-16—
De voorzitter licht toe dat de nieuwe Bewoners wel betalen voor nieuwe voor
zieningen, maar dat zij niet betalen voor voorzieningen die er al lang zijn,
zoals bijvoorbeeld een wit-gele-kruisgebouwo
Het lid van Ekeren vraagt of het gemeentelokaal ook in de sloop wordt betrok
ken»
De voorzitter zegt dat dit inderdaad het geval is en ook het huisje wat daar
naast staat zal worden gesloopt»
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemees
ter en wethouders besloten»
11® wijziging gemeentebegroting 1968 (nieuwe instrumenten fanfare Sint Anto-
DJ.ua]
Het lid Moerbeek vindt het raar dat de vereniging zelf niet een oent bijdraagt»
Geruime tijd van tevoren heeft de fanfare ongetwijfeld al voorzien dat er nieuwe
instrumenten zouden moeten komen» Waarom heeft men dan geen instrumentenfonds
gevormd» Deze uitgave lijkt' hem ten opzichte van de gemeenschap niet verantwoord
Bovendien vraagt hij zich af of de fanfare, met de gewone middelen die hun ter
beschikking staan, tot aflossing zullen kunnen komen, gezien het feit dat ze ook
niet tot de vorming van een instrumentenfonds gekomen zijn» Hij'meent dat de
fanfare tegen zich zelf beschermd dient te worden» Onder de gestelde voorwaarden
is het voorstel voor hem onaanvaardbaar»
De voorzitter zegt er van overtuigd te zijn dat er een fonds bestaat waaruit
betaald worden de algemeen gebruikelijk voorkomende vernieuwingen en reparaties,
maar het lijkt hem moeilijk om een fonds te vormen voor een totale' vernieuwing»
In het verleden is Lepelstraat altijd nauw zijn verplichtingen nagekomen» Lepel
straat heeft reeds eerder een langlopende lening gesloten die nu "binnen enkele
jaren afloopt» Spreker gelooft dat de raad zich geen zorgen hoeft, te maken als
er nu dit voor in de plaats komt» Het college heeft er lang over gedacht en
heeft nog een bespreking gehad met het bestuur van de fanfare» Dit heeft "ten
slotte de indruk gewekt dat het verantwoord wordt geacht» Lepelstraat is ook
een gunstig geval in de muziekwereld» De fanfare handhaaft zich niet alleen
maar breidt nog steeds uit» Niet alleen wat betreft het aantal leden, maar ook
voor wat betreft de muziek» Lepelstraat prepareert zich ook voor het deelnemen
aan concoursen in het najaar» Deze concoursen zijn afgestemd op dé lage stem
ming en met hoge stemming is het moeilijk om daaraan mee te doen» Hij dacht dat
dit een dapper streven was en vindt niet dat dit moet struikelen op de instru
menten. Het bedrag is groot, maar in vergelijking met het sportpark dat
40.000,kost en dat elk jaar, vindt hij het weinig»
Het lid Moerbeek zegt dat hem dwars zit dat de fanfare zelf totaal niets op ta
fel brengt» Er wordt hier volledig op de gemeente gespeculeerd»
Het lid Bogers dankt de voorzitter voor zijn uiteenzetting. Hij, brengt .onder de
aandacht dat de onkosten voor een fanfare erg hoog zijn» De fanfare heeft nog een
aflossing lopen bij de gemeente» Er zijn reparatiekosten, kosten van dè direc
teur, er is ook nog een particuliere lening, maar ondanks dat gelooft hij toch
wel dat Lepelstraat zijn verplichtingen na zal kunnen komen.
Het lid van Isselt is niet tegen subsidie van de muziekvereniging, maar op deze
manier vindt hij dat wel bedenkelijk. Veertig jaar lang heeft de fanfare hoge
stemming geblazen en nu zo plotseling moet er lage stemming komen» Gezien de
data's van de stukken lijkt de zaak nog urgent ook. Ook hier had' hij weer graag
een winst- en verliesrekening gezien en een contributielijst» Ook vraagt hij
zich af waarom de rente als subsidie moet worden gegeven.
De voorzitter zegt dat gedeputeerde staten verlangen dat er een rente wordt ge
heven. Via een achterdeur wordt deze rente dan weer terugbetaald»
Het lid van Isselt vraagt of de foudraals en lessenaars en andere bijkomende
dingen ook al versleten zijn. Een foudraal lijkt hem overbodig. Zeker voor de
mensen van de fanfare in Lepelstraat, want als die gaan blazen houden ze hun in
strument aan hun mond tot de andere morgen» Niet alleen kan hij zijn medewerking
er niet aan geven, maar nog sterker, hij mag zijn medewerking hieraan niet geven
De voorzitter zegt dat het te prijzen is dat de fanfare ook overgaat tot het
aanschaffen van foudraals. Dit is ter bescherming van de kostbare instrumenten»