Het lid Moerbeek veronderstelt dat burgemeester en wethouders ook
geen zeggenschap zullen hebben in dit geval wie de verlaten woning
gaat betrekken.
De voorzitter zegt dat dit is op te vangen door het gestelde in de
verordening van "burgemeester en wethouders kunnen" of door het opnemen
van het reeds eerder gestelde artikel 9 waarbij het college in bij
zondere gevallen kan afwijken van het bepaalde in de verordening.
Het lid van Gorp informeert of het mogelijk is dat de artikelen 2B
en 4B worden geschrapt.
De voorzitter lijkt het beter om zoveel mogelijk de strucbuur van
het huidige ontwerp te handhaven.
Het lid Moerbeek stelt voor de artikelen 2B en 4B te schrappen, waar
bij de raad de consequentie aanvaardt om zo nodig de pot aan te vullen.
Wethouder var de Watering blijft van mening dat de weistandsgrens
gehandhaafd dient te blijven. Hij heeft tegen schrapping hiervan
persoonlijk bezwaren. Door schrapping mist hij de extra prikkel voor
de minder gesalarieerden.
Het lid van Gorp kent legio gevallen van mensen die net boven de wei
standsgrens leven en deze hebben het vaak moeilijker dan de minder
gesalarieerden.
Het lid Moerbeek merkt op dat de welgestelden vrijwel nooit in een
huurhuis vronen, maar wel de grensgevallen.
Het lid Schetters vindt het hele fonds een onding. Iemand die in een
dure woning wil gaan wonen moet deze ook maar betalen.
De voorzitter zegt dat het college bereid is om conform het voorstel
van het lid Moerbeek van het huidige voorstel de artikelen 2B en
4B te schrappen en een artikel 9 "toe voegen waarbij wordt bepaald
dat in bijzondere gevallen burgemeester en wethouders kunnen afwijken van
de bepalingen in deze verordening gesteld.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het gewijzigde voor
stel van burgemeester en wethouders besloten.
10. VOORSTEL TOT MACHTIGING GRONDVERKOOP ZUID-WEST
Het lid van Isselt leest in het voorstel dat gedacht wordt de grond
voor 27 gulden te gaan verkopen, aan de woningstichting is echter reeds
verkocht voor 25,-; waarom dit verschil? Bovendien zou hij de
oppervlakte van de garages willen weten.
De voorzitter antwoordt dat de oppervlakte van de garages ongeveer
18 m2 bedraagt. De woningstichting heeft niet kunnen wachten tot de
prijs werd vastgesteld. Zij moest reeds lang te voren met haar exploita—
tieopzetten klaar zijn om de woningbouw doorgang te doen vinden en de
regionale woningbouw niet te doen stagneren. Het was dus bitter
noodzaak dat men tot het noemen van een prijs overging. Dat door
dit verschil een precedent zou zijn geschapen is zeker niet het geval.
De grotere gemeenten kennen bijna allemaal een gedifferentieerde
grondprijs. Normaal voor woningwetwoningen, duurder voor flats en
nog duurder voor winkels zou een voorbeeld kunnen zijn. Het college
heeft zich reeds meermalen afgevraagd of in Halsteren ook geen
gedifferentieerde prijs berekend zou moeten worden in het belang van
de woningwetbouw. Met de prijs voor de garages is hiermede een klein
begin gemaakt. Deze prijs ligt veel hoger dan 27,- per m2. De
raad zou echter nog verder kunnen gaan.
Het lid Schetters heeft vernomen dat er nog al wat slappe grond in
dit plan zit. Is het college niet bang dat het met deze grond zal
blijven zitten.