5. VOORSTEL TOT HET WEIGEREN VAN MEDEWERKING AAN HET BESTUUR VAN DE STICH TING KATHOLIEKE SCHOLEN" INZAKE VERBETERINGEN AAM HET PAROCHIEHUIS. Het lid. Moerbeek is van mening dat de raad over te weinig gegevens beschikt om tot dezelfde conclusie te komen als het college. Ook hier mist de raad een advies van de inspectrice. Hij vraagt zich ook af of de gemeente in staat is om het kerkbestuur te verplichten de nodige verbeteringen aan te brengen. Tevens merkt hij op dat het een zeer langdurige geschiedenis kan worden eer er zoveel lokalen zijn dat dit gebouw niet meer als zodanig ge bruikt hoeft te worden. De voorzitter antwoordt dat men het kerkbestuur niet kan verplichten de nodige verbeteringen aan te brengen Het gaat hier om een gebouw dat niet van de school is en niet van de gemeente. Dat maakt het een stuk moeilijker. De investeringen dié de gemeente hier zou doen zouden niet lang aan het on derwijs ten goede komen maar waarschijnlijk wel aan iets anders. Het kerk bestuur zou zelfs na het aanbrengen van de verbeteringen kunnen zeggen dat er meer huur betaald moet worden omdat het gebouw beter is geworden. Na tuurlijk zal er niet botweg geantwoord worden door het toesturen van dit stencil. De voorzitter wil wel suggesties doen, maar het schoolbestuur zal zelf naar een oplossing moeten streven. Het lid Moerbeek zegt dat enkele dingen hem noodzakelijk lijken, zoals bij voorbeeld de toiletten en de kapstokken. Hij dacht dat er naar een andere vorm gezocht moest worden om hier hulp te kunnen bieden. De voorzitter antwoordt dat men gebonden is aan de bepalingen van de wet. Artikel 72 is hier onmogelijk van ...toepassing en als de school dit wil be talen uit de vergoeding ex artikel 101, dan moet ze dat zelf weten. Het lid Moerbeek informeert of dit wel zou gaan indien het gebouw eigen dom was van de gemeente. De voorzitter beaamt dit. Hij licht toe dat het schoolbestuur in overleg met het gemeentebestuur tot aanschaf van bijvoorbeeld houten noodlokalen zou kunnen besluiten. Het lid Moerbeek vindt deze kwestie ergens niet bevredigend. De voorzitter zegt dat men hier struikelt op de bepalingen van de wet. Wethouder van de Watering zegt dat de aantekeningen van het lid Moerbeek ergens terecht zijn. Misschien is het mogelijk dat de gemeente met het schoolbestuur en met het kerkbestuur aan tafel gaat zitten en tracht om tot een oplossing te komen door het aanbrengen van voorzieningen die dan direct aangepast worden aan een andere bestemming die het gebouw straks zal hebben. Hij denkt hierbij bijvoorbeeld aan een gelegenheid voor bij eenkomsten van kleinere groepen. Ook speelt men nog steeds met de gedach te om daar de jeugdbeweging te huisvesten. Getracht zou moeten worden om die voorzieningen aan te, brengen die tevens dienst kunnen doen voor late re activiteiten. ,-y Het lid Schetters vraagt of er door de school een beroep is gedaan op het kerkbestuur. De voorzitter dacht dat het schoolbestuur zich in eerste instantie tot de gemeente heeft gericht. Het lid Roosenboom merkt op dat het kerkbestuur nauw is verbonden met het schoolbestuur. Hij gelooft ook niet dat het kerkbestuur na een verbouwing van het parochiehuis zou zeggen "meer betalen of er uit". Ook ziet hij het er nog niet van komen dat het schoolbestuur de eerste twee of drie jaar dit gebouw niet meer nodig heeft. Zijn kind zou daar niet naar school mogen. De toiletten zijn een beerput. Hij is van mening dat de raad dit voorstel niet zonder meer moet aanvaarden. Het belang van het kind is hier primair. Gaat dit niet zo, dan moet men uit een andere bron zien te put ten. Ook vroeger is er in moeilijke gevallen altijd wel, zij het een soms dubieuse, oplossing gevonden. Ook hier is een oplossing brood- en broodno dig. Wat hier wordt gevraagd is dus beslist niet te veel. Van de huur houdt het kerkbestuur nu ook niets over na aftrek van de onkosten. In feite kan men dus zeggen dat het gebouw pro deo wordt verhuurd.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1968 | | pagina 59