Mijnheer de voorzitter, met het signaleren alléén van bepaalde noden wor
ded ze nog niet opgelost» Met ze alleen onder de aandacht van Uw college
en de raad te brengen óók niet»
Er zal op korte termijn werkelijk iets moeten gebeuren» Bijvoorbeeld een
gesprek tussen burgemeester en wethouders, schoolbestuur, schoolleiding
en eventueel de inspecteur.
Mijnheer de voorzitter, wanneer er hier en daar een prettig geluid te be
luisteren valt, horen we dat met genoegen»
En plezierig is het zeker te horen, dat de woningnood in onze gemeente
praktisch is opgelost. Dit is stellig mede, of misschien wel voornamelijk
te danken aan de -wijze, waarop onze woningstichting haar taak vervult. Ik
acht dan ook een compliment aan de woningstichting hier zeker op zijn plrats
Tenslottè mijnheer de voorzitter, nog dit: We beleven de laatste jaren een
zeer snelle groei van onze gemeente, waardoor in toenemende mate belang
rijke beslissingen moeten worden genomen, die van grote betekenis zijl voor
de hele gemeenschap» Nu heeft het er alle schijn van, dat men in het alge
meen vrij weinig belangstelling heeft voor wat er in de gemeente gebeurt
of zou moeten gebeuren. Behalve dan misschien, wanneer men meent, dat duide
lijk foutieve beslissingen werden genomen»
Mogelijk is een van de oorzaken wel de wijzewaarop in gemeenten zoals de
onze de raad wordt samengesteld en vaak tot in lengte van jaren wordt ge
continueerd.
De grote massa is er doorgaans alleen maar op de dag van het rode potlood
min of meer geintèresseerd bij betrokken, maai* gaat verder weer rustig o-
ver tot de orde van de dag»
Toch krijg ik steeds meer het gevoel, dat er eigenlijk iets ontbreekt aan
de communiteit tussen ons - de raad en de gemeenschap, die wij vertegen
woordigen.
Zou het daarom niet wenselijk zijn, mijnheer de voorzitter, op een of an
dere manier te trachten de bevolking meer te betrekken bij en te interesse
ren vóór het werk van de raad, wat toch bedoeld te zijn: de zorg voor en de
bevordering van het algemeen welzijn.
Men zou in dit verband kunnen denken aan de oprichting van buurtcomités -
een taaie misschien voor de Welzijnsstichting - zoals we dat in Lepelstraat
al kennen in het zogenaamde Dorpscomité die dan tot een gesprek zouden moe
ten komen met Uw college of de raad of zo mogelijk wel met beiden. Of pro
beren, die personen uit onze gemeente als gesprekspartners aan te trekken,
die qua functie, deskundigheid of ontwikkeling tot gezonde inbreng in staat
geacht moeten worden.
Of eenvoudig zonder meer van tijd tot tijd een soort teach-in te organise
ren, waar iedereen welkom is, die met de raad op reële wijze van gedachten
wil wisselen.
En stellig ook moet het zeer de moeite waard geacht worden de belangstel
ling te wekken van onze jonge mensen, omdat vaak belangrijke beslissingen
van nu pas in de jaren', dat zij de dienst uit zullen maken geëffectueerd
kunnen worden en waarvan zij in elk geval straks mede de lasten moeten
dragen.
Dit, mijnheer de voorzitter, was het, wat ik, gebruik makend van de gebo
den gelegenheid, te zeggen had. Ik dank
De voorzitter antwoord dat hij het er mee eens is dat men een eigen belas
tinggebied niet alleen met gejuich moet binnen halen. Deze nieuwe bevoegd
heid zal ongetwijfeld een grotere verantwoordelijkheid leggen op de schou
ders van de raad» Extra uitgaven die men in de toekomst zal gaan doen zul
len ongetwijfeld extra gehaald moeten worden. Het effect zal zijn dat de
raad zal moeten streven naar meer efficiëntie in zijn uitgaven. Dit heeft
ook wel een'goede kant;"Nu komt alles maar uit de grote pot van het rijk,
straks zal echter de raad zo verantwoord als maar mogelijk is met zijn cen
ten om gaan springen.