Mogelijk komen er straks meer details, maar op dit moment ligt het rapport toch
ter bespreking op tafel. Niet dat hij zich bezorgd maakt, want zelfs de stede-
bouwïrundige heeft moeten opmerken dat het plan niet realiseerbaar is.
De voorzitter antwoordt dat men in de krant heeft kunnen lezen dat er een po
pulaire versie komt. Wel meent hij te moeten opmerken dat het lid Moerbeek wel
deskundiger is dan de doorsnee burger. Is het niet alleen al om zijn persoon
dan toch nog zeker door de voorlichting die hij kan hebben door middel van de
stedebouwkundige. Men moet het plan wel zo zien dat inspraak op prijs wordt ge
steld. Was die mogelijkheid niet open gelaten en had men het plan zo zonder
meer vastgesteld dan zou de krant vol hebben gestaan met critiek. Men moet het
zien als een discussiestuk over iets wat in alle lagen leeft. Zeker is het van
belang te reageren, waarbij het natuurlijk de vraag is of het wel iets uithaalt.
Iedereen zal in de eerste plaats voor zichzelf opkomen en niet iedereen kan al
les of evenveel Inrijgen. Wel is het nuttig om bouwstenen aan te dragen. Ook hij
is het eens met Ir.Vink dat het gaat om de grote lijnen van een toekomstige 'J
ontwikkeling waarbij men heeft nagelaten om een keuze te maken en om die reden
is het plan ook niet haalbaar. In s-Hertogenbosch zal men de opmerkingen van
Ir.Vink heus niet terzijde schuiven en de mening van Ir.Vin!: is ook ter kennis
gebracht van de regio. Er zal van meerdere kanten aandrang uitgeoefend moeten
worden om te komen tot een concreter stuk. Naar zijn mening ziet het provinci-
aan bestuur dit als een discussiestul: waarbij de mogelijkheid wordt open ge
houden om een keuze te doen. Kan men tot geen keuze komen dan heeft het stuk
ook geen waarde. De uitbreiding in de Auvergnepolder in westelijke richting
wordt in het rapport beperkt. Dit is waarschijnlijk opgenomen om reden dat zij
daar nog oude kaarten hebben liggen waarop Halsteren wenst uit te breiden tot
de Boomdijk. Ook wij zijn nu die mening toegedaan dat verdere uitbreiding onge
wenst is. Het is ook niet onverstandig om zo ver mogelijk van de industrie weg
te blijven. Wat precies wordt bedoeld met het gezegde dat Halsteren een inte
graal onderdeel vormt van de regio weet de voorzitter ook niet. Hij veronder
stelt dat men hiermee wil zeggen dat Halsteren, functioneel gezien, geen streek-
functie heeft en dat dit moet blijken uit de manier van uitbouw als onderdeel
van de regio.Ook op het gebied van de arbeidsmarkt is men bijzonder vaag en het
heeft nauwelijks zin daarover de discussieren.
Het lid Moerbeek krijgt de indruk dat men liever één grote gemeente zag. In het
rapport zal hij zich maar niet verder meer verdiepen en zou willen voorstellen
om verder gewoon zrn gang naar te gaan en rustig af te wachten wat er nog ver
der komt. Er worden hier begrippen gelanceerd die wetenschappelijk zijn verpakt,
doch bijzonder vaa£ zijn.
De voorzitter zegt dat men wel in grote verbanden moet denken.
Het lid Mens is het eens met het lid Moerbeek. Welke waarde moet aan dit plan
gehecht worden, zo vraagt hij zich af. Vroeger hadden we Brabant in het nieuwe'
Westen, daarna 'wam de WEB en nu weer een streekplan. Als het echt de bedoe
ling mag zijn om dit plan t.e verwezenlijken, dan heeft hij wel opmerkingen.
Spreker zegt dan het navolgende:
Er wordt wel eens beweerd regeren is vooruitzien. Met deze zienswijze ben ik
hot wel ergens eens, doch ik vraag me wel af hoever moeten we vooruitzien.
Als ik dit stree'rplan bekijk, gaat de planning wel wat te ver. Het doet mij
denken aan de 5-jaren plannen welke in Rusland in de jaren 1920-1940 werden
doorgevoerd. Als ik dan denk aan de doelstelling van deze plannen, de vernie
tiging der boeren, vraag ik mij wel af wat de doelstelling is van dit streek
plan. Het eigen initiatief gaat verloren voor de gemeenten, de persoonlijkheid
der gemeenten wordt over het hoofd gezien, wat blijft er van de zelfstandigheid
der gemeenten over? Wat van de eigen verantwoordelijkheid? We zijn overgeleverd
aan planbureaus en commissies van voorbereiding. Dingen waarover we een eigen
opvatting hebben of kunnen hebben zijn er maar weinig meer. We worden de weg
opgedreven die deze pi voor ons uitstippelen; op allerhande manieren
wordt ons de gelijkheid van denken en doen opgedrongen. We nemen alles vanzelf--
spreke"'' aan. Het individueel leven der kleinere gemeenten gaat mep-
en meer op in de grote gemeenschap. Daarom sta ik achter Uw voorstel welke U
in Uw begeleidend schrijven ons deed toekomen. Laten we althans nog proberen om