-3-
Het lid Moerbeek zegt dat hij wel degelijk hinder heeft ondervonden
maar dat hij daarom nog geen klacht heeft ingediend.
Het lid van de Kreeke gelooft dat men teveel aandacht schenkt aan de
wagen die voor een woning geparkeerd staat en daardoor hinder veroor
zaakt voor de bewoners van deze woning. Hij is van mening dat men
het meer moet zien vanuit de verkeersveiligheid.
Hij wijst hierbij op de autoNs die geparkeerd staan aan het begin
van de Burg.Eikhuizenlaan. Rijdt men vanuit de Beeklaan de Burg.
Elkhuizenlaan in dan kan men tengevolge van de geparkeerde wagen
onmogelijk zien of er verkeer uit de Schelpstraat komt.
Inderdaad komen de chauffeurs laat thuis en moeten zij weer vroeg
weg, maar hij vraagt zich af of de raad het in de hand moet gaan
werken dat deze chauffeurs het rijtijdenbesluit overtreden door met
hun werkboekje te knoeien.
De voorzitter voegt hier nog aan toe dat men nog nooit een bus van
de BBA voor iemands deur heeft geparkeerd zien staan.
Wethouder van Wezel licht toe dat er veel expediteurs zijn die zelfs
geen terrein meer hebben om hun wagens cp te slagen. Het is goed
koper om de chauffeurde auto mee naar huis te geven" dan een duur
opslagterrein aan te schaffen. Hiermee is z~wel de chauffeur als de
ondernemer gebaat. Overigens wijst hij de raad erop dat de tijd
nabij is dat er voorschriften moeten worden genomen waarbij het aan
één zijde parkeren wordt: geregeld, Meerdere straten' in de nieuwe
wijken zijn door het tweezijdig parkeren voor het normaal verkeer
haast ondoorgaanbaarSpreker zou het betreuren als de voorgestelde
aanvulling niet door de raad zou worden overgeriöfieh.'
Het lid van Isselt zegt dat men van de Burg»Elkhuizenlaan destijds
een voorrangsweg had moeten maken, dan had het verkeer op de Burg.
Elkhuizenlaan geen last gehad van de geparkeerde wagens.
De voorzitter zegt dat deze maatregel niet alleen voor de Burg.
Elkhuizenlaan is maar in de hele gemeente toepassing kan vinden voor
zover daar behoefte aan is.
Het lid Mens zag graag dat, als het voorstel door de raad wordt aan
genomen, de bevoegdheid niet gedelegeerd werd aan het College.
De voorzitter antwoordt,, dat het hem niet erg zinvol lijkt indien de
raad dit aan zich. zolf zou houden. Dit hoort tot de dagelijkse
bestuursvoering, terwijl een beslissing omtrent een dergelijke maat
regel in de raad tot eindeloze discussies zou kunnen leiden.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
4. VOORSTEL TOT HET NEMEN VAD EEN VOORBEREIDINGSBESLÏÏIT TEN AANZIEN
VAN DE BjBSTEjüïINGSPLAMHEïï''*"1'DBMELMËif'lT6'9'V''ËN'"'tr'3)E BEEK 1969"
Het lid Roosenboom is het er mee eens dat er een voorbereidingsbesluit
komt voor de Melanen, maar hij begrijpt niet dat dit nodig is voor
de Beek. In de Beek is bijna allej al gerealiseerd en de eventuele
bestemmingen die er gedacht waren zijn op al deze. gronden al opgelegd.
Hij vraagt wat de beooeling van dit besluit kan zijn.
De voorzitter antwoordt, dat "De Beek 1969" ook een plan in herziening
is. Volgens de wet op de ruimtelijke ordening moeten alle plannen
herzien worden voor 1 augustus 1970? Dit is een voorgeschreven plicht.
Daarnaast kan men ook de mogelijkheden die de nieuwe wet biedt uit
buiten om van een bestaande bestemming af te wijken. Dit is mogelijk
onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten indien het plan maar in
overeenstemming is met het komende bestemmingsplan.
Het lid Roosenboom heeft op de tekening veel wijzigingen gezien die
de raad nog niet kent.
De voorzitter antwoordt dat dit de raad ook nog niet gepasseerd hoeft
te zijn.
Het lid Roosenboom veronderstelt dat dit besluit de raad nog tot
niets bindt wat de inhoud van het bestemmingsplan betreft.
De voorzitter beaamt dit.