3 «f
-3-
De voorzitter stelt hierna aan de orde de begroting algemene dienst voor
1966. V—
Het lid van Isselt merkt op dat de bejaardenbond van Lepelstraat niet in
aanmerking Komt voor subsidie. Leze bejaardenbond staat apart van de be
jaardensociëteit die wel subsidie krijgt. Déze bond telt 162 leden en
ontplooit diverse activiteiten. Le contributie is gering terwijl deze
inkomsten al voor een groot gedeelte opgaan aan de kosten van de neder-,
laiidse bond en de incasserder. Spreker meent dat een subsidie hier wel*
op zijn plaats is. Le voorzitter antwoordt dat Halsteren vroeger ook een
bejaardensociteit kende die ook subsidie kreeg» Later is deze sooiteit
gefuseerd met de bejaardenbond. Men is toen van het standpunt uitgegaan
dat alleen subsidie zou worden verstrekt indien de vereniging zich richtte
tot alle bejaarden en niet tot een bepaald gedeelte van deze mensen»
Le leden van Isselt en Hei.jligers merken op dat de be jaardenbond in Lepel
straat ook festiviteiten organiseert voor alle bejaarden, ongeacht of zij
lid zijn van de bond.
Le voorzitter antwoordt dat dit hem niet bekend is.
Het lid Bogers deelt ook de mening van de heren van Isselt en Heijligers.
Het lid Moerbeek zegt dat de twintig leden van de bejaardensooiëteit voor
vele mensen voor ontspanning zorgen. Le bedoeling van de subsidie is ook
dat zij gegeven wordt voor de kosten van ontspanning en niet voor de kos
ten van de organisatie.
Het lid de Keijzer weet dat er voor de bejaarden in Lepelstraat veel wordt
gedaan. Le moeilijkheid nu is echter dat de twee groepen elkaar niet kunnen
vinden. Hij stelt voor dat het college of iemand van het college in overleg
treedt met deze twee groepen in Lepelstraat en dat getracht zal worden om
tot een redelijk overleg te komen» Mocht het gebeuren dat deze twee clubs
in elkaar verenigd kunnen worden dan zou dit aanleiding zijn om de subsi
die te verhogen. In afwachting hiervan zou hij het voorstel om subcidie
aan de bejaardenbond te verstrekken aan willen houden en dit op de volgende
vergadering te bekijken.
■D® voorzitter zegt dat het geen bezwaar is om een gesprek met beide vereni
gingen aan te gaan, doch als de verenigingen absoluut ieder apart verder willai
gaan dan zal toch ook de raad <dit moeten billijken en ook voor deze situ
atie een standpunt moeten innemen met betrekking tot subsidiëring.
Het lid de Keijzer zegt dat bij de be jaardenbondook iedereen welkom is
en dan voelt hij toch ook wel wat voor een subsidie aan de bejaardenbond»
Het lid van Gorp acht het niet uitgesloten dat, mede door deze subsidie,
er een controverse tussen beide verenigingen bestaat, Hij steunt het voor
stel van het lid de Keijzer om met deze mensen eens in overleg te treden.
Mogelijk zou straks kunnen blijken dat er aanleiding bestaat tot een ver
hoogde subsidie.
Wethouder van Wezel merkt op dat de bejaardenbond alleen festiviteiten Or
ganiseer 0 zoals met carnaval en Sint Hic^laasj bij de bejaardensociëteit
daarentegen kan men elke middag terecht» Lit maakt voor hem verschil en
het overwegen van een subsidie wel moeilijk.
voopzitter vraagt Yfethouder van de Watering of hij bereid is met deze
verenigingen te gaan praten.
Wethouder van de Watering zegt dit graag te zullen doen. Hij acht het niet
.wenselijk dat twee verenigingen langs elkaar heen werken en dat de een
subsidie krijgt en de ander niet. In samenwerking met de Lepelstraatse
raadsleden zal hij gaan praten en trachten tct een oplossing te komen.
e 3" Moerbeek zou wel graag vast willen houden aan de momenteel vast
gestelde subsidie van 300,— voor de sociëteit.
Le voorzitter zegt dat dit als minimum aangehouden zal worden,
6 1 Isselt verzoekt de huidige subsidie te handhaven, een onderzoek
in te stellen en de volgende maand met een voorstel te komen.
Le voorzitter zegt dit toe.