V
nog overwegend werden verricht met de kroontjespen en de "kladwerkzaamheden" met
het potlood en dat als dit laatste het geval was, het potlood ook tot het laatste
stompje werd opgeschreven. Zo was dat - denk ik - aan het "begin van de dertiger
jaren, de tijd waarin het voornaamste devies was: de eindjes aan elkaar knopen!
Wie dat "beeld vergelijkt met de administratief-technische apparatuur waarover de
gemeente thans "beschikt, die weet niet alleen dat de tijd niet heeft stil gestaan,
maar oék dat Uf secretaris, die deze zaken in hoofdzaak regelt, niet heht stil
gezeten, zodat onze gemeente zich in dit opzicht met vele grotere gemeenten glans
rijk kan meten.
De op de crisis volgende oorlogsjaren zijn nbg navranter en ten gevolge van de al
gemene schaarste nog minder spectaculair.
Vanwege het ontbreken van concreet-ruimtelijke projecten spreekt deze tijd weinig
tot de verbeelding, dat wil echter allerminst zeggen dat het werk toen gemakkelijker
was en dat er niet goed gewerkt werd.
De eerste tijd na de oorlog komt het maatschappelijk leven slechts moeizaam op gang.
Ongeveer ten tijde dat U, secretaris, benoemd wordt tot chef van de afdeling finan
ciën treedt er een versnelling op in de Halsterse ontwikkeling, die uitgroeit tot
een soort Gouden Eeuw, welke enige jaren na Uw benoeming tot secretaris wederom ver
schraalde, zo concludeer ik uit een persbericht.
Grote projecten worden voorbereid en tot uitvoering gebracht. Ik kan me levendig
voorstellen dat U als oud-chef financiën er trots op gaat dat in die tijd een kost
bare zuiveringsinstallatie werd gerealiseerd met voor de gemeente een minimum aan
exploitatielasten.
Ook het gemeentelijk sportterrein - inmiddels uitgegroeid tot een compleet sport
park - stamt uit die tijd en werd eveneens gesticht op een financieel zeer gezonde
basis.
Naast de nieuwbouw van verschillende nieuwe scholen, welke nog steeds een sierraad
zijn voor Halsteren, is vooral ook het ruim&,, fraaie verenigingsgebouw, waarin wij
thans te samen zijn, een goed voorbeeld van de grootste zaken, welke in die periode
met relatief lage lasten voor de gemeente tot stand kwamen.
Als chef van de afdeling finanbiën en later als gemeentesecretaris, hebt U daaraan
ongetwijfeld een belangrijke bijdrage geleverd.
Uit het jongste verleden weet ik uit eigen ervaring dat U naast grootse zaken ook
het kleine weet te eren.
Voor de jaarlijkse sinterklaasmiddag voor de kindertjes van de gemeente - zoals wij
dot plegen te noemen - koopt U persoonlijk de cadeautjes in, U smukt het gemeente
huis - ook mijn kamer - met kleurige produkten uit eigen kweek, en U geeft Uw per
soonlijke aandacht aan het versieren van de kerstboom in de hal van het gemeente
huis*
-3-
Ik vermeld deze zaken van lagere orde, omdat zij aantonen, dat U ook oog heeft
voor details, details die mede-sfeerbepalend zijn.
Maar ook buiten het gemeentelijk verband hebt U - zoal geen 40 jaren - dan toch
vele jaren veel tijd besteed aan de meest uiteenlopende taken en functies, van
jeugdwerk tot bejaardenwerk, van bankzaken tot charitas, van volkshuisvesting
tot muziekonderwijs, van volksgezondheid tot vakorganisaties.
Vreemd genoeg hield U naast deze aktiviteiten, van de dag die toch ook voor U
maar* 24 uur rijk is, nog tijd over voor hobbies, hobbies, waarin zich eenzelfde
bonte staalkaart van veelzijdige interesse manifesteert.
U was enige jaren zeer geïnteresseerd, in de exploitatie van een nertsenfokkerij,
U zette een bridgeclub op poten, U bouwde een verzekeringsportefeuille op, U doe
»t zelfde (dat is een nieuw werkwoord) een warenhuis bij elkaar- en U molk duiven
in het belang van de TBC-bestrijding.
Uit de ambitie, waarmee al Uw werken gepaard ging, mag men afleiden dat werken
Uw hobby was, en uit de aard van Uw - bepaald niet passief-recreatieve - hobby Is
mag men concluderen dat Uw hobby's weer veel met werken te maken hadden.
U hebt vele uren produktief gemaakt. U hebt bergen werk verzet.
Voor dit vele werk, secretaris, is het gemeentebestuur U zeer erkentelijk en dank
baar, welke gevoelens ik U bij deze mag overbrengen.
Ik mag die dank onderstrepen, allereerst door U aan te bieden de bekende en befaam
de enveloppe met inhoud, op de tweede plaats door de mededeling dat de raad U de
gemeentelijke erepenning in zilver heeft toegekend, en tenslotte om er nog een
schepje bovenop te doen - door de aanbieding van een geschenkenbon van het gemeente
bestuur.
Secretaris, van harte proficiat. Ik wens U vele goede jaren.
Het lid Klaassen zegt het navolgende:
Mijnheer de voorzitter, Alhoewel het niet gebruikelijk is in een raadsvergadering,
zult U het mij vandaag niet euvel duiden, dat ik mij - namens onze raad - heden
rechtstreeks tot de secretaris wend.
Jubilaris, Gezien het bijzondere karakter van deze zitting met een grote mate van
belangstelling, mag ik zonder meer aannemen, dat velen vandaag "door inspraak van
de gelegenheid gebruik zullen maken om Uw pla.ats in de halsterse gemeenschap te
belichten. Met injgedachten de ambachtelijke uitdrukking "Schoenmaker blijf bij je
leest", wil ik daardoor alleen ingaan op de verhouding van de secretaris tot de
raad en omgekeerd.
Deze verhouding samenvattende mag ik U bij deze bestempelen als adviseur van de raad,
een term, waarin uiteraard alles opgesloten ligt, immers: het hangt er van af hoe
de adviseur zijn taak opvat en hoe breed hij deze ziet.