparaat over het hoe en waarom en de mogelijkheden tot afwijking daarvanhet regelmatig peilen van de mening van de burgers, en dat op gezette tijden een openbare bijeenkomst wordt ge houden, waarin de burgers aan het gemeentebestuur vragen kunnen stellen. Het oprichten van wijk—raden zou in deze een mogelijke schakel kunnen zijn tussen de Raad en de Burgers. Verder willen wij, mijnheer de voorzitter, een open beleid van burgemeester en wet houders en de gemeentelijke diensten tegenover iedere burger en mogelijkheid schep pen dat de burgers tegen alle afwijzende beslissingen van burgemeester en wethou ders bij een in te stellen beroepscommissie in beroep kunnen komen. Wij denken hierbij met name aan verzoeken om bouwvergunningen, verkoop bouwgronden, leverin gen aan de gemeente, huurovereenkomsten, woningverbetering, premies krotopruiming, enz. Wij denken aan een commissie bestaande uit alle fraktievoorzitters uit de raad; een seniorenconvent, hetwelk burgemeester en wethouders adviseert. Wij vinden ook mijnheer de voorzitter, dat er door een betere samenwerking en sa menballing van krachten van de West-Brabantse gemeenten meer bereikt kan worden voor de gehele West-Brabantse bevolking. Tevens willen wij inhaken op het gezegde van een raadslid van Bergen op Zoom bij wie het woord annexatie over de lippen kwam. Het is begrijpelijk dat men voor zoiets pleit, iedereen wil groot worden, maar waarschijnlijk heeft dat raadslid niet goed doorgedacht, want Bergen op Zoom wordt in zijn ontwikkeling niets in de weg gelegd en er wordt industrie gevestigd op Hal sters grondgebied. Van annexatie zou men pas kunnen gaan spreken als er geen mede werking was en die is in dit geval toch wel goed. Door deze regionale samenwerking kan een grotere inspraak gekregen worden in Den Haag en in Den Bosch. Samenwerking bij recreatie, planologie, industrialisatie en technologische ontwik keling, - mits gezamenlijk aangepakt, - kunnen voor het gehele gewest een welvaarts verhoging betekenen. Verontrustend, mijnheer de voorzitter, is de geringe bevolkingsgroei in Halsteren. De reden hiervoor is volgens ons dat de gemeente geen voldoende bouwgrond aan kan bieden aan elk bouwplan dat zich aandient. Hierdoor gaan de ontwikkelingskansen voor ons verloren. Het uitbreidingsplan de Rode Schouw komt veel te traag van de grond, en zal zoals het zich laat aanzien nog behoorlijk duur worden ook. Het plan Bloemendaal geeft naar ons inziens beter kansen en lijkt ook een redelijk betaalbaar plan, maar gede puteerde staten kunnen schijnbaar moeilijk hun fiat geven, gezien de funktie welke aan Lepelstraat is gegeven in het streekplan West-Brabant. Een alternatief zou het plan de Schans kunnen zijn gezien zijn gunstige ligging, eigendomsverhoudingen en het weinig voorkomen van opstallen. Hierdoor verdient het extra grote aandacht. Schrikbarend stijgen ook de onderhoudskosten van het woonwagenkamp, mijnheer de voor zitter, welke inspraak heeft Halsteren bij de voorzieningen die daar plaats vinden'. Natuurlijk zijn er voorzieningen nodig, maar moeten Woensdrecht en Halsteren alles maar slikken. Op langere termijn mijnheer de voorzitter, moeten wij zorgdragen voor voldoende par keerruimte voor bet snel groeiende aantal auto's.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1971 | | pagina 23