De voorzitter antwoordt dat het plan van 16 bejaardenwoningen reeds in de raad is geweest en dat deze drie woningen daarbij horen. De secretaris licht toe dat hier het particuliere initiatief primair is. De gemeente mag deze woningen niet zelf bouwen als door een woningstichting dit naar genoegen wordt gedaan. Het lid Roosenboom vindt deze manier van handelen onelegant en geheimzinnig. De voorzitter gelooft dat deze zaak toch wel voldoende open is be handeld. Het plan heeft ter inzage gelegen en dit alles was toen reeds bekend, hoewel dit mogelijk niet met zoveel woorden is ter sprake gekomen. Hethouder van de Watering licht toe dat de raad destijds een besluit omtrent 16 bejaardenwoningen heeft genomen. Het toegewezen contingent woningwetwoningen was toen echter niet toereikend. Dank zij de activiteiten van de woningstichting heeft men toen 3 extra woningen toegewezen gekregen en het lijkt hem toch wel vanzelfsprekend dat deze 3 woningen mede verkregen door de activiteiten van de woningstichting, ook de woningstichting toekomen» Het lid Roosenboom merkt op dat deze woningen niet aan de woning stichting, maar aan de gemeente zijn toegewezen. Wethouder van de Watering acht het vanzelfsprekend dat deze woningen de woningstichting toekomen. Het lid Roosenboom vindt dit helemaal niet vanzelfsprekend. Temeer omdat de raad geen inspraak heeft in de woningstichting, bevredigt deze gang van zaken hem helemaal niet. Wethouder van de Watering zegt dat het hier een noodzakelijke aan vulling is, nodig om het contingent te kunnen verwezenlijken. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. punt 6 Het lid Roosenboom heeft nu een eindcijfer gezien van 34.000,- en hij dacht dat het aanbod 25.000,lager was geweest. Een verschil van 25.000,- vindt hij toch wel aanmerkelijk. Hij vraagt zich af of er niet iets aam de taxatiecommissie mankeert, zo erg kan men toch niet abuis zitten. Bovendien gaan er nu nog 6.000,- onkosten bijkomen» Had het niet verstandiger geweest, aldus spreker, om eens serieus met Suijkerbuijlc te praten. Hij weet dat Suijkerbuijlc bereid was te praten en dat er zelfs een af spraak is gemaakt. Haar op deze afspraak was de gemeente afwezig. Hij vindt het voor de gemeente een blamage dat men 31.000,- moet bijbetalen in een prestige kwestie. Hij acht dit geen gezond beleid» De voorzitter antwoordt dat het algemeen belang hier juist tot zijn recht is gekomen. In hoogste instantie is door de rechter vast gesteld wat de man toekomt. Eerlijker kan het niet. Destijds is de woning door onze taxatiecommissie normaal geschat. De deskundigen van de rechtbank hebben aan de gebouwen en bijbehorende grond vanwege de gunstige ligging, naast de bungalows van de Daansbergen, een abnormale hoge waarde aan deze eigendommen toegekend. Het lid Roosenboom ziet in deze handelwijze het gevaar dat in de toekomst niemand meer verkoopt. De voorzitter zegt dat het ieders goed recht is om tot in hoogste instantie de waarde van zijn te onteigenen goederen te laten vast steil Daar 3taat tegenover dat men bij aankoop direct over de middelen kan beschikken.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1967 | | pagina 39