m 2.3 -4- Het lid de Keijzer zag toch wel graag dat er met Suijkérbuijk een gesprek werd gevoerd. De voorzitter zegt dat het college hiertoe steeds bereid zal zijn indien betrokkene daarom vraagt. Het lid van Isselt'merkt op dat dit bod is gedaan door de taxatiecommissie. Deze commissie kan door de raad toch geen th'ap na gegeven worden. De commissie is door de raad ingesteld •en daar moet de raad ook vertrouwen in hebben. Zolang Suijkér buijk niet met steekhoudende argumenten komt is voor hem de zaak afgedaan. Hij informeert hoe groot het te onteigenen stuk is De voorzitter antwoordt dat dit ruim een hectare groot is. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 4. VOORSTEL TOT ONTTREKKING VAN PERCELEN EN EERCEELSGEDEELTEN AAN HET ONTEIGENINGSPLAN "WESTELIJK DORPSSTRAAT". Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 5. WIJZIGING GEMEENTEBEGROTING 77e. 78e en 79e wijziging van de gemeentebegroting 1966 {sT'TïffrSzïgrhgeri Zonder hoofdelijke stemming wordt conform de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. BEHANDELING INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN De voorzitter vraagt of het lid Roosenboom er prijs op stelt zijn schriftelijke vragen te herhalen. Het lid Roosenboom bevestigt dit. De voorzitter deelt mede dat hij de interpellatie per onder werp zal afhandelen. Na beantwoording der vragen betreffende een bepaald onderwerp kan interpellant nadere vragen stellen. Daarna komen alle leden aan het woord over dit onderwerp. Het lid Roosenboom stelt hierna de volgende vragen; A."Onlangs is bij pand no,25 aan de Buurtweg, een houten woning gebouwd Is het bij het college van B.en W. bekend, dat deze woning is gebouwd? Zo ja, a. is deze bouw dan niet in strijd met het geldend voorbe- reidingsbesluit uitbreidingsplannen? b. is voor het bouwen van deze houten woning rijksgoedkeuring en bouwvergunning verleend? c. voldoet deze woning aan de geldende voorschriften? d. is voor deze woning een goedkeurend advies van de stedebouwkundige en welstand ontvangen? e. heeft het voor de gemeente geen financiële gevolgen bij aankoop of onteigening? f. ook al is niet aan alle voorschriften voldaan en er toch geen termen aanwezig zijn om de bouwvergunning te weigeren, mag ik dan concluderen dat het college een andere koers is gaan volgen, omdat voorheen wèl het bouwen van houten woningen is geweigerd en zelfs een schuur, die tot woning was verbouwd, gedeeltelijk moest worden gesloopt? g.,kan dus eenieder, die over een stukje grond beschikt, nu in Halsteren een houten woning bouwen?

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1966 | | pagina 34