Het licL van Isselt dacht dat de kleine bedrijfjes toch geen 2 ha. oppervlak te moesten hebben. De voorzitter antwoordt dat het college destijds heeft gezegd dat dit, in dien wenselijk, zou worden gexidjzigd, want een zaadteler bijvoorbeeld heeft ruim voldoende aan een ha.. Het lid lens voelt ook niet veel voor dit voorstel. De grond is bijzonder gunstig gelegen, zoiirel langs de Waterstraat als de Sleutelweg. Voor deze doeleinden had de gemeente het niet moeten aankopen. De voorzitter licht toe dat 1600 m2 is gelegen aan de verharde weg en de rest ligt aan een onverhard landbouwweggetje. Het lid van Isselt had graag dat in de notulen werd opgenomen dat de ver eiste oppervlakte 2 ha. of minder moest zijn. De voorzitter zegt dat het bestemmingsplan voorschrijft dat dit minstens 2 ha. moet zijn. Voor sommige bedrijven zal men ook met minder af kunnen, maar dan moet men zich behelpen met artikel 20 van de wederopbouwwet Het lid Roosenboom blijft er bij dat hier een precedent wordt geschapen en is er van overtuigd dat er nu nog meer gegadigden zullen komen. Hij twij felt er niet aan of deze man heeft paarden maar dat kan die man zich ook wel permiteren. Wgthouder van Wezel heeft geen redenen om te twijfelen aan de eerlijke be doelingen van de heer Verstraten. Het betreft een gewone woning met de no dige boxen en hij gelooft dat dit alles zeer serieus is bedoeld. Het lid Withagen hoort dat destijds is besloten om de gronden beschikbaar te houden voor onze gedupeerden. Als destijds zo is besloten waar praat men dan nog over. Dan kan men de grond niet aan Verstraten verkopen. De voorzitter durft gerust te stellen dat het hier geen illegale zaak be treft. De vraag is alleen of hetgeen dat na aftrek van 2 ha. nog overblijft, voldoende zal zijn voor de gedupeerden. Wethouder van Wezel zegt dat er meerdere gedupeerden bij hem zijn geweest, maar dat ze de prijs te duur vonden. Wethouder van de Watering meent uit de raad te kunnen beluisteren dat het college er verstandig aan zou doen om voor de gronden een verkavelingsplan te maken, waarbij de kavels kleiner zijn dan 2 ha.. Zou men vasthouden aan een oppervlakte van 2 ha. dan komen de kleine gegadigden beslist in het ge drang. Hij kent bijvoorbeeld iemand die in het plan Rode Schouw moet ver dwijnen maar absoluut geen 2 ha. nodig heeft. Zo iemand zou men ook moeten kunnen helpen. Zou iemand meer dan een half hectare nodig hebben dan zou men meerdere kavels aan die persoon kunnen verkopen. Hij is er voorstander van om een verkavelingsplan op te stellen met gebruikmaking van de bestaan de wegen, terwijl naar behoefte een of meer kavels aan de gegadigden ver kocht zullen worden. Het lid Roosenboom ziet als probleem dat men bij een kleine verkaveling het gebied in het midden zal moeten ontsluiten. j)e voorzitter zegt dat ontsluiting in het midden onbetaalbaar zal zijn. Het lid van Gorp merkt op dat de heer Roosenboom zijn woorden niet heeft v/aar kunnen maken. Ook wethouder van Wezel heeft niet het tegendeel kunnen bewijzen. Overigens heeft hij niets illegaals kunnen bespeuren en daarom meent hij dat men met het voorstel moet meegaan» en men zich zal moeten be raden wat met de overige gronden gedaan moet worden, in de geest zoals be doeld door het lid van Isselt en wethouder van de Watering. De voor zitter zegt dat het een kwestie van beleid is om 2 ha. van de aanwe zige dertien af te stoten. Het lid Roosenboom vindt dit een verkeerd beleid. Het lid van Isselt merkt op dat bij de aankoop destijds toch niet is gesteld dat de gronden niet aan een ander verkocht zouden kunnen worden. De voorzitter gelooft niet dat er nog nieuwe gezichtspunten naar voren komen en verzoekt de beraadslagingen te s]uiten. Hij vraagt of een der leden stem ming verlangt.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1969 | | pagina 34