Bet lid. Roo senboom is van mening dat elke vereniging zijn bege
leidingscommissie heeft» Dat kan bijvoorbeeld ook het bestuur van
een vereniging zijn.
Het lid Clarijs zegt dat de punten a en b voor hem niet moeilijk
zijn, met c kan hij ook wel akkoord gaan, maar hij heeft wel enig
bezwaar tegen de genoemde regels. Die regels zijn opgesteld met de
keet van 18.000,voor og®. maar de omstandigheden zijn nu anders.
Er zijn nu drie keten en dat is nogal wat. Die kleine keet is onder
verdeeld in enkéle ruimten en hij zou willen voorstellen de onge
organiseerden een eigen home te geven. Doet men dit niet dan kan
hij zich niet voorstellen dat men blij is met de ruimte. Hij is er
wel eens gaan kijken en vond het wel gezellig. Als men dat elke
avond weer op moet ruimen dan is ergpen sprake van een home. Wel
moeten er natuurlijk regels zijn, maar hoe die moeten zijn wil hij
graag aan het stichtingsbestuur overlaten. De voorwaarde onder
ten derde is nogal rekbaar. Als men af en toe bijeen komt kan dat
ook volgens program zijn. De voorwaarde onder ten vijfde kan moei
lijk gesteld worden. Het is haast een onmogelijkheid om daaraan te
voldoen. Als men een wand paars wil verven, laat ze het dan doen.
Laat ze zoveel mogelijk hun gang gaan, zolang het maar niet gevaar
lijk is. Wel belangrijk vindt hij dat er een raadslid aan het stich
tingsbestuur wordt toegevoegd. Wat de ruimte betreft dacht hij dat het
hele terrein voor de jeugd gereserveerd zou worden. Als er nu een
PTT kantoor komt dan is het niet mogelijk dat men later met het defi
nitieve gebouw een bepaalde bouwstijl krijgt opgedrongen.
Het lid van Eekelen zegt dat in een vergadering van de commissie
ruimtelijke ordening het idee naar voren is gebracht om op het oude
kerkhof te bouwen. Zonder deze commissie er in te kennen komt men
nu met dit voorstel, terwijl hij in die commissievergadering daar juist
vierkant tegen was.
De voorzitter licht toe dat op die vergadering is besproken de
mogelijkheid te bekijken beide gebouwen met de voorfronten aan de weg
te bouwen, zonodig met gebruikmaking van de grond van de begraaf
plaats.
Het lid Mouws veronderstelt dat alles toch zo is gepland dat er geen
moeilijkheden zijn te verwachten bij de realisering van de definitieve
bouw.
Het lid Storm-Sosch zou willen voorstellen te besluiten overeen
komstig het voorgestelde onder a.en b.. Graag zag zij twee leden
uit de raad in de stichting benoemd. Voor wat betreft c. zou zij
het besluut graag uitstellen en dit overlaten aan het stichtingsbe
stuur.
De^ voorzitter vindt het principe van een eigen home nogal gevaar
lijk. Iedereen wil zoiets en het moet tot de mogelijkheden blijven be
horen dat ook anderen van die ruimte gebruik maken en in dat geval
zullen ze moeten ruimen.
Het lid Clarijs merkt op dat men destijds geen eigen home durfde te
geven vanwege de slechte ervaringen, maar hij dacht dat er met
betere begeleiding geen gevaar te duchten was.
De voorzitter wijst erop dat het om het principe gaat en dat het
hier een overheidsgebouw betreft. In gebruik geven als eigen home
acht hij minder gewenst.
Het lid Clarijs gelooft wel dat het de buitenwacht goed zal doen
als er een of twee raadsleden in het stichtingsbestuur zitting
hebben.
Het lid Mouws snapt niet dat het lid Clarijs terug komt op een eer
der genomen beslissing. Gezien hun aantal kunnen de ongeorganiseerden
geen aanspraak maken op een voortdurend gebruik.
Het lid Clarijs ziet nu meer mogelijkheden tengevolge van meer
ruimte.
Het lid Sinke zou het in gebruik geven zoveel mogelijk aan de stich
ting willen overlaten. Men kent momenteel nog lang niet de inten
siteit van het gebruik van de andere twee barakken.
Het lid Roosenboom is er van overtuigd dat er meer groeperingen
zullen ontstaan nu er ruimte beschikbaar is. Hij vraagt hoe het
college zich de vorming van het stichtingsbestuur voorstelt.
De voorzitter licht toe dat men het Opbouwwerk heeft gevraagd
om met inachtneming van eerdere adviezen, een stichting te for
meren die voor het college acceptabel is.
Het lid Storm-Bosch merkt op dat destijds namen zijn genoemd xahmensen die
er zitting in zouden moeten hebben. Dat vindt zij niet juist.
Wethouder van de Watering beaamt dat in een werkcommissie inder
daad namen zijn genoemd, maar het is geen wet van Meden en Perzen
dat die mersai er ook zitting in moeten hebben. Wel denkt hij aan
iemand van de ongeorganiseerden, enkele van de jeugdcommissie,
van de Christelijke groeperingen, standsorganisatie met name KWJ
verenigingsgebouw en stichting Opbouwwerk.
Het lid Roosenboom ondersteunt het voorstel van het lid Storm-Bosch
om twee raadsleden in het stichtingsbestuur te benoemen.
De voorzitter gelooft niet dat er nog nieuwe gezichtspunten naar
voren komen en sluit de discussie.
Hij stelt aan de orde punt a. van het voorstel.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burge
meester enwethouders besloten.
Hierna wordt punt b. aan de orde gesteld.
Het lid Roosenboom herhaalt dat hij graag twee raadsleden vertegen
woordigt zag in de commissie.
Het lid Sinke verlangt stemming omtrent dit amendement.
Voor het amendement stemmen de leden Somers, Storm-Bosch, Mouws,
Verbogt en Roosenboom. Tegen het voorstel stemmen de leden van
Tillo, de Knijf-Klaassen, Sinke, van Elzakker, Klaassen, Clarijs,
van Eekelen, Mens, wethouder van Wezel en wethouder van de Watering,
zodat het voorstel met 5 stemmen Vóór en 10 stemmen tegen is ver
worpen.
Thans wordt aan de orde gesteld de benoeming van één raadslid in de
betreffende commissie.
Uitgebracht worden 15 stemmen, waarvan 6 op het lid Mens, 2 op het
lid de Knijf-Klaassen, 2 op het lid Mouws en 5 blanco.
Bij een tweede vrije stemming worden eveneens 15 stemmen uitgebracht
waarvan 7 op het lid Mens, 2 op het lid de Knijf-Klaassen 1 op het
lid Mouwsen 5 blanco.
Hierna wordt een herstemming gehouden tussen het lid Mens en de
Knij f - KI aa s s en
Het lid de Knij f-KL aas sen deelt mede, in geval zij mocht worden ge
kozen, de benoeming niet aan te nemen.
Uitgebracht worden 13 stemmen, waarvan 8 op het lid Mens en 5 blanco,
zodat het lid Mens is benoemd.
De voorzitter vraagt het lid Mens of hij de benoeming aanneemt.
Het lid Mens zegt het graag te willen proberen.
De voorzitter stelt hierna aan de orde punt c. van het voorstel.
Het lid Storm-Bosch adviseert nog even te wachten met het nemen van
een besluit en daarover eerst eens te praten met de stichting.
De voorzitter vindt het gevaarlijk om aan het voorstel te gaan
sleutelen. Hij stelt voor om deze regels aan te nemen en mocht blij
ken dat dit in de praktijk moeilijkheden oplevert dan kan men daar mee
terugkomen.