-2-
2. INGEKOMEN STUKKEN EH MEDEDELINGEN
Het lid Hoosenboom verzoekt het woord te mogen voeren omtrent punt 10, het lid
Moerbeek over punt 5 en het lid Hens betreffende de punten 2, 3 en 3a van de
ingekomen stukken en mededelingen.
Het lid van Isselt zou graag nadere inlichtingen willen omtrent de vraag gesteld
door het lid Roosenboom en ook zijn eigen vraag door hem aan het college gesteld.
De voorzitter zegt deze punten aan de agenda toe te voegen.
Omtrent de overige punten van de ingekomen stukken en mededelingen wordt conform
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
3. VOORSTEL TOT HET VOORLOPIG GOEDKEUREN VAN EEN PLAH TOT ONTEIGENING VAM GE
BOUWDE ElfoNGEBQUNDE EIGENDOMMEN.
Het lid Hens zou graag willen itfeten hoe ver de besprekingen met Rijkswat er staat
zijn gevorderd betreffende de ontsluiting van het plan Rode Schouw op de provin
ciale weg.
De voorzitter antwoordt dat men uit het goedkeuren van het bestemmingsplan Roode
Schouw kan opmaken dat de bezwaren hieromtrent terzijde zijn geschoven.
Het lid Mens heeft op de kaart gezien dat enkele percelen een directe uitvoering
van het plan in de weg staan omdat nog geen overeenstemming is bereikt omtrent
de verwerving. Hij zag graag dat getracht werd om deze gronden via minnelijke
overeenkomst te verwerven omdat het anders via de onteigeningsprocedure wel eens
twee jaar zou kunnen gaan duren. Zou dit niet mogelijk zijn dan zou hij bij de
onteigeningsprocedure voor deze percelen prioriteit willen verzoeken.
De voorzitter antwoordt dat het college graag zal doen wat hier wordt voorgesteld.
Een onteigeningsprocedure heeft zelfs geen kans van slagen als er niet eerst is
getracht om via minnelijke overeenkomst de nodige gronden te verwerven. Het ge
ven van prioriteit bij de procedure is gebruikelijk en men kan de rechtbank
zelfs verzoeken de voorlopige inbezitneming toe te staan. Het is te verwachten
dat in deze gevallen zo nodig van beide mogelijkheden gebruik gemaakt zal wor
den.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten.
4. VOORSTEL TOT VASTSTELLING YAH EEM VERORDENING INZAKE DE OPSLAG VAN GAS-,
HUISBRAND- EN
STOOKOLIE
Het lid Moerbeek vraagt of iedere inwoner geacht wordt deze verordening te ken
nen of dat ze nog op de hoogte gesteld worden.
De voorzitter antwoordt dat ook deze verordening geacht wordt geestelijk eigen
dom te zijn van alle inwoners, maar in de praktijk zal zelden verbaliserend wor
den opgetreden zonder een voorafgaande waar schuwing. De verordening is er om op
te kunnen treden, de toepassing zal beslist meevallen.
Het lid Roosenboom informeert of dit geen bijzondere gevolgen heeft voor de
mensen die nu reeds een of andere installatie hebben en die nu ook al fout zit
ten volgens deze verordening.
De voorzitter neemt aan dat ook hierbij een overgangsmaatregel is opgenomen die
de bestaande installaties ongemoeid laat, gaat men iets nieuws plaatsen of iets
veranderen dan is de verordening wel van toepassing.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten.
5. VOORSTEL TOT VERLENGING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING WOONWAGENKAMP
Het lid van Isselt vraagt of Halsteren en Woensdrecht in deze gemeenschappelijke
regeling ook inspraak hebben.
De voorzitter zegt dat men die ongetwijfeld heeft gehad bij het aangaan van
deze regeling, maar niet bij de uitvoering van deze regeling aangaande allerlei
wissewasjes.