De voorzitter zegt dat het college geen behoefte heeft aan een woningcommis—
sie. Er worden nog wel vergunningen afgegeven maar die spelen geen enkele
rol meer.
Wethouder van de Watering licht toe dat als de raad behoefte heeft aan zo'n
commissie, het college zich daartegen niet zal verzetten. Gezien in het ka
der van de liberalisering is dit eigenlijk de klok terugzetten. De grote ge
meenten maken ook geen gebruik meer van deze commissies. Daar is deze zaal:
overgelaten aan de betreffende direlrteur die wordt geassisteerd door een in—
spectrice. De uiteindelijke beslissing ligt toch bij het college. Mocht de
raad er op gesteld zijn dan is de instelling voor hem geen probleem, maar
hij ziet er het nut of voordeel niet van in.
Het lid van de Kreeke is het er helemaal niet mee eens dat hiermee de klok
wordt teruggedraaid. Het gaat hier om een adviescommissie die met het toe
wijzen niets te maken heeft.
Het is ook niet zo dat er al voldoende woningen zijn en als de mensen een
woning aanvragen dan zal er toch over gepraat moeten worden. De -urgente ge
vallen kan men dan met elkaar bekijken en naar voren brengen. Persoonlijk
kan men een geval urgent vinden, maar vijf anderen kunnen het daar absoluut
oneens mee zijn. Hij acht daarom een adviescommissie van belang. Er zijn
hem gevallen bekend die hij betreurt. Een nieuwe woning staat reeds enkele
maanden te koopi aan die bewoner nu is een huurwoning gegeven. Zolang er
nog zo een grote lijst van woningzoekenden bestaat acht hij een commissie
waar een gedeelte van de bevolking ook stem in heeft, op zijn plaats om de
gevallen te bestuderen en hierin te adviseren.
Pe voorzitter zegt dat het college tegen de instelling geen bezwaar heeft.
Het lid van Isselt ziet als gevolg, dat het betreffende hoofd van deze
dienst teveel macht krijgt. Hij is ook voor de instelling van een commis
sie om dezelfde redenen als door het lid van de Kreeke zijn aangehaald.
Het lid Hens merlct op dat de afdeling niet "zo maar" heeft gevraagd om de
ze commissie. Dit is in een bespreking wel overvragen. Het is algemeen be
kend dat het vroningprobleem in Halsteren weer ernstig de kop opsteekt. Het
gemeentebestuur kan hier weinig aan doen. Hij is het met het lid van de
Kreeke eens dat een advieslichaan in het leven móet worden geroepen die niet
alleen bestaat uit leden van de raad, maar waarin ook andere mensen van de
bevolking zitting hebben. Zij worden dan ook nauwer betrokken bij deze pro
blemen en met meerdere mensen kan men de gevallen beter bekijken dan één
man.
Het lid Moerbeek zegt dat het hem gaat om de beperl:ing van de rechten van
de woningstichting. Hij is van mening dat de woningstichting voldoende ca
pabel is om zelf deze gevallen te Irunnen beoordelen.
De voorzitter licht toe dat, volgens de woonruimtewet, het college bevoegd
is de woonruimtevergunning af te geven, eventueel na advies van de commis
sie.
Het lid Moerbeek zegt dat een commissielid er vaal: vanuit gaat - dit geldt
beslist niet voor de heer van de Kreeke - dat zijn advies bindend is.
"Waar zitten we anders voor?" vraagt hij zich vaal: af. Dit adviseren nu kan
de woningstichting even goed.
Wethouder van de Watering zegt dat de vergunningen voor de eigen woningen
in de pralrfcijk worden ^cr •'e betrokken ambtenaar. Negentig pro
cent van deze eigenaren vraagt zelfs geen vergunning aan.
Het lid van Isselt nerlrt op dat het lid Moerbeek is begonnen over een woon—
ruimtecommissie terwijl hij nu overstapt op de woningstichting.
Het lid Moerbeek licht toe dat het in de pralrtijk alleen maar voor kan ko
men dat men het met woningen van de woningstichting te maken Irrijgt.
Het lid van Isselt pleit voor uitbreiding van het bestuur van de woningstich
ting.
De voorzitter zegt dat dit niet aan de orde is en zegt toe een voorstel tot
instelling van een woonruira+ecommissie in nadere overweging te zullen nemen.