Overigens zou hij het ergens niet onprettig vinden indien Gedeputeerde Staten deze wijziging niet zouden goedkeuren. Voor wat hetreft de bijdrage aan de inrichting van het clubhuis van de KWJ te Halsteren is hij het niet eens met het college. De K.W.J. bouwt zelf een afgekeurde barak op en gaat deze dan wat opknappen. Burgemeester en wethouders zijn van oordeel dat een bijdrage van 25in de kosten verantwoord is, maar hij vindt dat het college zich dan toch maar slecht houdt. Men zou dit werk op hoge prijs moeten stellen en de jongens een stimulans moeten geven, daarom had hij toch wel minstens een bijdrage van 50% verwacht. De voorzitter antwoordt dat de gebruikelijke normen zijn gehanteerd. Er is een vergelijking gemaakt met het gemeenschapshuis Lepelstraat. Dit gemeenschapshuis is een algemeen belang, iedereen kan er binnen. Hier is echter slechts sprake van een bepaalde groep die in zekere zin is afgegrendeld. Hij had eerder bezwaren van de raad verwacht dat ze het bedrag te hoog zou vinden. Het lid de Keijzer merkt op dat er meerdere wegen zijn die naar Rome leiden, met andere woorden zijn er geen manieren te vinden om op andere wijze een aanvullend bedrag te krijgen. De voorzitter zegt dat ook hier inderdaad over is gesproken. Een investeringssubsidie is heel moeilijk, doch een activiteitssub sidie geeft wel enig perspectief en zelfs tot 100%. Het lid de Keijzer is blij dat deze vereniging er is. Hij zag graag dat het college contacten opneemt voor meer inkomsten daar anders deze vereniging gedoemd zal zijn te verdwijnen. Het lid Roosenboom informeert of men niet een renteloos voorschot zou kunnen verstrekken. De voorzitter merkt op dat dit onbillijk zou zijn ten opzichte van Lepelstraat. Bovendien zou men een precedent scheppen. Hij zegt dat het college echter graag na wil gaan of er nog bronnen zijn waaruit men zou kunnen putten en zo ja, zal het college die graag doorgeven. Het lid van de Kreeke vraagt of het wel zeker is dat deze vereniging geen bronnen heeft. Er wordt niet om een bedrag gevraagd, doch om een bijdrage in een bedrag. Alvorens zich verder om deze zaak druk te maken lijkt het hem wel wenselijk om te informeren of meerdere inkomsten werkelijk nodig zijn. Wethouder van de Watering licht toe dat hij met de K.W.J.een gesprek heeft gehad alvorens zij met de opbouw van de barak begonnen. Deze jongeren bezitten een grote dosis enthousiasme, maar wéinig geld. Hij heeft hun van te voren gezegd dat deze barak een duur cadeaux zou zijn. De begroting die ze hebben ingediend komt hem bijzonder laag voor. De eigen middelen zijn zeer beperkt. Wel is men voor nemens om diverse akties te voeren. Bij diverse instanties worden pogingen gedaan om bronnen te vinden. Gedacht is ook aan het vormingswerk schoolvrije jeugd. Maar op het ogenblik zit men ge weldig op de centen en krijgt men niet gemakkelijk iets los. Men kan dus wel zeggen dat er door de K.W.J.voldoende pogingen zijn en worden aangewend om aan inkomsten te komen. Het lid Moerbeek weet uit ervaring voor wat een hoge kosten men kan komen. De nodige voorzieningen plus de meubilering zal veel geld vragen. Hij dacht dat dit ook een aangelegenheid voor de kerk was. Men kan tegen deze mensen niet zeggen dat ze er maar mee op moeten houden omdat het toch wel niet zal lukken. Daarom verzoekt hij de raadsleden er ernstig rekening mee te houden dat de mensen nog eens een keer met een verzoek bij de gemeente zullen aankloppen.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1966 | | pagina 56