-5- De voorzitter zegt dat het college er straks opnieuw induikt en indien een diplomatoelage enigzins haalbaar is zal hiertoe zeker worden overgegaan. Het lid lloerbeek informeert of de toongroepen gebonden zijn aan een bepaald aantal werklieden, met andere woorden kunnen werklieden willekeurig in een hogere toongroep geplaatst worden. Uethouder van IJezei zet uiteen dat dit een groot probleem is. Ook op dit punt bestaan richtlijnen waar hij persoonlijk niet erg tevreden mee is. Als de raad bij de laatste verhoging van de werklieden het advies van de vakbon den had opgevolgd dan was er geen man bevorderd. Bij de vakbonden ziet men het onder andere zo dat iemand die bijvoorbeeld sloten schoon maakt of ach ter de vuilniswagen loopt geen vakmensen zijn en er wordt als zodanig dan ook geen aandacht aan geschonken. Tegen dit advies in zijn de laatste keer wel werklieden bevorderd. Daaromtrent heeft men nog niets gehoord en spre ker hoopt dat het geslikt wordt. Het lid Roosenboon vraagt wie er bepaalt dat bijvoorbeeld een vuilnisman nooit in loongroep zes kan komen. De voorzitter antvjoordt dat dit nationale richtlijnen zijn. Uethouder van de Watering licht toe dat het college herhaaldelijk tracht de positie van de arbeiders te verbeteren. Regelmatig vinden er besprekingen plaats met een loondeskundige van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de KABO. Daarbij worden de functies dan doorgelicht. Is er in een functie wijziging gekomen, bijvoorbeeld doordat de man meer vakkennis heeft opgedaan, dan kan een hogere puntenwaardering hiervan het gevolg zijn en dan pas kan deze man in een hogere loongroep geplaatst worden. Het lid van de Kreeke zou graag ingelicht worden omtrent de tabellen in de staat A. Daar staan drie groepen, namelijk de commies A, de hoofdcommies en de hoofdcommies A die vrij veel lager liggen dan de rijksregeling. Ook voor 1969 is dat zo. De voorzitter antvjoordt dat het salaris van deze drie ambtenaren wordt afge leid van het salaris van de secretaris. Daarom is het niet mogelijk deze drie parallel te laten lopen met de rangen van het rijk. Toen bijvoorbeeld het inwonertal steeg boven de tienduizend, kwam de secretaris in de klasse te zitten geldend voor tien tot twaalfduizend inwoners en onderging zijn sa laris een verhoging. Genoemde drie rangen gingen ook toen omhoog omdat hun salaris van dat van de secretaris werd afgeleid. Spreker dacht niet dat daar aan te tornen viel. Dit is volgens hem een voldongen feit. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemees ter en wethouders besloten. 9VOORSTEL TOT EERSTE UIJZIGING VAN DE SALARISVERORDENING 1968. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 10VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN EEN VOORSCHOT OP DE VERGOEDING BEDOELD IN ARTIKEL 101 BIS DER'l.O.-UET 'Ï920 OVER*"l969. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 11VOORSTEL TOT HET VOORLOPIG GOEDKEUREN VAN EEN PIAN TOT ONTEIGENING VAN GEBOUÜDE'eN ONGËBOmiDE EIGÈNDOIEIBN. Het lid Roosenboom maalrt er bezwaar tegen dat de fabriek van de Leeuw niet in de onteigening is opgenomen. Het college kan niet waar maken dat de f a/- briek stralcs niet tussen de huizen in komt te staan. De fabriek zal men in de onteigening moeten blijven betrekken. Of men tot aankoop of onteigening wenst over te gaan kan altijd nog bekeken worden, maar nu moet men de fa briek er bij nemen om de mogelijkheid stralcs niet uit te sluiten. Zonder de fabriek van de Leeuw is het plan stralcs niet af te ronden. Een zelfde geval heeft men nu ook op de Konijnenberg en zoiets moet geen tweede maal voorlco-

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1969 | | pagina 46