Het lid van Isselt merkt op dat, afgezien van de besluiten
van hogerhand, vergunning wordt verleend voor de duur van
drie jaar. Daarna zal het gebouw verwijderd moeten worden.
Men zal echter moed moeten tonen om straks dit besluit te
kunnen nemen. Hij hoopt echter dat het college de woning
zolang mogelijk zal laten staan.
De voorzitter merkt op dat indien na verloop van drie jaar
de woning niet wordt verwijderd ze onteigend of aangekocht
zal moeten worden.
Wethouder van de Watering behoudt zich het recht voor na
afloop van de gehele interpellatie het woord te voeren omtrent
de aangeroerde punten.
De voorzitter zegt dat de orde voor alle leden geldt en
dat aan het eind der interpellatie slechts gespróken zal
worden over het laatste punt.
Wethouder van de Watering deelt mede, dat enkele punten o.a.
de houten woning van van Elzakker en de huisvesting van
van Wezel zijn portefeuille betreffen en hij na afloop als
wethouder van Sociale Zaken hierover zijn zienswijze kenbaar
wenst te maken.
De voorzitter betwijfelt of dit juist is maar wil hierover
niet verder redetwisten.
Opstallen_Groenheijde_
Het lid Roosenboom stelt de navolgende vraag;
"In de raadsvergadering van 14 december 1965 is besloten tot
aankoop van de opstallen van de fam.Groenheijde
Nu is mij gebleken dat de opstallen door het college weer zijn
doorverkocht.
Gaarne zou ik van U vernemen voor welk bedrag deze opstallen
zijn verkocht.
En als dit bedrag boven de 500,- is, is het college dan
niet buiten zijn boekje gegaan, omdat alleen toestemming
aanwezig is beneden een bedrag van 500,- bij verkoop van
onroerende goederen.
De voorzitter antwoordt dat in de plaatselijk dagbladen en
in een algemeen bekend staand landbouwkrant gegadigden in de
gelegenheid werdengesteld in te schrijven voor de kippenloods
en varkensstal.
De verkoop is geschied aan de hoogste inschrijvers nl. de
heren H.Deelen te Wouw voor de varkens]öods 2.000,- en
P.Deelen te Wouw voor de kippenloods 3.500,
Bij de aankoop van de eigendommen van de fam.Groenheijde is
uit de stukken duidelijk gebleken dat de opstallen van
gemeentewege van de hand zouden worden gedaan aangezien
Groenheijde geen prijs stelde de loodsen voor de getaxeerde
prijs over te nemen. Deze aangelegenheid is in de ver
gadering van uw raad dd. 14 december 1965 ook nog uit
drukkelijk ter sprake gekomen.(Zie opmerking van het lid
Moerbeek)
Het is algemeen gebruikelijk dat opstallen welke worden aan
gekocht en moeten worden gesloopt door ons college zo
mogelijk worden verkocht. Als. uitvoering van het door de
raad genomen besluit zijn wij tot openbare verkoop middels
een inschrijving overgegaan. Op de onderhavige aangelegen
heid is het algemeen delegatiebesluit dan ook niet van
toepassing.