-20-
Het lid van Isselt antwoordt hierop als volgt;
Mijnheer de voorzitter, mag ik U op de eerste plaats, mede namens de raad,
mijn dank uit brengen, voor de mooie woorden die U hebt gesproken ter
herdenking van het overlijden van ons raadslid Heijligers. Mag-ik U
tevens, ook mede namens de raad, dank zeggen voor Uw rede welke U zojuist
hebt uitgesproken,,
Meer nog dan in voorgaande jaren, hebt U naast een goed gedocumenteerd
verslag van het afgelopen jaar, een blik geworpen in dit en het komende
jaar.
U schildert als het ware een panorama van een drietal rigoreuze werken
die voor onze gemeente van zeer groot belang kunnen zijn.
Op één van deze grote objecten wil ik U wijzen; en dat is de aanleg van
de provinciale weg vanaf de nieuwe Thoolse burg tot aan de nieuw aan te
leggen Zoomweg, tot zover de gemeente reikt.
Dit wegtracé komt te liggen in een gebied van de beste klei en zandgronden.
Ik ben er van overtuigd dat deze weg er moet komen,gezien hij een deel
gaat uitmaken van het komende gebeuren in West-Brabant en het eiland
Tholen.
Men zegt wel eens waar gehakt wordt vallen spaanders. Dat is mijns inziens
ook hier het geval. Ik denk aan die belanghebbenden, van wie de percelen
doorkruist worden door dit tracé. Veel percelen zullen in meer of mindere
mate onrendabel worden.
Voor gevallen ontstaan, die bij de aanleg van deze weg voor belanghebbenden
nadelig (kunnen) zijn, wil ik thans reeds de aandacht van Uw college vragen.
Mijnheer de voorzitter in uw bijlage lcomen een 2 tal punten voor waar
over men niet optimistisch kan zijn.
Wat de werkgelegenheid betreft ziet men van jaar tot jaar een teruggang.
Nu reeds heeft men 1 werkloze op 90 inwoners.. Wat de woningaangelegenheid
betreft is het nog erger gesteld.
Mijnheer de voorzitter, ik vraag mij af of de cijfers in Uw bijlage
juist zijn. Bij een omrekening over de laatste 4 jaar krijg ik tot uitslag
1964 s 1 woningzoekende per 75 inwoners
1965 1966 1 per 40 inwoners
1967 1 per 32 inwoners
Dus een steeds groter wordend woningtekort. Voor beide punten behoef ik
geen aandacht te vragen van Uw college, wetende dat die in deze nooit
aflatend is.
Mijnheer de voorzitter ik heb gemeend deze 2 punten op .deze manier ter
kennis van de raad te moeten brengen.
Mijnheer de voorzitter in een raadsvergadering heb ik mij de woorden eens
laten ontvallen als volgt;
"Ik zou niet- volledig zijn indien ik het kerkdorp Lepelstraat
hierbij niet betrok".
Dit wil ik thans herhalen en dan wijzen op enkele belangrijke punten.
Ten eerste o.a. het prachtige sportveld, in aanbouw dat al gedeeltelijk
in gebruik is genomen. De sanering van het "Martje" is gereedgekomen
en wordt thans in opdracht van de woningstichting van bejaardenwoningen
voorzien en later door openbare werken afgerond. De sanering in de
Kerkstraat, is bij raadsbesluit een feit geworden.Hier zal een zeer
ruime parkeerhaven het resultaat zijn.
Alzo in dit dorp 2 pleinen waarop Lepelstraat trots kan zijn.
Een pasveerinstallatie is in aanbouw, rioleringen zijn verbeterd en
uitgebreid. Trottoirs zijn verbeterd en nieuwe aangelegd. De woning
bouw ontwikkelt zich langzaam doch gaat gestadig door.
Het uitbreidingsplan "Bloemendaal" verkeert in die fase, dat reeds
een woning is weggekocht. Percelen bouwgrond zijn reeds aangekocht.