3. WIJZIGINGEN GEI EENTEBEGROT ING
50e, 51e en 52e wijziging gemeentebegroting 1966 (slotwijzigingen)
De voorzitter licht toe dat deze wijzigingen uiterlijk 1 juli 1967
in 1s-Hertogenbosch moeten zijn. Aan deze wijzigingen is een enorm
pak werk verbonden en het is ónmogelijk gebleken dit in getypte vorm
tijdig voor de raadsleden gereed te hebben. Hij zegt echter toe dat
zo mogelijk in de volgende vergadering deze stukken uitgewerkt voor
de raadsleden ter beschikking zullen zijn.
Het lid Roosenboom heeft na deze toezegging geen behoefte meer om
over dit punt enkele vragen te stellen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
26g_wijziging gemeentebegroting 1967 (bouwrijpmaken "De Beek Noord1-')
Het lid Roosenboom merkt op dat het eindvonnis van de onteigening
Suijkerbuijk voor de gemeente erg negatief is uitgevallen. Hij vraagt
of met deze gewijzigde cijfers ook rekening is gehouden met de cijfers
voor het bouwrijpmaken van "De Beek Noord".
De voorzitter antwoordt dat men altijd nog de post onvoorzien hiervoor
kan aanspreken. Bovendien is de post Suijkerbuijk reeds aan de hoge
kant gehouden. Veel zal dit echt niet uitmaken.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
BEHANDELING INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN
punt 3
Het lid Roosenboom vindt het vreemd dat een dergelijk- stuk tussen de
ingekomen stukken zit en dat er geen apart raadsvoorstel van is
gemaakt. Dit is een belangrijk document dat de nodige aandacht vereist.
Men moet hier namelijk beslissen over de centen van het gemeentepersoneel
en hij zou niet graag ten nadele van deze mensen beslissen.
De voorzitter antwoordt dat dit inderdaad een belanrijk stuk is voor
de ambtenaren. Het betreft hier echter een uniforme landelijke
regeling en het is haast ondenkbaar dat de raad het voorstel afwijst.
Het lid Roosenboom informeert of de bonden hieromtrent ook zijn geraad
pleegd. 0
De voorzitter veronderstelt dat dit door het rijk wel gebeurd zal
zijn.
Het lid Moerbeek wijst er op dat ook de ingekomen stukken belangrijk
moeten zijn voor een raadslid en vanzelfsprekend de nodige aandacht
verdienen. Er is niets wat een raadslid belet- om ook deze stukken
grondig te bestuderen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
punt 4
-Li(i NoQsenboom heeft uit de stukken begrepen dat de gemeente een
extra woningcontingent woningwetwoningen heeft toegewezen gekregen.
Deze woningen gaat nu de woningstichting bouwen. Hij vraagt zich
echter af of de raad deze woningen niet aan de woningstichting moet
overdragen omdat ze in eerste instantie aan de gemeente zijn
toegewezen. Bovendien is de gemeente zelf capabel genoeg om deze
woningen zelf te bomden. Te meer omdat hij van mening is dat de
woningstichting in het leven is geroepen om te komen tot de bouw van
premie-huurwoningen. Hij heeft er bezwaar tegen dat deze woningen
aan de woningstichting worden overgedragen omdat hij heeft gemerkt
dat de inspraak van de gemeente in de woningstichting bijzonder
gering is.