-6-
ïïet lid de Koijzer herhaalt dat hij*1 dit een bende vindt.
1 s-Gravenhage is er op uit zoveel mogelijk te bezuinigen. Als wij
kunnen bezuinigen door een goedkoper öymlokaal te bouwen dan mogen
we helemaal geen lokaal bouwen en doen wij niet mee dan gooit een
andere gemeente het geld wel over de balk.
De voorzitter zegt dat deze woorden beter in het parlement gezegd-
kunnen worden. Ons wordt momenteel alleen de vraag gesteld doen we
mee of niet.
Het lid Roosenboom merkt op dat de gemeente het lokaal moet exploiteren
en de gemeente straks dus ook met de brokken zal zitten.
Het lid Moerbeek acht het-niet onmogelijk dat indien men nu niet mee
doet en men later zelf een gymlokaal bouwt men nog duurder uit zal
zijn.
Het lid van Elzakker zegt dat de centen toch worden opgemaakt. Is hot
niet door ons, dan is het door ^en andere gemeente. Hij zou daarom
toch wel mee willen doen, hoewel de manier waarop dit móet gebeuren
hem geweldig tegen de borst stuit.
Het lid van Gorp meent te weten dat diverse scholen zijn benaderd
omtrent do bouw van een gymlokaal. Hij veronderstelt dat hierop wel
gereageerd zal zijn en dat dit mede de reden zal zijn geweest om mee
te doen. Hij zou hot dan ook jammer vinden als het gymlokaal er niet
zou komen. Hij gelooft echter dat er behoefte is aan oen goed lokaal,
waarin ook balspelen kunnen worden gehouden.
De voorzitter antwoordt dat het lokaal een halve meter hoger is ge
nomen ten behoeve van balspolen. Het lokaal voldoet aan iets meer dan
g.l.o.-eisen. Spreker stelt voor de discussie te sluiten en vraagt of
een der leden stemming verlaagt.
Hierna wordt zonder' hoofdelijke stemming conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
11. VOORSTEL AANGAAN REMEHING1COURANTOVEREENKOMST VjOR 1966 BH WIJZIGING
VAiT DE OVEREENKOMST VAN 1 FEBRUARI 1949
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstal van burgemeester en
wethouders besloten.
12. VOORSTELLEN TOT DELEGATIE VAH BEVOEGDHEDEN
Het lid Roosenboom geeft niet graag iets uit handen. Hij kan zich
indenken dat delegatie voor het college gemakkelijk is, doch hij ziet
geen nut of noodzaak in. Dit betreft geen punten waar haast mee kan
zijn en de raad komt toch regelmatig bijeen, dan kan een voorstel door
1J mensen bekeken worden in plaats van door drie. Hij stelt hierbij
uitdrukkelijk vast dat het hem niet gaat om kwestie van al of niet
vertrouwen, doch hij ziet hot nut van dit voorstel niet in.
De voorzitter antwoordt dat het wenselijk is dat bijvoorbeeld het
verpachten van gronden in het voorjaar snel kan gebeuren i.'v.m. even
tueel inzaaien van do grond. Hij wijst er echter op dat het college
deze delegatie niet voor zich zelf vraagt, doch dat uitsluitend is
gedacht aan een vlotte afwerking van zaken, hetwelk een service is voor
de betrokken mensen.
Het lid Moerbeek gelooft niet dat kleinigheden, zoals het verhuren van
een volkstuintje bij de raad thuis horen. Bovendien zitten in de raad
dertien mensen met mogelijk dertien meningen. Hij gelooft dat het beter
is deze zaken aan. het college over te laten.
Het lid de Keijzer vraagt wat men bedoe]t met "roerend goed" genoemd
in het conceptbesluit onder g.