1*2
=5=
Het lid Roosenboom merkt op dat ook de heer Buijs een Bezwaarschrift heeft
ingediend en dat over dit bezwaar in de commissie is gesproken.
De voorzitter zegt dat wel over de bezwaren van Buijs is gesproken maar
dat er voor de commissie geen bezwaarschrift in formele zin bestond. Zou
de commissie graag in deze bezwaarschriften worden gekend dan zal de raad
hiertoe een besluit moeten nemen.
Het lid Moerbeek ziet het zo, dat de taaie van de commissie alleen betreft
het mede gereed maken van het plan. Bezwaarschriften kunnen alleen inkomen
na de ter visie legging en op dat moment dacht hij wel dat de inspraak van
de commissie voorbij was,
Uethouder van Wezel is het volkomen eens met het lid Moerbeek en dacht
dat het lid Roosenboom wel wat te ver gaat. Op die manier zou Vink wel
in Amsterdam kunnen blijven. Het lid Roosenboom gaat er vanuit dat de
woningen moeten verdwijnen, maar dat is nog steeds niet bekend.
Het lid Roosenboom zegt dat, zoals het plan er nu ligt, de woningen zullen
moeten verdwijnen.
De voorzitter wijst er wederom op dat dit helemaal niet zeker is.
Het lid van Isselt heeft met belangstelling naar de raad geluisterd. Hij
moet zich aansluiten bij de mening van het lid de Keijzer, De mensen moeten
in het ongunstigste geval schadeloos gesteld worden en het is wel
mogelijk dat dit ongeveer 200,000,- gaat kosten. Dit zal opgebracht
moeten worden door de toekomstige bewoners van het plan Jankenberg. Voor
een oplossing zou hij mede om deze reden gaarne de aandacht van het
college vragen.
De voorzitter zegt dat de raad straks zelf zal moeten besluiten wat er
gedaan moet worden, of hot aangekocht moet worden ja of neen.
Het lid van Isselt zag wel gaarne dat zijn visie in de notulen i«:erd Vast
gelegd zodat hij daar later eventueel nog eens op terug kon vallen»
De voorzitter zegt dat er nog vele kansen komen om over deze kwestie te praten.
Mocht er behoefte bestaan aan een omschreven taak voor de commissie voor
de ruimtelijke ordening d.an wacht hij hieromtrent gaarne suggesties van
de raad in.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
4, VOORSTEL TOT ONTTREKKING VAN WEGEN' OF GEDEELTEN DAARVAN AAN HET OPENBAAR
VERKEER
Het lid Moerbeek heeft in het voorstel gelezen dat burgemeester en wet
houders in principe zo min .mogelijk tot verkoop van de onttrokken weg
gedeelten zullen overgaan» Door de onttrekking aan het openbaar verkeer
zal ook het onderhoud achterwege gelaten worden. Hij vraagt of er ook
rekening mee is gehouden dat er mensen zijn die deze wegen gebruiken
voor de uitoefening van hun bedrijf en daarmee mogelijk ernstig gedupeerd
kunnen zijn»
Wethouder van IJezel licht toe dat daar inderdaad rekening mee is gehouden.
Jaren geleden is dit al in de wegencommissie geweest en behandeld met
de Heide Mij in verband met de wijziging van de wegenlegger. Door om
standigheden heeft het lang geduurd eer dit in de raad kwam. Terdege is
echter onderzocht.of er ingelanden aan lagen, maar niemand heeft op deze
stukken uitweg.
Het lid Moerbeek vraagt zich af of deze wegen die aan het openbaar verkeer
worden onttrokken geen ideale vuilnisstortplaats zullen gaan vormen voor
het publiek.