=8= een onsmakelijk grap beschouwen. Het lid Storm-Bosch is blij met het snelle en positieve voorstel. Wel heeft zij nog enkele opmerkingen. In een vorige raadsverga-^ dering werd een krediet gevoteerd van f 18.000,voor de aan schaf van een keet en werd tevens toegezegd dat deze keet zou dienen voor de ongorganiseerden. Verderop in het voorstel van nu staat dat voor de aankoop ai opbouw vaa de doe "barakksi een.betrag is ge raamd van 45.200,"hiervoor is reeds geraamd 18.300, Dat bedrag van f 1S.3ÓO,was echter niet geraamd voor de aan schaf van de drie barakken, maar voor een enkele barak van de on georganiseerden. Ook de voorwaarden die gesteld worden vindt zij een betutteling. Omtrent het opleggen van deze voorwaarden had zij graag contact gezien met de begeleidingscommissie. Zij weet wel dat er contact is geweest, maar dat ging over andere zaken. Zij wil er op wijzen dat het verplaatsen van de barak door de onge organiseerden niet is doorgegaan omdat de direkteur van gemeente werken in zijn rapport stelde dat de constructie zo ingewikkeld was dat verplaatsen door deze jeugd onmogelijk moest worden geacht. Op grond van dat advies is de ongeorganiseerde jeugd er toen niet aan begonnen. Het formeren van een stichting vindt zij wel belang rijk. Zij snapt niet waarom de commissie jeugdzaken, die er in het verleden steeds is bijgeroepen, er op dit beslissende moment van besluitneming niet is bijgehaald. Dat is een bijzonder vervelende enf pijnlijke zaak voor de mensen die deel uitmaken van deze commissie en niet in de raad zitten. Zij moeten nu een en ander uit de krant vernemen en daarvoor schaamt zij,zich toch wel een beetje. Ook de voorwaarde van het gebruik van tenminste vier avonden had zij graag genomen in overleg met de begeleidingscommissie. Met de gebruiks voorwaarden in het algemeen kan zij niet instemmen. De voorzitter ziet niet veel afwijkingen. Er is een gesprek geweest met de commissie en ook een aantal jongeren, zelfs meer dan men verwacht had,Wat het lid Storm-Bosch betutteling noemt is in feite in grote lijnen reeds overeengekomen. Het college heeft de toezegging gedaan om te praten met alle belanghebbende en ook met diegene die zich alsnog als belanghebbenden aandienen, en dat heeft het col lege ook gedaan. Het lid Storm-Bosch had dit ontwerp graag besproken gezien in de commissie. De voorzitter is van mening dat de commissie ook heeft meegeformu- leerd. Men kan natuurlijk wel over een onderdeel verschil van mening hebben maar de hoofdlijnen van de overeenkomst liggen in dit voorstel. Het resultaat van een gesprek van een dertigtal mensen is niet precies te formuleren. Wethouder van de Watering denkt dat het lid Storm-Bosch de feiten vertrekt. OP een vergadering,gehouden op 15 april 1971 met de bege leidingscommissie, heeft deze zelf gezegd dat het gebruik beperkt zou worden. Het kaf zou van het koren gescheiden worden en dat was voor hem juist de reden om het volste vertrouwen te hebben in de begeleidingscommissie. Men weet heel goed dat er beperkende bepa lingen werden opgesteld, want juist daardoor kwam een afscheiding van jongeren, die zich niet aan regels wensten te storen. Het lid Storm-Bosch wijst erop dat er nooit is gesproken over het gebruik van de barak gedurende vier avonden per week en dat er nu ook een nieuwe toestand is ontstaan omdat er nu sprake is van drie barakken. Wethouder van de Watering zegt dat men toen is uitgegaan van één barak plus handhaving van het parochiehuis. In de brief van de Jonge rengroep wordt gesproken over de jeugd en hij neemt aan dat men hiermee de totale jeugd bedoeld. Als gemeentebestuur heeft men ook de plicht om te waken voor de belangen van alle jongeren. Het lid Storm-Bosch vindt het discriminerend als voor deze jeugd regel' worden opgesteld. Wethouder van de Watering zegt dat dat in de raad was afgesproken en dacht ook dat men dat tegenover de gemeenschap verplicht was. Het lid Knijf-KLaassen recapituleerd nog even de geschiedenis van de jongerenbarak vanaf 29 april 1971 tot heden. Ook haar eerste reacti was dat die 18.000,was uitgetrokken voor een bepaalde barak. Er zijn echter zoveel groepen die nog een onderkomen wensen, zij denkt hierbij onder andere aan de vereniging voor natuurvrienden en de peuterschool, dat zij veronderstelt wel behoefte te hebben aan drie barakken, naast de keet voor de alternatieve jeugd. De gedrags regels vindt zij niet duidelijk vooral niet omdat steeds maar ge sproken wordt over "de" barak. De plaats vindt zij mooi, maar waar om zet men dit gebouw niet aan de voorkant in plaats van het post kantoor. Voor haar speelt eerst het jeugdgebouw. De voorzitter antwoordt dat het college dacht juist met dit "voorstel te moeten komen omdat er een barak tussen zit die juist voldoet aan de afmetingen zoals deze gedacht was voor de z.g. alternatieve jeugd en als men apart een krediet moet voteren voor de drie barak ken zal dat ongetwijfeld op financieringsmoeilijkheden uitdraaien. Bovendien is het mooi als men alle groeperingen tegelijk kan hel pen. Op de plaats waar het parochiehuis nu staat is een weg gepland Dit bleek niet op de tekening, maar zou men het jeugdgebouw aan de voorzijde bouwen dan zou het in en voor de toekomstige rooilijn komen te staan. Zoals nu is geschetst is het een eindsituatie, de rest moet weg. De brief van het postkantoor ligt overigens al een tijdje op het gemeentehuis en er wordt wel aangedrongen op een centrale plaats ten opzichte van Konijnenberg, centrum en De Beek. Het lid Mouws veronderstelt dat men het eerder uitgetrokken krediet moet incalculeren in dit bedrag omdat het anders niet realiseer baar zal zijn. De voorzitter is die mening ook toegedaan. Het lid Mouws zegt blij te zijn als het stichtingsbestuur met regels komt voor alle bewoners. Dat zal niet zo snel kunnen dat het moge lijk is die reeds voor de ingebruikname te hebben, maar in afwach ting daarvan zou hij er toch wel een regel bij willen hebben en wel dat de begeleidingscommissie ter verantwoording geroepen moet kun nen worden. Hij weet wel, men moet vertrouwen hebben in deze commis sie, maar een vertrouwen kan ook beschaamd worden en op die manier kan men pogen excessen te voorkomen. De voorzitter licht toe dat het college aan twee regelingen denkt. Enerzijds een regeling tussen de gemeente en het stichtingsbestuur en daarnaast regels die het stichtingsbestuur opstelt ten behoeve van de gebruikers. Het gemeentebestuur kan aan de stichting vragen om kennis te kunnen nemen van deze regels. Het lid van Elzakker gelooft dat men moeilijk uit deze materie zal geraken. Ook hij is er voor om snel tot de vorming van een stichting te besluiten die dan op haar beurt veer de regels zal gaan uitmaken. Die stichting zullen wij het nodige vertrouwen moeten geven. Laat de raad nu besluiten tot aankoop en laat de stichting 0p korte ter mijn de nodige regels opstellen. De voorzitter zegt dat men in deze vergadering tot een besluit moet komen voor wat betreft de gebruiksvoorwaarden, de aankoop en de plaats en het orgaan dat gaat beheren. Hij ziet de stichting als een orgaan dat geen direkte bemoeienissen heeft met de jeugd, dat zou hij graag overlaten aan de begeleidingscommissie. Wethouder van de Watering zegt in de begeleidingscommissie alle ver trouwen te hebben. In het verleden hebben zij aangetoond dat zij zich voor deze taak durven inzetten en ook aankunnen.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1971 | | pagina 104