voor schoolkinderen - tot zwemgelegenheid te komen, dan mogen we stellig spreken van een bestaande - misschien wel dringende - behoefte. Ik meen het dan ook wel verantwoord om tot spoedige aanpak te komen van deze pro jecten, die al enige jaren op ons verlanglijstje prijken. Misschien zullen we dan onze keus moeten bepalen op datgene, wat het geraakkelijkst reali seerbaar is. Ilaar een van beide zag ik in elk geval graag als "uitgevoerd" op de urgentielijst van volgend jaar geschrapt. Dan het gemeentehuis. In het maandblad "De Gemeenteraad" van augustus 1968 las ik iets over de gemeente Sas van Gent, die ten behoeve van hear admini- tratieve dienst, een kantoorgebouw wilde stichten. Dit nu, meneer de voor zitter, leek mij ook voor onze gemeente niet zo gel:. Behalve voor represen tatie, is een zeer belangrijke functie van een gemeentehuis toch ook het on derbrengen van de omvangrijke administratieve dienst. Voor representatie hebben wij, dacht ik, een pracht gebouw. En door onze saneringsplannen vlak bij dit gebouw 1 runnen we een uitzonderlijk gunstige gelegenheid scheppen voor het stichten van een eigentijds en ruim kantoorgebouw, waarin alle tak ken van dienst ondergebracht kunnen worden. Grote nadelen zie ik niet j wel voordelen. Op de eerste plaats zullen we niet nog velé jaren moeten reserve ren voor we werkelijk tot de bouw van een "echt" nieuw gemeentehuis kunnen komen, met alle last van bekrompen ruimte en "verdeelde" diensten op-de-koop toe. En voor een kantoorgebouw zouden we met het reeds gereserveerde kapitaal waarschijnlijk al een heel eind komen. College van burgemeester en wethouders en raad zou ik dit graag in overwe ging willen geven. Verder, meneer de voorzitter, zou ik nog iets willen zeggen naar aanleiding van Uw antwoord aan commissie of zogenoemde afdeling II, over volgnr. 242.00. Zonder dat het ook maar enigszins beargumenteerd wordt stelt afd.ïl voor en nemen B.&.U. het voorstel over om tot wederinvoering van een Woon- ruiratecoramissie te komen. Nu heeft zo'n commissie geen enkele invloed meer op huizenverhuur door particulieren. Alleen de Woningstichting zou men mis schien nog kunnen beperken in zijn particuliere recht, wat de Stichting ook ongetwijfeld heeft en moet hebben, om naar eigen inzicht zijn woningen toe te wijzen. Wantrouwen is stellig een te gelader woord, maar men moet dan toch wel sterke kritiek hebben op het toewijzingsbeleid van de Woningstich ting om daar weer in mee te willen gaan spreken. Voor mij behoeft het be slist niet. Tenslotte, meneer de voorzitter, nog dit'. In het begin heb ik al getuigd van mijn bezorgdheid over hoge uitgaven, die we op de begroting vinden. En vooral Openbare Werken zet daar, naar mijn mening, de-volle-vuist-in. Nu beschik ik over te weinig gegevens om te beweren, dat het daar anders zou kunnen en voordeliger. Maar wel rijst bij mij de vraag, of een nauwkeurige "doorlichting" niet zou kunnen leiden tot enige bezuiniging. Dit is zo maar geen wilde-weg-bewering, meneer de voorzitter. II: heb mij namelijk voor waarheid laten vertellen dat in een met ons vergelijkbare gemeente zo'n efficiënte reorganisatie in de vuilophaaldienst werd tot stand gebracht, dat daar deze dienst duizenden guldens minder kost dan bij ons. Dit wettigt, dunkt mij, de vraag of er mogelijk ook bij ons, door een en ander eens onder de loupe te nemen niet iets te verdienen valt. Daarom graag, meneer de voor zitter, ook hiervoor Uw aandacht. Dit was het, meneer de voorzitter, wat ik naar aanleiding van de begroting te zeggen had. Dank U. De voorzitter antwoordt dat de positie van de begroting inderdaad niet over dreven gunstig is, wel kan hij hier nog aan toevoegen dat de begroting door de samenstellers en het college zeer voorzichtig is opgesteld zodat men in de loop van het jaar wel op enige meevallers zou kunnen rekenen. Hij heeft ook niet de indruk dat de belastingen reeds dit jaar verhoogd dienen te wor den, maar wel wil hij opmerken dat de belastingen in onze gemeente beslist niet aan de hoge kant zijn. Wil men een beroep doen op he+ gemeentefonds cr een extra uitkering dan is het noodzakelijk dat alle belastingen tot maxima^- le hoogte zijn opgevoerd. Dit maximum is in Halsteren nog lang niet bereikt

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1969 | | pagina 61