- 4-
Het lid Klaassen zag graag dat er in de kortste keren iets aan gedaan
werd
De voorzitter antwoordt dat er tweemaal per jaar een controle wordt
gehouden. Hij is het er overigens mee eens dat men hier niet teveel
aandacht aan kan schenken.
Het lid de Knijf-Klaassen is het opgevallen, dat met nadruk wordt
gesproken over specialisten en beroepsmensen die het beter zouden
kunnen. Zij dacht wel dat het de bedoeling was de eigen vrijwilligers
in dienst te houden en niet tot inkrimping van het korps over te gaan
De voorzitter antwoordt, dat het geenszins de bedoeling is. Het is
Bergen op Zoom die een beroepskern heeft.
Het lid van Eekelen heeft in artikel 4 zien staan dat in het algemeen
bestuur zitting hebben de burgemeester en een raadslid. Hij vraagt
of men nu ook tot verkiezing van dit raadslid over gaat.
De voorzitter licht toe dat eerst alle gemeenten met het voorstel
akkoord moeten gaan, daarna moeten ze allemaal tekenen.
De overeenkomst behoeft dan nog de goedkeuring van Gedeputeerde
Staten, waarna publikatie volgt. Dit alles kan nog wel een jaar
duren, daarna volgt pas de verkiezing van een raadslid.
Het lid Somers vraagt wat met standarieótie wordt bedoeld.
De voorzitter antwoordt dat dit technisch is bedoeld, zoals bijvoor
beeld allemaal dezelfde maskers.
Het lid Somers informeert of men dan ook een stille alarmering krijgt
De voorzitter licht toe, dat de gedachten wel die kant opgaan.
De bedoeling is als volgt. Als men de brandweer belt dan krijgt men
de regionale post in Bergen op Zoom. Deze post bekijkt in eerste
instantie de plaats en omvang van de brand en geeft dan voor een
bepaalde plaats stil alarm. De sirene vervalt dan.
Het lid Somers vraagt of er geen gevaar is dat men te lang wacht met
het inroepen van hulp in verband met het maken van kosten.
De voorzitter antwoordt, dat bij brand niet op kosten wordt gekeken.
Het lid Klaassen heeft gelezen dat artikel negen een aantal bevoegd
heden toekent aan het algemeen bestuur.
Hij vraagt zich af of in verband met het tweede lid van dit artikel
de eigen corpsen hun gezicht niet zullen verliezen.
De voorzitter zegt dat deze bevoegdheden alleen betrekking hebben op
het centrale depot, zoals bijvoorbeeld het aantrekken van een
specialist
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
h
4. AANBIEDING GEMEENTEBEGROTING VOOR HET DIENSTJAAR 1972 EN BEGROTING
WONING - EN GRONDBEDRIJF EN DE DIENST GEMEENTEWERKENALLE VOOR
HET DIENSTJAAR 1972.
De voorzitter deelt mede, dat de leden tot 17 januari 1972 de tijd
krijgen om de stukken te bestuderen. De leden krijgen ook nog een
aanbiedingsbrief. Het voornemen is om de afdelingen te laten zoals
zij waren en dat die vergaderen op 18 januari en de behandeling
zonodig op 19 januari 1972 voortzetten.
Na enige dagen worden de rapporten ingewacht, zodat ook daarop rustig
geantwoord kan worden alvorens de raad op 8 februari 1972 tot
behandeling in de openbare vergadering overgaat.
De raadsleden kunnen zich met dit voorstel verenigen.
9. VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN MEDEWERKING EX. ARTIKEL 72 YAN DE
LAGER-ONDERWIJSWET 1920 AAN HET BESTUUR VAN DE H.HARTSCH00L
(84e wijziging begroting 1971).
Het lid van Eekelen heeft met verbazing naar de bedragen zitten
kijken.
De vorige keer heeft men gediscussieerd of het bedrag per leerling
te hoog of te laag was. Nu men voor ieder klein postje geld gaat
vragen rijst bij hem de vraag of 195,per leerling niet teveel
is. Omdat elke post afzonderlijk moeilijk valt te beoordelen, dacht
hij dat men er wel mee gebaat was als er een commissie van onderwijs
werd ingesteld. Niet met de bedoeling van controle-orgaan, maar om
meer begrip te kweken tussen de scholen en de raadsleden.
De voorzitter zegt dat het al of niet instellen van een onderwijs
commissie al meer aan de orde is geweest.
Het lid Storm-Bosch wijst er op dat daar nooit iets uitgekomen is.
De voorzitter licht toe, dat het lid Mouws steeds alles heeft aange
grepen om op de noodzakelijkheid van het bestaan van deze commissie
te wijzen, maar dat daar nooit een voorstel van gemaakt is.
Het lid van Eekelen wil zijn voorstel graag toelichten.
Het lid Mouws heeft inderdaad reeds meerdere malen over deze commissie
gesproken, maar voor het lid Mouws was dat gemakkelijk omdat die,
gezien zijn beroep, in deze materie wel thuis was. Bij hem was dat
niet het geval en in de loop van zijn periode als raadslid is hij
eveneens tot deze gedachten gekomen. Hij zou dan gaarne zien, dat
de commissie werd samengesteld uit een afgevaardigde van elke groep
en dat bij benoeming niemand zich zal onttrekken om zitting te nemen
zoals in het verleden.
De voorzitter zegt dat de raad niet men een voorstel kan komen tot
het instellen van een commissie van bijstand, maar ze wel een motie
kan aannemen waarbij er bij het college op aangedrongen wordt om met
een zodanig voorstel te komen.
Het voorstel van het lid van Eekelen wordt voldoende gesteund.
De voorzitter zegt toe dat het college zich zal beraden of zij al
of niet met een voorstel zal komen.
Het lid Mens vraagt de voorzitter of, indien het college zo'n commissie
nodig acht, zij dit gemotiveerd aan de raad wil meedelen.
De voorzitter bevestigt dat.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
6. VOORSTEL INZAKE SUBSIDIERING VAN OUDERCOMITÉS
De voorzitter zegt dat men de voorgeschiedenis kent. Er moet opnieuw
gestemd worden, maar het is denkbaar dat men eerst opnieuw de
beraadslagingen opent.
Het lid Mouws acht het wel wenselijk dat de beraadslagingen opnieuw
geopend worden. Het college komt nu met een ander voorstel en het
kan zijn, dat men het daar niet mee eens is.
Ook waren de leden M. van Elzakker, Mevr. P. de Knijf-Klaassen
J.Sinke, MevrJ.Storm-Bosch en J.J.M. Somers de vorige vergadering
afwezig en die zouden hun mening eveneens kenbaar kunnen maken.
Hij heeft ook wel enige aanmerkingen op het voorstel.
Op de eerste plaats is er maar éen vereniging, de anderen zijn
comités
Ten tweede, waarom moet deze vereniging voor anderen de kastanjes
uit het vuur halen en
ten derde, heeft alleen deze vereniging kenbaar gemaakt wat ze met
het geld zal gaan doen.
De anderen kunnen er wel een schoolreisje van houden. Er staat in het
voorstel "Deze gegevens zijn voor ons aanleiding geweest u voor te
stellen alle ouderverenigingen te subsidiëren". Dat snapt hij niet.
Waarom allemaal op de gegevens van één school. Gaat men inderdaad
over tot subsidiëring op basis van 50$ van de contributie dan
ontvangt de protestant-christelijke school, die een bijdrage kent
van 7,50 tot 8,een subsidie waarvan ze nooit heeft durven
dromen en hij is van mening dat men daarmee ver voorbij het doel
van het voorstel schiet.