2. INGEKOMEN STUKKEN E1T MEDEDELINGEN He voorzitter deelt mede na afloop van de openbare vergadering nog een drietal punten in een besloten vergadering te willen bespreken. Het lid van Isselt wenst het woord te voeren omtrent punt 10; bovendien zou hij graag ingelicht willen worden omtrent stukken welke gericht zijn aan de raad. Het lid de Kei.jzer en Roosenboom verzoeken het woord te mogen voeren omtrent punt 9 5 het lid van Elzakker omtrent punt 10, Het lid van Gorp vraagt toestemming om punt 9 van ingekomen stukken en mededelingen te mogen combineren met punt 15 van de agenda. De voorzitter gaat hiermede accoord en zegt de behandeling van de overige punten toe na afhandeling van de agenda. 3. VOORSTEL TOT AANKOOP VAN GROND E.D. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. 4. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VERGOEDING ARTIKEL 101 VAN DE LAGERONDERWIJS- WET 1920 OVER 1964 Het lid Roosenboom wijst er op dat hij reeds vorig jaar heeft geattendee^ op de vergoedingsregeling. Hij is op dit gebied geen expert, doch uit een artikeltje van het tijdschrift "De Gemeenteraad"blijkt dat het nodig is dat ook hier de bakens worden verzet. Uit dit artikel blijkt dat voor gemeenten van 10.000 zielen het landelijk gemiddelde f 6,49 is en het gemiddelde voor de provincie Noord-Brabant 57,81, terwijl de gemeente Halsteren slechts f 52,50 per leerling uittrekt. Dit is een tekort van ruim vijf gulden ten opzichte van het provinciaal gemiddelde ofwel ruim veertien gulden ten opzichte van het landelijk gemiddelde.^ Van dit verschil is spreker verschrokken en hij stelt voor de vergoeding op minstens 60,te brengen omdat ook de kinderen van Halsteren recht hebben op goed onderwijs. Het lid Moerbeek zegt dat het hem toch wel frappeert dat, zo dit bedrag te weinig mocht zijn, hierop dan nie+ geattendeerd is. Indien hier inder daad sprake is van een achterstand dan moet dit eerst eens door de be trokkenen bij het onderwijs aangetoond worden. Bovendien is er destijds door de inspecteur van het Lager onderwijs advies uitgebracht om de be dragen geleidelijk op te trekken en dit hebben wij ook toegezegd. Spreker voelt er niets voor om dit bedrag zonder meer op te trekken, maar zag graag dat eerst de nodige gegevens werden overgelegd om aan de hand daarvan een oordeel te kunnen vormen. De voorzitter merkt op dat niet het bedrag aan de orde is doch de defi nitieve vaststelling van de vergoeding Hij wijst er op dat statistieken bijzonder gevaarlijke dingen zijn waaruit gemakkelijk een verkeerde conclusie getrokken kan worden. Er bestaan grote verschillen in de inspecties en hij heeft er al eerder op gewezen dat de structuur van de bevolking een zeer belangrijke factor is. Bij een heterogene bevolking zullen er veel kleine scholen zijn, welke dus per leerling grotere bijdragen vergen dan bijvoorbeeld een school in katholiek Brabant; ten gevolge van de nog veelvuldig voorkomende kroostrijke gezinnen heeft men grote scholen waardoor de bijdragen dus aanmerkelijk lager zullen komen te liggen. Men zal eerst maar eens aan moeten tonen dat men achter Het^lid de Keijzer gelooft wel dat, als de raad meer geld beschikbaar stelt, de onderwijzer het wel zal trachten uit te geven; doch wat gedaan als de onderwijzer zegt 52,-- is genoeg?

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1965 | | pagina 31