2. INGEKOMEN* STUKKEN EN. MEDEDELINGEN
Het lid Moerbeek wenst het woord te mögen voeren omtrent punt 9
van de ingekomen stukken en mededelingen, evenals het lid Sohetfters.
Het lid Mens wenst nadere inlichtingen te ontvangëh omtrent punt 7
van de ingekomen stukken en mededelingen en het lid. Roosenbcom
omtrent punt 8.
Omtrent de overige punten van de ingekomen stukken en mededelingen
wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders
besloten.
j. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAIT DE ALGEMENE POLITIEVERORDENING
Het lid Mens wijst erop dat de raad in de vergadering van 26 november
1968 heeft besloten, voor auto"s van langer dan zes meter een parkeer
verbod in te stellen. Hij vraagt of dit nog geldig blijft of dat dit
verbod wordt ingetrokken.
De voorzitter licht toe dat men door het parkeerverbod van 26 november
1968 een zee van borden krijgt. Om dit te voorkomen zou de raad een
blauwe zone in kunnen stellen. De verkeersorganisaties vinden dit
nogal moeilijk om dat deze blauwe zones bedoeld zijn voor de
steden. Nu wordt het op de nu voorgestelde manier geprobeerd en het
is zelfs dankbaar dat ook deze voorschriften in de praktijk niet erg
bevredigend zullen werken. Dan zal er tenslotte ook niets anders over
blijven om maar een zee van borden te gaan plaatsen. Het verbod zoals
destijds ingesteld blijft van kracht maar daarnaast wordt nog steeds
gezocht paar de meest sluitende voorschriften.
Het lid Mens zegt, dat zijn bezwaren van toen, nu nog steeds gelden.
Hij zag graag dat dit verbod alleen geldig was in de weekends.
De voorzitter zegt dat het nemen van deze maatregelen vooral geschiedt
uit het oogpunt van de verkeersveiligheid. Hoe wil men die dan dienen
op de werkdagen als dit verbod niet geldt.
Het lid Mens zegt dat de chauffeur die laat thuis komt en vroeg weer
vertrekt in de nabijheid geen plaats heeft om zijn vrachtwagen neer
te zetten.
De voorzitter wijst erop dat het normaal is dat iemand een andere
opslagplaats voor zijn materiaal zoekt dan de openbare weg. Door het
plaatsen van wagens op de openbare weg doet men de andere weggebruikers
tekort.
Het lid Roosenboom zegt dat hij er wel in kan komen dat de chaufieurs
liefst zo snel mogelijk onder de wol kruipen en dus liever met hun
auto naar huis gaan dan met hun fiets.
De voorzitter merkt op dat bijvoorbeeld een aannemer zijn betonmolen
ook niet op straat laat staan en men ook nauwelijks andere fabrieks-
outillage op straat vindt.
Het lid Bogers is voor deze maatregel, omdat men tengevolge van de
geparkeerde wagens het verkeer uit de zijstraten niet voldoende
tijdig kan zien.
Het lid van Elzflfrker is er ook voor om deze nieuwe maatregel te^
proberen. Iedere mens moet naar zijn werk en een chauffeur is niet
beter dan een ander mens. Zij behoeven een ander ook geen last te
bezorgen wat zij ongetwijfeld doen met het warmdraaien van hun motor
in de vroege ochtend, zoals door het oud raadslid de Keijzer destijds
terecht werd opgemerkt.
Het lid Mens is van mening dat artikel 75 II voldoende waarborg
biedt. Men kan toch een klacht indienen.
De voorzitter antwoordt dat een klacht meestal moet komen van de
naaste buren, omdat die er het meeste last van hebben, maar zij zullen
juist aarzelen om een klacht in te dienen, omdat zij met hun buren
graag op goede voet willen leven.