-5-
Men moet de ogen open houden voor nieuwe leefvormen en ook m gro
ter verhafld! dient het bestuur aangepast te worden, maar hij zou
zich geen reden in kunnen denken waarom een flink Halsteren van
10.000 inwoners op korte termijn gevaar zou lopen bij een annexa
tie betrokken te geraken. Hij kan ook niet verder in de toekomst
kijken, dóch hij ziet hiér geen gevaar tenzij men geen oog heeft
voor de toekomst en alles bij het oude laat. Men moet het natuur
lijk niet uitlokken door het niet aankunnen van de moderne taken.
Op het plan Schelde-Zoom kan hij geen antwoord: geven.
Dit is.een zeer summier plan dat gedeputeerde staten onlangs bereik
te en aan 'een critische beschouwing onderworpen is geweest.
Dit is typisch een plan waarbij men over de eigen grenzen dient heen
te kijken. Men moet zich bij het opstellen van zo een plan afvragen
of men dit ook zo zou doen indien het plan één gemeente betrof.
Hangt het plan van compromisen aan elkaar, en speelt men verstop
pertje omdat men bang is dat men een ander kwaad zal maken, dan zou
dat niet de juiste manier van samenwerken zijn. Men moet er planologisch
één gebied van maken. Dit plan is een eerste aanzet. Meer zou hij er lie
ver niet meer over zeggen.
Het lid Moerbeak houdt hierna het navolgende betoog:
Nadat collega-raadslid Roosenboom de structurele ontwikkeling van
w onze gemeente in wat breder verband heeft besproken, zou ik graag
de aandacht vragen - in het bizonder van de heer commissaris voor
enkele zaken in eigen huis. Ofschoon die stellig ook weer niet hele-
maal los gezien moeten worden van de streekontwikkeling.
Dat betreft dan in het algemeen onze gemeentelijke bestemmingsplan
nen. En meer in 't bizonder de plannen "Rode Schouw7 en 'Jankenberg"
Als we het tijdsverloop van de procedure tot nu toe bekijken, mogen
we stellig wei z^en, dat we al geruime tijd op weg zijn, maar dat de
eindstreep nog altijd niet gehaald kon worden Het schijnt voor de
instanties, die hiermee hun bemoeiing hebben, wel een bizonder moei
lijk materie te zijn. Immers: we zien dat na een grondige voorberei
ding van deze plannen - we vinden als eerste officiële datum 1 mei
1963 - op 15 september 1964 de ontwerpplannen Rode Schouw en Janken
berg ingezonden zijn bij de commissie gemeentelijke uitbreidings
plannen voor vooroverleg, nadat hierover reeds eerder mondeling,
overleg was gepleegd o.a. met Rijks- en provinciale waterstaat.
Op 11 mei 1965 worden de^plannen besproken in de commissie, die ech
ter stelt: '"er is seen overleg gepleegd met Bergen op Zoom."
Bedoeld oveneg had n'ochthans wel plaats gevonden, wat blijkt uit
een schrijven van Bergen op Zoom, dat op 5 november 1965 aan de oom-s-
missie wordt gezonden, waarin is gesteld dat wederom overleg werd
gepleegd en dat geen bezwaren bestaan."
D Wè horen verder niets, totdat op 24-2-66 de commissie antwoordt, dat
zij haar oordeel omtrent ingezonden plannen wenst op te schorten
totdat het intergemeentelijk structuurplan gereed is. Dit lijkt toch
wel heel erg op wat we populair een "dooddoener7 noemen! We mogen
immers aannemen, dat het Bergen op Zoomse plan "Meilust" en ons plan
Rode Schouw- Jankenberg, die ergens wel 'raakpunten" hebben, maar ge
zien het overleg, tevoren, stellig volledig opgenomen konden worden
in het intergemeentelijk structuurplan.
Vandaag wijst de kalender 18 september 1967 aan en nog altijd wach
ten wij op goedkeuring van deze plannen. Daarom vragen wij ons met^
.enig onbehagen en verklaarbaar ongeduld af: Waarom deze stagnatie?
Maar onze raad vraagt zich dat ook met zorg af. Immers door het uit
blijven van de noodzakelijke medewerking van het provinciaal bestuur,
wat goedkeuring en financiering betreft, is er belangrijke vertraging
gekomen in de realisatie van bepaalde en urgente plannen. We denken
hier bijvoorbeeld aan de bouw van een nieuw gemeentehuis, maar boven
dien kan ook nietë anders in exploitatie gebracht worden.
