i -2- En het lijkt" mij~irrovereenstemmingvmet zijn. persoonlijkheid om dat te doen in wéinig woorden»1 Want de heer Heijligers was een man van weinig woorden. Ik heb altijd de indruk gehad dat hij hier eigenlijk een beetje zat zijns ondanks. Want hi j: begeerde het raadslidmaatschap naar mijn mening beslist niet voor zich zelf-.t Hij, zat hier omdat hij begaan was met de noden van degenen die voort durend een beroep deden op zijn daadkracht en behulpzaamheid, die een beroep op hem deden om te bemiddelen tussen burger en overheid. Wij allen hebben hem leren kennen én waarderen als een man die zich kenmerkte door eenvoud en bescheidenheid, door eerlijkheid en betrouwbaarheid, door trouw en volgzaamheid. Hij hechte er niet aan het woord te voeren, hij plaatste zich niet gaarne op de voorgrond, hij was wars van uiterlijk vertoon. Zijn plaats hier in de raad was het onafwendbare gevolg van een leven dat vanaf zijn jongste jaren was gewijd aan het organisatie- en verenigings leven van zijn woonplaats, waar hij thans vele moeilijk te vervullen vacatures overlaat. Wij kunnen slechts bewondering hebben voor een man die naast zijn zware dagtaak en naast de vele zorgen voor zijn zeer grote gezin altijd voor iedereen klaar stond en gaf vrat hij had. Vooral op dit laatste wil ik de nadruk leggen. Want de heer Heijligers beschikte over niet zo heel veel vrije tijd, noch over een indrukwekkende school- of beroepsopleiding. Juist daarom zal hij voor ons voort leven als een sjouwer voor de goede zaak die gewoekerd heeft met zijn tijd die gewoekerd heeft met zijn gaven. Moge wat hij betekende voor Halsteren, en voor het organisatie- en verenigingsleven van Lepelstraat zeer in het bijzonder, een troost zijn voor hen die hij achter liet en naar wie onze grote deernis uitgaat. Wij allen zijn hem en hen veel dank verschuldigd. Ik wil U verzoeken om thans enige ogenblikken stilte in acht te nemen om zijn nagedachtenis te eren en opdat de belon,ing voor zijn arbeidzame en welbestede leven hem deelachtig zij. Na het in acht nemen van een ogenblik stilte vervolgt hij met; Heren Leden van de Raad Het nieuwe jaar is al ver gevorderd Toch wil ik U nog gaarne een zalig nieuwjaar toeroepen respectievelijk dat herhaler aan U en aan allen die met ons meewerken en meeleven voor een mooier en beter Halsteren. In tegenstelling tot recente berichten in de pers wil ik hier ook stellen dat ik een nieuwjaarswens en het houden van een nieuwjaarsrede zeer zinvol acht. ii Immers7 wat is een wens? Een wens houdt in elk geval het element in van een ander iets te gunnen, ook al is dit besef wellicht verzwakt. Als ik verklaar een ander iets te gunnen is dit een soort vriendschaps betuiging; al is 't nog geen echte wens.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1968 | | pagina 2