tB tm -7- Het lidjRoosenboom informeert of het college de toezegging_kan doen dat er voor de volgende- raadsvergadering nog geen vuil op de nieuwe belt zal worden gestort. De voorzitterantwoordt dat men er wel vanuit kan' gaan dat. aar nog niet voor de volgende vergadering zal gebeuren. Wethouder van de Watering merkt op dat het lid Roosenboom geen spijkers op laag water moet gaan zoeken. Tot dusver is de ver kiezingsstrijd in Halsteren voorbeeldig geweest als men dat, met andere gemeenten vergelijkt, maar men moet nu niet gaan proberen leven in de brouwerij te brengen en sensaties te ver- WGkkGXl o Hierna"wordt zonder hoofdelijke stemming besloten de interpellatie de volgende raadsvergadering te houden. BEHANDELING INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN punt 1 Het lid Roosenboom heeft gelezen dat Gedeputeerde Staten akkoord zijn gegaan met het schadebedrag dat aan Geers uitbetaald moet worden. Van insiders heeft hij echter vernomen dat het bedrag waarvoor de gemeente nu verzekerd is nog te laag zou zijn. Hij zou het college in dat geval in overweging willen geven de ver zekering te verhogen tot een veilig bedrag. De voorzitter antwoordt dat de hoogte van het verzekerde bedrag op heden wel toereikend is. punt 11 Het lid Roosenboom heeft met verbazing gelezen over de uitbreiding van de technische dienst. De brief aan Gedeputeerde Staten, waar bij uitbreiding is verzochtheeft hij niet bij de stukken ge vonden. Hij had het eleganter gevonden als het college in een besloten zitting de materie eens uit de doeken had gedaan. Wat is bijvoorbeeld de kwaliteit van het nieuwe personeelslid, het directeurschap is ook reeds genoemd. Hij zou graag deze gehele materie eens doornemen om zo volledig op de hoogte te kunnen zijn. Het lid van Elzakker gelooft niet dat dit nu reeds aan de orde is nu toestemming wordt gevraagd om de dienst te mogen uitbreiden. De voorzitter merkt op dat deze toestemming reeds verkregen is en men tot aanstelling van een ambtenaar kan overgaan. Het lid de Keijzer voelt er ook wel voor om de zaak eens door te nemen en daarbij eerst eens een directeur te benoemen indien daar behoefte toe bestaat. De voorzitter zegt dat het college er volledig mee akkoord gaa om nu nog geen oproep te plaatsen, maar de zaak eerst in de raad te bespreken. Het lid van Isselt informeert of er behoefte bestaat aan een mannetje bij De voorzitter antwoordt dat een man er bij hard nodig is. Het lid van de Kreeke acht het voor de raadsleden nogal moeilijk om te beoordelen of een man er bij al of niet nodig is» De voorzitter zegt dat in een volgende raadsvergadering deze zaak van alle kanten zal worden bekeken en vooralsnog geen oproep zal worden geplaatst. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten dit punt aan te houden en in een volgende vergadering opnieuw te behandelen.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1966 | | pagina 29