-2-
1 VASTSTELLING NOTULEN
Zonder'hoofdeLijkè stemming worden de notulen, vah' (ie openbare raadsver
gadering van 30 januari 1968 onveranderd vastgesteld.
1a.BEËDIGING RAADSLID
De heer J.Mens, die tot lid van de raad is benoemd, legt in handen van de
voorzitter de vereiste zuiverings- en ambtseed af. I
De voorzitter wenst het lid Mens geluk met zijn benoeming. 'Hij zegt dat
de faam van de benoemde reeds in zoverre de heer Mens is vooruitgesneld
'dat niémand 'er hier aan twijfelt dat hij een actief aandeel zal hebben in
de beraadslagingen en het werk van de raad. Spreker hoopt dat dit niet
f alleen een actief, maar ook een vruchtbaar aandeel zal mogen zijn, in het
belang van de gemeente en dë gehele streek. Hij wenst hem alle succes toe
in zijn nieuwe bestuursfunctie. -
Het lid Mens zegt het niet prettig te vinden om op deze manier in de raad
te komen. De tijd gaat echter door en hij is blij dat hij in staat wordt
gesteld om het werk van het overleden lid Heijligers te kunnen voortzetten.
Hij hoopt dat werk ook even goed te doen. Viel zou hij er op Willen wijzen
dat hij totaal nieuw is in dit gezelschap en vaa de werkwijze van de raad
en de daarbij behorende normen weinig afweet. Ook wil hij er op wijzen dat
hij.nogal een gevoelsmens is en nogal agressief. Hij zal zich proberen te
beteugelen, maar mocht hij over de schreef gaan dan' vraagt hij dé raad
hiervoor begrip. Graag zou hij de andereraadsleden willen verzoeken hem
in hun midden op ,i,e. nemen om,:samen de belangen zo goed mogelijk te kunnen
.-dienen. .7.'.''''7 7-7
De voorzitter antwoordt dat hij zelden gebruik maakt van de hamer. Zelden
.wprdt daarmee geklopt, maar als hij er mee gaat spelen dan kan men dit wel
•als een waarsphuwir.g opvatten, '7'. 7'i>- '7"i.
2. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN 7
De voorzitter deelt mede'dat door gedeputeerde staten is goedgekeurd het
'uitgetrokken crediet voor de opstallen op het sportpark van Lepelstraat.
Nu met de heersende werkeloosheid is het echter mogelijk dit object met
subsidie uit te voeren. Het -college is echter van oordeel dat, gezien de
financiële positie van de gemeente, men tooh moét proberen om dit werk
met subsidie uit te voeren, hetgeen vanzelf- inhoudt dat nu niet direct
met het werk kan worden begonnen. Het college acht de onmiddellijke uit
voering van dit werk onverantwoord ten opzichte van de financiële middelen
van de gemeenschap. Hij^vraagt of de raadsleden zich er mee kunnen
Verenigen dat dit werk pas zal worden uitgevoerd nadat een subsidie is
verleend of gebleken is dat dit object niet meer voor subsidiëring in aan
merking komt.
De raadsleden kunnen zich hiermede verenigen.
Het lid Roosenboom wenst het woord te mogen voeren omtrent de 43e en
53e wijziging van de gemeentebegroting 1967»
De voorzitter zegt toe deze punten aan de agenda, toe te voegen.
Omtrent de overige punten van de ingekomen stukken en mededelingen wordt
conform de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten