Het lid Roosenboom zegt dat hij niet zomaar een interpellatie heeft aangevraagd maar omdat er wel degelijk noodzaak aanwezig is en voor enkele punten-zelfs een dringende noodzaak. Het bevreemdt hem: daarom dat wordt voorgesteld om de behandeling uit te stellen 'tot de volgende raadsvergadering. Neemt men bijvoorbeeld het punt van de nieuwe vuilnisbelt dan gelooft hij dat hier van urgentie gesproken kan worden. Indien het juist is wat hij heeft vernomen, n.l. dat binnen zeer korte tijd de nieuwe vuilnisbelt in gebruik genomen wordt, dan is dit punt zeer actueel, omdat deze nieuwe vuilnisbelt op een zodanige plaats is gedacht dat zij schade en hinder voor de bewoners van Lepelstraat zal kunnen veroorzaken. De voorzitter antwoordt dat de raad zelf beslist of omtrent de punten van de interpellatie urgentie bestaat. Het lid de Keijzer merkt op dat ieder raadslid bevoegd is een interpellatie te houden. Gezien de ervaringen in het verleden opgedaan is hij een beetje huiverig omdat het gevoel het ver stand nogal eens kan overheersen. Hij kan zich indenken dat er grieven bestaan tegen bepaalde zaken. Mogelijk zijn er fouten gemaakt. Iedereen maakt per slot van rekening fouten. Hij zag echter liever dat eerst alles in een geheime vergadering werd doorgenomen om zo eventuele sen satie te voorkomen. In het verleden is reeds eerder een botsing geweest met veel narigheid als gevolg en het resultaat is geweest dat men kon zeggen "Wat zijn we toch lomp geweest". Het lid Roosenboom is, aldus spreker, een jong actief raadslid, die alle zaken de gemeente betreffende van zeer nabij volgt, hetgeen hij in hem waardeert, maar men zal moeten trachten zijn onstuimige jongheid in banen te leiden. De vragen zijn interressant. Doch hij stelt voor de zaak eerst onder elkaar in het geheim door te praten en trachten te ordenen. Hij is er overigens van overtuigd dat het niet de bedoeling van deze interpellatie is geweest om iemand in het openbaar aan de kaak te stellen of sensatie te wekken. Het lid van Gorp is de laatste die de bevoegdheid van een raads lid om een interpellatie te houden zou willen beknotten. Hij zou zich echter graag zelf eerst oriënteren en daarom gelooft hij ook dat het beter is in de volgende raadsvergadering op de interpellatie terug te komen. Mochten er echter dringende punten tussen zitten betreffende de volksgezondheid dan zag hij graag dat deze punten nu direct werden afgehandeld. Het lid Roosenboom zegt dat het eigenlijk voldoende was geweest indien hij enkele summiere gegevens had verstrekt omtrent de punten waarover hij wilde interpelleren. Nu heeft hij alle punten echter zeer uitgebreid op papier gezet, dus alle leden zijn bekend met hetgeen hij nu reeds gaat zeggen. Het lid Bogers is er eveneens voor de interpellatie de volgende vergadering te houden. Het lid van de Kreeke zou zich ook eerst graag oriënteren en dan straks graag via de betrokken wethouder horen hoe de vork precies aan de steel zit. Hij stelt voor nu een besluit te nemen of, en zo ja, wanneer de interpellatie gehouden zal worden. Het lid van Isselt acht het wel belangrijk dat nu wordt vastgesteld dat de interpellatie de volgende raadsvergadering zal worden behandeld. -

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1966 | | pagina 28