het risico dat men met de grond nooit meer zal kunnen doen dan verpachten
aan de huidige pachters. Hij gunt het Elisabethgesticht gaarne deze prijs,
maar als men toch wat wil doen voor het gasthuis dan kan men net zo goed
een douceurtje geven van 100.000,Economisch gezien is de aankoop
nu niet verantwoord.
Het lid Roosenboom heeft geen illusies dat men op deze grond ooit zal
kunnen bouwen. Voor een ULO-school heeft men op de Jankenberg ook nog
wel andere plaatsen. Nu heeft men een prijs van f 5iper m2, straks
komt daar nog de bedrijfsschade bij van een jonge boomgaard. Hij dacht
wel dat het bedrag te pittig zou worden.
De voorzitter ziet dat er bij de raad unaniem bezwaren bestaan. Het col
lege stelt daarom voor het voorstel terug te nemen en eventueel nogmaals
contact op te nemen met de taxatiecommissie. Ook zal gekeken worden of er
de toekomst gebouwd gaat worden. Het Elisabethgesticht zal bericht worden
dat de aankoop is uitgesteld, doch dat dit nog geen afstel behoeft te zijn
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
Het lid van Isselt vindt de prijs voor de gronden van Govers aan de zeer
lage kant.
De Voorzitter zegt dat het perceel qua ligging een slecht stuk grond is.
Het lid van Elzakker acht de prijs wel redelijk.
Het lid Hens informeert of de prijs inclusief de bedrijfsschade is.
De voorzitter bevestigt dit.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burge
meester en wethouders besloten.
7. VOORSTEL TOT VERKOOP VAN GRONDEN
Het lid van Isselt heeft op de tekening twee ingekleurde percelen gezien
en vraagt om welk perceel het gaat.
-■Se-voorzitter licht toe dat het gaat om het perceel gelegen ten zuid
westen van de Wethouder Bogersstraat. Dit had men ook kunnen afleiden
uit de huisnummers die bij de percelen zijn vermeld.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
8. AANBIEDING BEGROTING VAN HET WONING- EN GRONDBEDRIJF EN DE GEHSENTE-
7" BEGROTING VOOR HET DIENSTJAAR 1968'
Het lid Roosenboom informeert of men de raad zou kunnen splitsen bij het
onderzoek van de begroting onder voorzitterschap van een wethouder.
De voorzitter antwoordt dat het gebruikelijk is dat de raad in zijn
geheel de begroting van te voren doorneemt. Het gevolg hiervan is dat de
begroting zo genoegzaam is bekeken dat er in de officiële raadsvergadering
nauwelijks een woord aan gewijd' wordt. Er zijn bok wel eens vragen in de
kamer gesteld over deze manier van behandeling. Formeel gesproken is deze
handelwijze juist maar ze is beslist niet in overeenstemming met de geest
van de wet. Voor een gemeente met 10.000 zielen past het volgens spreker
niet dat de begroting nauwelijks iets meer is dan een hamerstuk. Ter be
vordering van de democratie zou het hem inderdaad gunstig lijken als twee
helften van de raad onafhankelijk van elkaar de begroting doornamen,
zodat bij de officiële behandeling nog enige mogelijkheid van discussie
blijft bestaan.
Het lid Moerbeek wijst er op dat er vroeger inderdaad twee afdelingen
van de raad zijn geweest die de begroting onderzochten. Er waren op
deze vergaderingen soms zo weinig mensen dat men toen de hele raad maar
heeft genomen om toch tot een behoorlijk aantal leden op deze vergadering
te komen. Bovendien zou de raad met voorstellen kunnen komen en initia
tief kunnen tonen, maar mogelijk zal dat dan in het kader van de be
groting toch niet meer ingepast kunnen worden.De wethouders werden juist
opzettelijk niet in de commissie opgenomen.