Dames en Heren Leden van de Raad,
Op deze eerste gewone raadsvergadering van dit jaar wil ik
U en de Uwen graag mijn beste wensen aanbieden en tevens
dank brengen aan U en allen die zich inzetten voor de behar
tiging van de belangen van onze gemeente.
Afgaande op de groei van het inwonertal en het aantal gereed
gekomen woningen moet van een matig jaar worden gesproken.
Halsteren zit wat dat betreft kennelijk niet meer in de lift.
In mijn vorige nieuwjaarsrede werd het bovenstaande reeds uit
voerig gesignaleerd en de therapie aangeduid.
Ook qua voorzieningenniveau dreigt onze gemeente in vergelij
king met soortgelijke gemeenten achterop te geraken.
Qua aard en omvang van onze gemeente is een goed geoutilleerd
openluchtbad en/of overdekt instructiebad niet langer een luxe,
maar een normale eis voor de leefbaarheid.
Hetzelfde geldt voor een goede leeszaal-bibliotheekvoorziening,
voor ontspanningsruimte voor de jeugd, voor ruimte voor vorming
van jongeren en volwassenen, en voor een sporthal voor Halst
ren en een gymnastieklokaal voor Lepelstraat.
Een sector die ook onze grote belangstelling verdient in het
lopende jaar is die van het sociaal-culturele werk. Naast een
verheugende opbloei van jeugdbeweging en sportbeoefening, (de
Kuip alleen al boekte in het seizoen 1969 - 1971 ruim 7.000
jongerenbezoekers) laat het nagenoeg geruisloos verdwijnen van
kunstkring en bejaardentocht een leemte achter.
Ook Edelambacht kwam op non-aktief te staan. Alle drie genoemde
instellingen hebben zich vele jaren zeer verdienstelijk gemaakt.
Ik ben er van overtuigd dat deze na heroriëntatie en
-3-
afstemming op de inmiddels gewijzigde behoeften en mogelijkhe
den opnieuw levensvatbaar zouden blijken.
Een terrein waarop nog veel goed werk gedaan zou kunnen worden
is dat van de bejaardenzorg. Van de zijde van de regering is
een nota gepubliceerd houdende een vijfjarenplan. Van de daar
in genoemde punten zijn voor de gemeente vooral van belang:
Meer bejaardenwoningen, afremming van de bouw van de bejaarden
tehuizen. Meer dienstencentra, meer gezinshelpsters en zieken-
verzorgsters in de wijk.
Ook in onze gemeente is de belangstelling voor de bejaarden
levendig. Velen zijn bereid om te helpen. Organisatie en bun
deling van deze sympathie en bereidwilligheid dient van ge
meentewege bevorderd te worden.
In de begroting voor 1971 is daartoe een stoot gegeven door
het voorstel om de subsidie ten behoeve van het bejaardenwerk
bijna te verdrievoudigen.
Het probleem van ontspanning en vorming van jeugd en jongeren
is volop in studie, gestuwd door een aantal enthousiaste bur
gers, die hierin zwoegend en sjouwend zijn voorgegaan. Zij ver
dienen onze grootste waardering, maar vooral ook de grootste
steun die redelijkerwijs mogelijk is.
Reeds het beperkte aantal boven kort aangeduide problemen zal
U duidelijk maken dat er voor de Stichting Opbouwwerk veel
moeilijk inspirerend, adviserend en begeleidend werk ligt te
wachten. Ik hoop van harte dat ook deze stichting onze warme
belangstelling en daadwerkelijke steun zal mogen ondervinden.