3^9 -4- een klein heetje initiatief aan ons zelf te houden. Tevens wil ik ook opmerken dat te grote steden niet bevorderlijk zijn, ge zien uit menselijk oogpunt; 50.000-100.000 inwoners is het meest bevredigende. Tevens lean ik mij niet aan de indruk onttrekken dat wij een arbeidsreservoir zijn voor Rotterdam met alle gevolgen van dien. Het is onbegrijpelijk dat Lepelstraat niet meer voor uitbreiding in aanmerking komt en Heerle daarentegen juist wel moet uitgroeien, terwijl beide dorpen niets van elkaar verschillen met hun omgeving van landelijk terrein. De voorzitter antwoordt dat men Brabant in het Nieuwe ITesten en de HEB moet zien als voorlopers op dit streekplan. Het waren bouwstenen om dit plan rijp te maken. Het grote verschil zit nu hierin, dat, als dit plan is vastgesteld, de gemeenten verplicht zijn dit over te nemen en niet anders mogen plannen dan in dit streekplan is voorgeschreven. De rondweg van Bergen op Zoom die aansluit op de weg Roosendaal-Tholen komt in dit plan vast te liggen. Dit is dan een aspect waar de gemeenten op kunnen doorbouwen. Het is niet zeker dat die weg er snel zal komen, maar hij komt er ooit te liggen en het is belangrijk bij het maken van plannen dat zoiets belangrijks vastligt. De begrenzing van de woonwijken wordt aangegeven, de functie die een kern heeft in een hi'érarohio van kernen. Hen heeft het dan niet alleen te malven met het bouwen van wonin gen maar ook met het aantrekken van een gewenste functie. In het streekplan wordt min of meer uitgemaakt dat Lepelstraat bijvoorbeeld geen arbeidsbureau zal 1 vrijgen en geen HBS. Op de russische vijfjarenplannen wil de voorzitter niet ingaan, hoewel hij overigens dacht dat deze economisch gezien wel ge slaagd waren. Zoals het lid I-lens stelt,zijn de gemeenten inderdaad overgele verd aan de planbureaus. Dit is een van de consequenties van het met veel men sen wonen op een klein stukje grond. Deze vele grmcenschappenhebben een gecomr- pliceerd lijnennet ontwilvkeld. Het zou veel gemakkeiijker zijn als alles door een grote regio werd geregeld, maar dit is juist een uiterste Ivrachtsinspanning om alles te kunnen laten blijven zoals het nu nog is. Werkt men hieraan niet mee dan is er geen alternatief. Dan zou onherroepelijk wat al maatschappelijk is geintegreerd ook bestuurlijk geïntegreerd worden. Over een eventuele ar- beidsopslag in deze streek is in het rapport niets te vinden. Spreker veron derstelt dat als het plan tot ontwikkeling komt ivest-Brabant eerder zal zuigen dan dat er gezogen wordt; de vraag blijft echter, komt het er allemaal wel.° Het rapport ziet er naar uit dat men zowel de kool als de geit wil sparen. De vergell j.uLng v-an jropelstraat me t Heerle gaat niet op. Lepelstraat mag niet meer uitbreiden en blijft dus in zekere mate zoals het nu is. Heerle daaren tegen wordt gesloopt; dit dorp moet plaats gaan bieden aan 50 tot 60.000 inwo ners en dan kan met niet meer alleen spreken van een uitbreiding, maar kan men gerust stellen dat alles wat er nu staat zal verdwijnen. Dat Lepelstraat persé niet mag uitbreiden staat ook niet in het rapport te lezen. Hen wil het beperkt houden, maar wei zal de gelegenheid worden gegeven om de uitbreiding van de au tochtone bevolking op te vangen. Daar komt nog bij dat het rapport gebaseerd is op cijfers van vijf jaar oud en het zal wenselijk zijn dat bij gedeputeerde staten onder de aandacht wordt gebracht dat er sindsdien veel is veranderd in Lepelstraat, zowel wat betrc-ft de woningbouw als de bevolking. Hogelijk zijn dit argumenten die mogelijkheden bieden voor het plan Bloemendaal. Het lid I-Iens merkt op dat de gemeente verplicht is, na vaststelling, dit plan over te nemen. Het eigen initiatief is dan helemaal verdwenen en dan zal men flats moeten gaan bouwen op die plaatsen die het plan aanwijst. 11 cht toe dat het zo helemaal niet is. Het streekplan geeft in globale lijnen de toekomstige ontwikkeling aan en houdt zich bijvoorbeeld be zig met de verbindingen, de capaciteit van de verbindingen, het soort verbin dingen, de plaatsen waar gewerlrt wordt en de plaatsen waar gewoond wordtDit zijn onder meer de grote lijnen van het plan waar niet is onderuit te komen» Hen moet overigens blij zijn dat men hierover lean meepraten. Vroeger was het altijd zo dat water©.(wg plande en liet aanleggen zonder dat de gemeente er iets aan kon doen of veranderen. De weg kwam er, punt uit.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1969 | | pagina 77